Kamp Nunspeet

Kamp Nunspeet

 

  • Kamp Nunspeet / De Bruine Enk

 

Nunspeet

 

o.a. Joods werkkamp

In oktober 1940 werd aan de Hullerweg in Nunspeet een kamp in gebruik genomen dat ten dienste van de Rijksdienst voor Werkverruiming was gebouwd en woonruimte bood voor ongeveer 120 personen. Omstreeks 1942 werden in het kamp, bekend onder de naam 'De Bruine Enk', Joden gehuisvest. Zij moesten voor de Heidemaatschappij ontginningswerkzaamheden verrichten in Vierhouten, er hebben ongeveer zestig Joden als dwangarbeiders in het kamp gezeten. In de nacht van 2 op 3 oktober 1942 werden de Joden onder begeleiding van de Grune Polizei afgevoerd. Ze zijn vanaf het station Nunspeet naar Westerbork vervoerd en daarna getransporteerd naar de vernietigingskampen. 


De namen van Joodse slachtoffers uit Diepenheim die in kamp Nunspeet te werk waren gesteld luiden:

  • Alex Polak
  • Gerard Polak
  • Herman Herschel
  • Nico Herschel

Kamp De Bruine Enk (soms ook genoemd: De Bruine Eng) was een werkkamp aan de Hullerweg te Nunspeet, gebouwd in het kader van de werkverschaffing door de Rijksdienst voor de Werkverruiming (1939-1945).


Eind september 1940 naderde de bouw van de barakken van het kamp zijn voltooiing. In ieder geval werd het kamp vanaf november 1940 bewoond. Er was in 1941 woonruimte voor 120 bewoners. Deze kampbewoners werden bij projecten van de Heidemij tewerkgesteld, onder andere bij Vierhouten. Naast de woonverblijven en de beheerderwoning was er een kantinegebouw.


De eerste schriftelijke bewijzen van het gebruik van het kamp voor het interneren van Joden dateren uit september 1942. Het kamp is in die periode feitelijk in gebruik geweest als buffer voor kamp Westerbork. Joodse mannen werden in die periode als dwangarbeiders ingezet bij de Heidemij. 

In de nacht van 2 op 3 oktober 1942 (Jom Kipoer) werden alle Joodse mannen uit de werkkampen, zo ook die uit kamp De Bruine Enk, naar kamp Westerbork afgevoerd. Over het gebruik van het kamp na het vertrek van de Joden is weinig bekend.


Over de naoorlogse bestemming van het kamp De Bruine Enk is weinig bekend. In de jaren na de oorlog werd dit terrein korte tijd in gebruik genomen als sportveld. Nadien is er op het vroegere kampterrein een handelsonderneming (autosloperij) gevestigd. De boerderij De Bruine Enk staat er nog, maar de naam is van de gevel verdwenen.

 

Belgenkamp

Een Belgisch dorp op de hei bij Nunspeet

De Duitse inval in België in het begin van de Eerste Wereldoorlog bracht bijna een miljoen Belgen ertoe naar Nederland te vluchten. De eerste vluchtelingen werden in de Legerplaats Oldebroek opgevangen maar na twee maanden moest men zoeken naar een betere oplossing.

Burgemeester C.W.A. Baron Mackay had aan de Commissaris van de Koningin door gegeven dat Nunspeet (gemeente Ermelo) onafzienbare heidevlakten had voor een vluchtoord. Net als vele andere vluchtoorden bouwde men dit Belgische dorp binnen een maand en werd Nunspeet een toevluchtsoord voor duizenden vluchtelingen. Bijna 7000 Belgische vluchtelingen hebben in het vluchtoord gewoond terwijl het dorp Nunspeet maar 3000 inwoners had in die tijd.

De vluchtelingen die in de vluchtoorden Oldebroek en Nunspeet werden opgenomen, waren niet vrij om te gaan en te staan waar ze wilden. De vluchtoorden waren begrensd met een omheining van prikkeldraad en werden bewaakt door militairen. Alleen met een verlofpas kon je het vluchtoord uit.

Alle voorzieningen waren aanwezig die ook in een gewoon dorp te vinden zijn. Het Vluchtoord was verdeeld in verschillende wijken en de houten woonbarakken kregen de namen van het Belgische of Nederlandse koningshuis, van dichters, schilders en belangrijke Nederlandse personen. Er was een kerk, recreatiezaal (Tivoli), bibliotheek, winkel, postkamer, wachtlokaal voor de marechaussee bij de ingang, kleding- en schoenmakerij.

Verder waren er scholen, een crèche en een centrale keuken met eetzalen, waslokalen en badgelegenheid, ziekenhuizen en een polikliniek. Het dorp is voorzien van een waterleiding en energiecentrale. In het vluchtoord staat een Rooms Katholieke kerk. In deze kerk werden de kinderen gedoopt en deden zij de communie en het vormsel. Er werden ook processies gehouden. In 1917 kwam het Kerkgebouw uit het Vluchtoord Ede erbij.