Kamp Het Ronde Huis (Eperweg)
NAD 226
Nunspeet
Het Ronde Huis was tijdens de Duitse bezetting van Nederland in gebruik als werkkamp van de Nederlandse Arbeidsdienst. De voedingsofficier van Het Ronde Huis gaf toestemming voor clandestiene voedseltransporten, onder andere voor onderduikers van het Verscholen Dorp. Op het terrein werd in november 1944 door de Duitse 'Artillerie Abteilung 709' de V4-lanceerinstallatie Rheinbote geplaatst, vanwaar raketten werden afgevuurd richting België en op het eind van de Tweede Wereldoorlog werden er in barakken bij het Ronde Huis evacués uit Arnhem en omgeving opgevangen
Het Ronde Huis was een rond landhuis dat in de bossen nabij Nunspeet in het Zandenbos stond. Het is in 1967 afgebroken
In 1902 kocht Frank van Vloten (1858-1930) van de erven W.J. Lagerweij een stuk bos en heidelandschap ten zuiden van Nunspeet ter grootte van 360 hectare. Hij was de zoon van de filosoof Johannes van Vloten, elektrotechnisch-ingenieur en gehuwd met een niet onbemiddelde vrouw. Op het landgoed liet Frank van Vloten het Ronde Huis bouwen. De eerste steen daarvoor werd gelegd op 25 juni 1906.
Het landgoed omvatte ruwweg het gebied tussen station Nunspeet en Vierhouten waartoe terreinen behoorden als de Vlasmeer, de Roostee, de Mythstee, de Vennen, Saxenheim en Mosterdveen, Erica, Hoogwolde en het Zandenbos. Bij de plaats waar het Ronde Huis stond zijn nog de resten van parkaanleg herkenbaar, met vijvers die omgeven zijn door rododendrons, thuja en valse christusdoorn. Van Vloten experimenteerde met verschillende bosbouwmethoden en introduceerde diverse uitheemse bomen en planten. In de jaren van de Eerste Wereldoorlog nam Van Vloten Belgische burgervluchtelingen van Vluchtoord Nunspeet in dienst om boswerkzaamheden uit te voeren. Op het terrein waren ook enkele leemputten.
Het Ronde Huis had twee verdiepingen en een plat dak. Er was een toegangsweg die om het huis liep naar de voornaamste toegang, die zich op de eerste verdieping bevond. Op deze verdieping was een balkon rondom het hele gebouw gemaakt. De ronde binnengalerij op de tweede verdieping kreeg licht via een dakkoepel met gekleurd glas. Van daar was er zicht op de benedenhal. Lodewijk van Deyssel schreef in zijn Gedenkschriften de volgende passage over dit huis "... en genaamd het Ronde Huis, daar de kamers van het middenpunt, een kleinen hall, uit, naar den buitenkant zich waaiervormig uitstrekten en de buitenmuur een zuiveren cirkel vormde". Waarom het huis een ronde vorm kreeg is ondertussen onderwerp van speculatie. Zo zou er een discussie zijn over waar de gevel geplaatst moest worden, waarop Van Vloten stelde dat het huis dan maar rond moest worden. Een ander verhaal stelt dat de arbeiders mooi in een kring stonden waarop het besluit viel het huis cirkelvormig te maken. Weer een ander verhaal zegt dat Van Vloten elk moment van de dag de zon wilde zien. Het meest voor de hand liggende verhaal is waarschijnlijk dat van opzichter G.G. Schakelaar: Van Vloten heeft een rond huis gezien tijdens zijn jaren in Spanje, en wilde zoiets op de Veluwe hebben. Met de bouw van het Ronde Huis werd het gebied eromheen ingericht als landschapspark.
Vanaf Station Nunspeet liep een veldspoorlijntje naar het Ronde Huis op decauvillerails. Het spoorlijntje, dat werd gekocht bij de opheffing van de lijn Breda-Ginneken, werd gebruikt om met paardenkracht zorg te dragen voor het houtvervoer uit de bossen. Er liepen in de eerste helft van de twintigste eeuw meer van dit soort veldspoortjes door de streek. Met een ponytramrijtuig werden ook passagiers voor het huis vervoerd. Aan de ligging van de paden, soms in stervorm, en aan de afgravingen of ophogingen is het spoortracé nog op diverse plaatsen in het terrein te herkennen.Op het terrein van vh Houthandel De Veluwe (nu: BMN De Veluwe) zijn anno 2013 resten van het spoor zichtbaar en voor een deel van het hekwerk om de Mythstee is gebruikgemaakt van afgedankte rails. Een van de rijtuigjes is bewaard gebleven, werd door de Pony- en Motortram 't Joppe in rijdende staat teruggebracht en bevindt zich thans bij de Stichting Rijssens Leemspoor te Rijssen. Het Vluchtkamp Nunspeet was onder meer een kamp voor vrouwen die, omdat zij “ongewenst” waren, nergens anders terecht konden. Waaronder prostituees.
Vanaf eind 1938 werd de "De Arend", een onderdeel van het Rotterdamse "Instituut voor de Rijpere Jeugd", door het ministerie van Sociale Zaken ingeschakeld om een werkkamp bij het Ronde Huis te vestigen. Per kwartaal werd hier een wisselende groep werkloze Rotterdamse jongens op vrijwillige basis - op jaarbasis bedroeg het aantal omstreeks 600 jongens - ingezet voor werkzaamheden in het omringende bosgebied. Zij werden gehuisvest in een complex van barakken nabij het huis. "De Arend" organiseerde voor de kampbewoners ook activiteiten op het gebied van sport, ontwikkeling en ontspanning. Tijdens de Tweede Wereldoorlog is het Ronde Huis in gebruik geweest als werkkamp van de Nederlandse Arbeidsdienst. Met 200 arbeiders werd in het bos gewerkt en werden wegen aangelegd, waaronder de Bovenweg en het traject van Het Ronde Huis naar de Eperweg. De voedingsofficier van Het Ronde Huis gaf toestemming voor clandestiene voedseltransporten, onder andere voor onderduikers van het Verscholen Dorp. Op het terrein werd in december 1944 door de Duitse "Artillerie Abteilung 709" een beschietingsinstallatie geplaatst, vanwaar V4 (de zogenaamde Rheinbote) raketten werden afgevuurd op de Antwerpse haven. Op het eind van de Tweede Wereldoorlog werden er in barakken bij het Ronde Huis evacués uit Arnhem en omgeving opgevangen.
Na de Tweede Wereldoorlog raakte het Ronde Huis steeds verder in verval. Het huis was met een deel van het landgoed in bezit gekomen van Staatsbosbeheer. Tot 1960 werden de barakken gebruikt als een zogenaamd woon- of gezinsoord voor de opvang van zwaksociale gezinnen. In 1959 besloot het toenmalige ministerie van Maatschappelijk werk om dit gezinsoord op te heffen. Van 1961 tot 1966 werd het complex verhuurd aan de Stichting Evangelisch Herstel en Opbouw die er vakantiekampen organiseerde. Het complex heette toen 'De Boshaven'. In 1966 werd tot afbraak besloten.