Blaasinstrumenten
De verschillende manieren waarop de toon wordt voortgebracht staan hieronder opgesomd. In deze opsomming zijn ook aerofonen anders dan blaasinstrumenten opgenomen.
Labium
De meeste instrumenten die in het Nederlands met fluit aangeduid worden zijn instrumenten waarbij de luchtstroom op een scherpe rand (het labium) gericht wordt.
bamboefluit – blokfluit – dvojnice - kaval – dwarsfluit – panfluit – piccolo – flageolet – quena – sjofar – shakuhachi – zummara
Enkel riet
Instrumenten waarbij het geluid met een enkel riet wordt veroorzaakt.
Riet tussen lip en mondstuk:
chalumeau - klarinet – saxofoon – taragot
Riet in afgesloten ruimte (mond/zak/ kap)
doedelzak (sommige vormen)
Dubbelriet
Instrumenten waarbij het geluid met een dubbelriet wordt veroorzaakt.
Riet tussen beide lippen:
althobo – contrafagot – duduk - dulciaan – fagot – hobo - pommer – schalmei - sordune
Riet in afgesloten ruimte (mond/ zak/ kap):
cornemuse - doedelzak – Engelse hoorn – kortholt – kromhoorn – musette – pommer – ranket – regaal – ruispijp - sarrusofoon – zurla
De uilleann pipes is weliswaar aerofoon, maar geen blaasinstrument. Het instrument is wel weer zeer verwant aan de enkel- en dubbelriet blaasinstrumenten.
Doorslaande tong
Naast de hout- en koperblaasinstrumenten zijn er aerofonen waarbij de toon wordt voortgebracht door een doorslaande metalen tong. Een -meestal metalen- strook materiaal, een tong, kan heen en weer bewegen door een nauwsluitende opening in een plaat. De toonhoogte die de tong veroorzaakt kan veranderd (gestemd) worden door de tong aan zijn tip te verzwaren of wat lichter te maken.
melodica - mondorgel
Hieraan nauw verwante instrumenten (wel aerofonen, maar geen blaasinstrument) zijn:
accordeon – bandoneon – concertina – harmonium – trekzak
Lippen
Door een luchtstroom tussen de lippen door in een mondstuk te persen worden de lippen zelf in trilling gebracht. De meeste bespelers van instrumenten die geluid op deze manier produceren worden koperblazers genoemd. Voorts wordt nog onderscheid gemaakt tussen scherp koper en zacht koper:
- zacht koper:
alpenhoorn – blaas-bas - bombardon – bronselur - bugel – eufonium – flügelhorn (ook bugel genoemd) – hoorn – jachthoorn – klaroen – mellofoon – midwinterhoorn - ophicleïde – tuba – serpent – sousafoon – zink - scherp koper:
cornet – trombone – trompet - piston
Overigen
Sommige instrumenten zijn niet zo gemakkelijk in te delen
didgeridoo – orgel - horlepijp
Het orgel (geen blaasinstrument, wel een aerofoon) is ontstaan uit de doedelzak, maar het heeft vaak een verzameling registers, die soms op riet, labium of doorslaande tong gebaseerd kan zijn.