Kamp Fimel (Fiemel)
Kamp Fimel (Fiemel)
Termunten
Batterij Fiemel in Termunten maakt onderdeel uit van de Atlantikwall. De Atlantikwall is een meer dan 5000 kilometer lange verdedigingslinie langs de westkust van Europa. De linie loopt van Zuid-Frankrijk tot het noorden van Noorwegen. De Duitsers bouwden het verdedigingsstelsel ter voorkoming van een geallieerde invasie vanuit zee.
De Atlantikwall is geen echte muur, maar een reeks van losstaande, strategisch gelegen, kleinere en grotere verdedigingswerken. Voorbeelden zijn bomvrije bunkers met bewapening. De linie bestaat verder uit batterijen met kust- en luchtafweergeschut, radarinstallaties, versperringen en mijnvelden.
Ten oosten van Termunten ligt de Punt van Reide. Door de strategische ligging vaak een strijdtoneel in de Tachtigjarige Oorlog, de Franse tijd en de Tweede Wereldoorlog. Met het oog op de verdediging van de haven van Emden bouwden de Duitsers op de Punt van Reide een geschutstelling, en barakken op houten stellingen tegen het hoge water. In 1943 zochten ze een droger heenkomen. Bij Fiemel legden ze de Marine Flak Batterie aan. Bij de bevrijding van Groningen werd vanuit deze stelling zwaar verzet geboden.
De Duitse Stützpunktgruppe Delfzijl is tijdens de Tweede Wereldoorlog onderdeel van de Festung Emden. Emden is een belangrijke aanvoerhaven, onder andere voor het diep landinwaarts gelegen Ruhrgebied. De luchtafweerbatterijen in en rond de stad vormen een bescherming van de haven van Delfzijl, maar zijn er vooral om vijandelijke jagers en bommenwerpers te bestrijden voordat ze hun lading boven Emden laten vallen. Emden is tijdens de oorlog zwaar gebombardeerd en voor het grootste deel verwoest, net als vele andere Noord-Duitse havensteden. Dit hebben de luchtafweerbatterijen (Flak) op Gronings grondgebied niet kunnen verhinderen. Wel vallen er veel slachtoffers in de lucht. De Flak batterijen vormen de meest effectieve manier om geallieerde formaties van bommenwerpers te bestrijden.
De Flak batterij bij Termunten met vier kanonnen van 12,8 cm behoort samen met die bij Nansum tot de zwaarste op Nederlands grondgebied. Aanvankelijk staat een lichtere stelling op buitendijks gebied bij de punt van de Reide. Maar dit is geen gunstige plek om bunkers te bouwen en zwaar materiaal te plaatsen. Met stormvloeden en ijsgang in de winter is de plek onbereikbaar en geïsoleerd.
In 1944 wordt dan ook besloten om de batterij te verplaatsen naar de dijk bij Fiemel, een klein gehucht. Er komen vier platforms (Ringstände) voor het zware luchtafweergeschut. Het zijn open betonnen geschutsopstellingen op een hoge onderbouw, drie in de dijk en één er achter. Daarnaast worden ook nog betonnen beddingen voor lichter - 10,5 cm - geschut aangelegd. Een bijzondere toevoeging is de munitieopslag voor de zware batterij van het type Fl 317 (Munitionsauffülraum für 12,8 cm Flak-Batterie), de enige die in Nederland is gebouwd.
Vanaf 28 maart 1945 rukt het 2e Canadese Legerkorps op naar het noorden om de noordelijke provincies te bevrijden. Begin april bereiken zij de grenzen van Friesland en Groningen. 15 April trekken de eerste Canadese eenheden Leeuwarden binnen. Om de stad Groningen wordt dan nog hevig gevochten. 18 april is de stad bevrijd. Daarna rukken de Canadezen op richting Delfzijl. Deze haven is belangrijk voor de aanvoer van goederen overzee en voor de aanval op Emden. Inmiddels zet de Duitse bezetting een groot gebied rond Delfzijl onder water. Hierdoor is een aanval op de stad slechts mogelijk via een strook langs de Eems vanuit het zuiden. Daar stuit het Canadese leger eerst op de batterij bij Fiemel.