Namenlijst Joodse begraafplaats Groningen
De Joodse begraafplaatsen in de stad Groningen waren drie in getal. Twee van deze Joodse begraafplaatsen bestaan nog steeds.
Jodenkamp
De Joodse inwoners van de stad Groningen begroeven hun doden sinds 1747 op een eigen begraafplaats. Deze was gelegen op een dwinger in de noordoostelijke vestingwal. Deze begraafplaats, de zogenaamde 'Jodenkamp', was tot 1827 in gebruik.
In 1954 werden graven op de Jodenkamp geruimd om plaats te maken voor nieuwbouw van de Rijksuniversiteit Groningen. Opgegraven stoffelijke resten werden herbegraven op de begraafplaats aan de Moesstraat. In 2006 werden bij voorbereidingen voor woningbouw op het CiBoGa-terrein opnieuw menselijke resten gevonden op de locatie Jodenkamp. Deze werden herbegraven op de begraafplaats aan de Iepenlaan.
Op zowel de begraafplaats aan de Moesstraat als op de begraafplaats aan de Iepenlaan bevinden zich gedenktekens ter herinnering aan de doden die ooit zijn begraven aan de Jodenkamp. Deze gedenktekens zijn voorzien van een gedicht van stadsdichter Ronald Ohlsen.
Moesstraat[bewerken
De Joodse begraafplaats aan de Moesstraat is deel van de Noorderbegraafplaats en werd in 1827 in gebruik genomen. Na het sluiten van de Jodenkamp in 1827 werden de Joden tot 1909 hier begraven. In dat jaar werd de begraafplaats aan de Iepenlaan in gebruik genomen. Op het Joodse deel van de Noorderbegraafplaats staan 906 grafstenen.
Iepenlaan
De Joodse begraafplaats aan de Iepenlaan ligt tegenover begraafplaats Selwerderhof en ten zuiden van de noodbegraafplaats Klein Selwerderhof. Hij is vanaf 1909 in gebruik. Er bevinden zich 960 grafstenen en een oorlogsmonument. De opperrabbijnen Eliazer Hamburg en Abraham Asscher werden hier begraven.
Namenlijst Joodse begraafplaats
- .
- .
- .
Aan de Iepenlaan (voorheen Winsumerstraatweg, t.o. het huidige Selwerderhof) zijn ca. 1100 stenen geregistreerd.
Begraafplaats aan de Moesstraat, in 1954 heeft men stenen overgebracht van de Jodenkamp naar de Moesstraat.
De begraafplaats aan de Jodenkamp doet dienst als begraafplaats voor de in 1744 opgerichte Joodse Gemeente. Aanvankelijk was er geen begraafplaats alhoewel men er wel een plaats voor aangewezen kreeg. Er werd niet ingegaan op het aanbod van de Gemeente Groningen in de dertiger jaren van die eeuw. Misschien stond de plek de mensen niet aan, misschien te arm of te zuinig? We kunnen er slechts naar gissen. Wel weten we dat er soms vanuit de stad Groningen begraven werd in Oude Pekela, Delfzijl of Leeuwarden. Pas in 1747 werd deze begraafplaats in gebruik genomen. Toen de stad wat groter en drukker werd, de begraafplaats was toen al lang gesloten, heeft men er een muur omheen gebouwd om de eeuwige rust te verzekeren en de begraafplaats voor vernielingen te behoeden. Dit was in 1895. Helaas heeft dit niet mogen baten. In 1954 moet de begraafplaats geruimd worden.
De oudste grafsteen daar aanwezig is van Mindele, dochter van Izaak, overleden op 8 mei 1747.