Nederlandse dialecten
Nederlandse dialecten
Ieder mens kent zijn eigen dialect, maar we kunnen wel vaststellen dat een aantal dialecten taalkenmerken gemeen hebben. Deze sommen wij hieronder voor u op.
Zeeuws en West-Vlaams
Het Zeeuwse en West-Vlaamse dialect komt voor in het zuidwesten van Nederland. Bij het Zeeuwse dialect worden de klinkers ui uitgesproken als uu en de klinkers aa worden uitgesproken als ae. Bijvoorbeeld uitzoeken wordt uitgesproken als uutzoeke en juist wordt uitgesproken als juust.
Het West-Vlaams kenmerkt zich doordat de ij en ui worden uitgesproken als ie en uu. Bijvoorbeeld buiten wordt uitgesproken als buten en bijtend wordt uitgesproken als bietend.
Hollands
De plaatsen in het noordwesten van Nederland worden onder het Hollands gerekend. Hollands is samen met het Brabants het meest gesproken hoofddialect van het Nederlands. Het Hollands onderscheidt zich door de woorden nou en jou. In het Zeeuws spreek je dat bijvoorbeeld uit als noe en joe en in het Brabants bijvoorbeeld nu en u/oe.
Nedersaksisch
Het Nedersasksich wordt in het noorden en oosten van Nederland gesproken. Twents, Drents, Achterhoeks, Veluws en Gronings zijn dialecten die onder het Nedersaksisch vallen. De dialecten worden gekenmerkt door de ou als o te spreken. Bijvoorbeeld koud wordt uitgesproken als kolt.
Utrechts-Alblasserwaards
Dit dialect lijkt op het Hollands en wordt gesproken in het midden van Nederland, voornamelijk in de provincie Utrecht. Bij dit dialect spreekt metn de klinkers aa uit als ao. Allemaal wordt uitgesproken als allemaol. Utrecht spreken ze uit als Utrech.
Brabants
Het Brabants wordt voornamelijk gesproken in het zuiden van Nederland. In het Brabants gebruikt men vaak het persoonlijk voornaamwoord gij. Hiermee wordt in het Hollands jij bedoeld.
Limburgs
In het zuidoosten van Nederland spreekt men het Limburgse dialect. Het dialect komt in de buurt van de Belgische taal en wordt gekenmerkt door de zachte g.
En het Fries?
Je zal misschien denken, zijn we een dialect vergeten? Namelijk het Fries? Fries is een officiële taal in Nederland en wordt ook weer gekenmerkt door verschillende dialecten. Veel mensen zullen het Fries wel beschouwen als een dialect.
Met de Nederlandse dialecten worden dialecten bedoeld, die deel uitmaken van of nauw verwant zijn aan de Nederlandse taal en voor het grootste deel tevens in hetzelfde taalgebied als het standaard Nederlands worden gesproken. De in Nederland en Vlaanderen gesproken dialecten of streektalen zijn vaak weer onderverdeeld in regiolecten en stadsdialecten, zoals: Hollands → Zuid-Hollands → Amsterdams.
De indelingen vallen niet met de provinciegrenzen samen. Wel vormt in een aantal gevallen de provincie tevens de kern van een gebied waar een bepaalde streektaal dominant is.
Indeling
A. Zuidwestelijke groep (Zeeuws/West-Vlaams)
1. West-Vlaams, inclusief Frans-Vlaams en Zeeuws-Vlaams
2. Zeeuws
B. Noordwestelijke groep (Hollands)
3. Zuid-Hollands
4. Westhoeks in noordwestelijk Brabant
5. Waterlands* en Volendams*
6. Zaans*
7. Kennemerlands
8. West-Fries*
9. Bildts, Midslands, Stadsfries en Amelands** De dialectgroepen aangeduid met een asterisk worden weliswaar onder het Hollands gerekend, maar hebben vanouds een zeer sterk Fries substraat.
C. Noordoostelijke groep (Nedersaksisch) dat geografisch oostwaarts tot ver in Duitsland onder de verwante dialecten kent
10. Kollumerlands
11. Gronings (Hogelandsters, Oldambsters, Kanaalsters en Westerwoldsters) en Noord-Drents, Oost-Fries
12. Stellingwerfs
13. Midden-Drents
14. Zuid-Drents
15. Twents
16. Twents-Graafschaps
17. Gelders-Overijssels (Achterhoeks, Sallands, Noordwest-Overijssels en Urkers)
18. Veluws
D. Noordelijk-centrale groep
19. Utrechts-Alblasserwaards
E. Zuidelijk-centrale groep in België, Nederland en in een aangrenzend deel van Duitsland
20. Zuid-Gelders
21. Noord-Brabants, te onderscheiden in West-, Midden- en Oost-Brabants, en Noord-Limburgs
22. Brabants, te onderscheiden in Antwerps en Zuid- ook wel Vlaams-Brabants
23. Oost-Vlaams, met varianten: Dialecten in de Denderstreek (op de grens met Brabants)
F. Zuidoostelijke groep (Limburgs) in Nederland, België en in een aangrenzend deel van Duitsland
24. West- ook wel Belgisch- of Luiks-Limburgs, Centraal-Limburgs, Oost-Limburgs,Oostlimburgs-Ripuarisch dat ook wel als een Duits dialect wordt beschouwd.Kerkraads en Vaals worden niet tot deze groep gerekend, omdat dit taalkundig gezien Duitse dialecten zijn (Ripuarisch).