Kamp Eibergen

De toegangspoort van het Arbeidskamp ‘Los Hoes’ Eibergen aan de Lintveldseweg.

In de poort een wachter met de schop op de schouder (1943).

In 1948 stond dit gebouw er nog.

NAD 323

Eibergen

Tussen de Lintveldseweg en de Oude Borculoweg in de buurschap Olden Eibergen ligt op circa 250 meter van het nieuwe tracé van de N18 een bos waarin in 1942 een barakkenkamp van de Nederlandsche Arbeidsdienst (NAD) was gevestigd. In de zuidoostelijke hoek van het bos staat nu een enkele tientallen jaren geleden gebouwde neosaksische boerderij, op de plek waar tot medio jaren ’70/’80 loonwerker Koeslag zijn bedrijf had. Ter gelegenheid van de nieuwbouw werd toen ook de laatste, al half ingestorte barak gesloopt. Achteraf is het natuurlijk te betreuren dat niemand toen oog had voor wat later de archeologie van de Tweede Wereldoorlog is gaan heten: het documenteren en behoud van terreinen en bouwwerken die herinneren aan de gebeurtenissen in de oorlogsjaren. Maar voor de plek als geheel is het nog niet te laat om een archeologisch onderzoek te doen van wat er zich nog in de bodem bevindt.


De Nederlandsche Arbeidsdienst was de in oktober 1940 in het leven geroepen opvolger van de in juni 1940 door Hitlers rijkscommissaris in Nederland, Seys-Inquart, opgerichte Opbouwdienst voor de werkeloos geworden soldaten. Aanvankelijk was intreding vrijwillig maar vanaf 1 januari 1942 werd voor elke Nederlander die in dat jaar 18 zou worden en nog geen 23 jaar was, de ongewapende dienstplicht van een half jaar ingevoerd. De Arbeidskampen waren op militaristische basis (exerceren met schop op de schouder) naar Nationaalsocialistisch voorbeeld geschoeide kampen voor jongemannen die voornamelijk werden ingezet in de landbouw en bij cultuurtechnische werkzaamheden in de omgeving, zoals het ontginnen, aanleg en verharding van wegen e.d..

Het Eibergse Arbeidskamp (met het nummer 323) was één van de twee kampen in de huidige gemeente Berkelland (het andere was gevestigd in Neede). Het werd gebouwd op een nog onontgonnen veldperceel dat gehuurd werd van de Oldeneibergse landbouwer Kolthof. Het werd het ‘Los Hoes’ genoemd, naar het boerderijtype dat in Nedersaksische streken veel voorkwam en gekenmerkt wordt doordat mens en vee onder één dak wonen, zonder scheiding van woning en bedrijfsdeel. De naam paste dus wel in de Nazi-ideologie. De toegangspoort was al evenzeer ‘Saksisch’ van aard of moest in ieder geval die indruk wekken. De bouw begon in 1941 en in juni 1942 werd het kamp in gebruik genomen. Er was plaats voor 192 mannen. Het complex bestond uit een vijftal woonbarakken rond een appelplaats met een vijver. Daarnaast een keuken, ziekenbarak, wasplaats en enkele andere gebouwen. Het kamp bleef in gebruik tot 6 september (daags na ‘Dolle Dinsdag’) 1944. Vier dagen later werd de NAD opgeheven. De leiding van het kamp woonde in van Joden in beslag genomen huizen. Zo hopman Van ’t Hooft in Borculo in villa Dorcia van de joodse familie Elzas.

Veel kampen, waaronder het Eibergse, werden na de plotselinge leegloop overgedragen aan de organisatie Todt, genoemd naar een Duitse ingenieur, die in de oorlog leiding gaf aan de aanleg en bouw van de Atlantikwall of Westwall. In Eibergen werd toen een grote groep Tsjechische arbeiders gelegerd, die vanwege hun lichtbruine uniform door de omgeving ‘goudfazanten’ werd genoemd.
In de oorlogsperiode hebben twee mensen hier hun leven verloren: Julius Petersen uit Rotterdam, die op 9 november 1942 vermist werd en teruggevonden werd in de vijver op het kamp, en de Tsjech Jeroslaw Tomalek, die onderdeel uitmaakte van de Organisation Todt.

Na de oorlog heeft het kamp nog diverse legeronderdelen gehuisvest, maar het kan niet beschouwd worden als voorloper van het in 1955 gestichte Kamp Holterhoek in Eibergen. In 1948, nadat de Geneeskundige troepen eruit vertrokken waren, bood het voormalige kamp tijdelijk onderdak aan jongens uit het afgebrande internaat Harreveld. De toegangspoort was toen nog intact. Ook was er toen een noodkerk op het terrein. Het internaat Harreveld was immers een door de r.-k. kerk bestierd internaat. Wat er daarna mee gebeurde is nog onvoldoende uitgezocht.