Gewichten en maten
Inhoud
- Opschriften op gewichten
- Krukgewichten
- Druppel knopgewichten 1820-1912
- Knopgewichten 1820-1869
- Blokgewichten
- Sluitgewicht
- Historische eenheden Nederland
- Melkmaten
- Jaarletter voor determinatie
- Vorm en materiaal
Opschriften op gewichten
Vóór 1820 op gewichten van minder dan 1 pond gewoonlijk geen opschrift
dat de massa aangaf.
Periode 1820 - 1869
KORREL= 0,1 GRAM
NW NEDERLANDS WIGTJE = GRAM
NL NEDERLANDS LOOD = 10 GRAM
NED. ONCE of NED ONS = 100 GRAM
NED. POND KIL. = 1 KILOGRAM
Periode 1870-1912
G = GRAM
DG, DECAGRAM = 10 GRAM
HEKTOGRAM, HEKTOG, HECTOG = 100 GRAM
KILOGRAM, KILOG = 1000 GRAM
Periode 1912 - 1941
G = GRAM
ONS = 100 GRAM
KILOGRAM = 1000 GRAM
Periode 1941 - 1980
Opschriften op Nederlandse gewichten in 'G' en 'KILOGRAM'.
Sinds 1967 is bovendien het internationale model gewichten toegelaten, waarvan de opschriften in 'G'en 'KG' zijn uitgedrukt.
Krukgewichten
Het krukgewicht, dat rond het einde van de 16e eeuw opkwam, was in diverse plaatsen in Nederland de meest gebruikte vorm voor een gewicht, met name in plaatsen waar loden gewichten verboden waren zoals Amsterdam
en Groningen. De gebruikelijke groottes zijn 1/8 - 1/4 pond - 1/2 pond - 1 pond en groter
(tot en met 100 pond). Heel soms werden hele kleine krukgewichten gemaakt, tot 1 lood (1/32 pond) toe.
Bij de invoering van het metrieke stelsel in 1820 werden knopgewichten zeer algemeen en werd het krukgewicht eigenlijk alleen nog toegepast voor de gewichten van 1 NEDERLANDS POND KIL (1 KILOGRAM) en groter.
Er zijn echter ook metrieke krukgewichten bekend van 5 - 2 - 1 NEDERLANDSE ONCEN (500 - 200 - 100 gram), en enkele exemplaren van 5 NEDERLANDS LOOD (50 gram), vermaakt uit voor-metrieke krukgewichten van 1/8 pond.
Metrieke krukgewichten die op het lichaam van het gewicht zijn voorzien van gegroefde ringen, stammen (bijna) altijd uit de voormetrieke periode. Deze krukgewichten zijn in 1820 of later aangepast aan het metrieke stelsel, de z.g. voormetriek- metriek gemaakte krukgewichten.
Metriek 1820 en later
Op krukgewichten geproduceerd in de periode 1820 en of later ontbreken de gegroefde ringen daar de ijkwet het aanbrengen van "versieringen" op gewichten verbood.
Zowel in de voor-metrieke als de metrieke krukgewichten zijn regionale verschillen in vormgeving te bespeuren
pas vanaf 1912 werd de vormgeving en afmetingen van gewicht bij wet voorgeschreven.
Druppel knopgewichten 1820-1912
Een druppel knopgewicht is een Nederlands metriek gewicht met een druppelvormige knop.
Het buiten gebruik raken van dit type gewicht werd in gang gezet door een inspecteur van het IJkwezen, die streefde naar rationalisering en mechanisering van de gewichtenproductie, maar die bovendien op persoonlijke gronden het druppel knopgewicht verbood. Omdat deze gewichten gemaakt werden in een tijd waarin een justeerholte nog niet verplicht was, zijn ze na 1912 vrijwel allemaal afgekeurd en in onbruik geraakt.
Druppel knopgewichten zijn bekend in groottes van 1 gram t/m 10 kilogram. Tussen ca. 1847 en 1875 werd dit type knopgewicht gefabriceerd in Nederland (Amsterdam, Arnhem, Groningen, Leeuwarden, Sneek, Utrecht). Druppel knopgewichten werden gebruikt voor fijne weging (apotheek, goud en zilverweging) en gewone weging (voedingsmiddelen).
Knopgewichten 1820-1869
Zij verdrongen bij de invoering van het metrieke stelsel de kruk- en blokgewichten en zijn er in de gebruikelijke massa van 1 NW (1 Gram) tot 1 NEDERLANDS POND KIL (1 KILOGRAM).
Minder gebruikelijk zijn de knopgewichten in de massa van 2 POND KIL (2 KILOGRAM) en zeldzaam zijn de exemplaren met een massa van 5 en 10 NEDERLANDS POND KIL (5 en 10 KILOGRAM).
Knopgewichten 1870-1912
G (= gram), DG, DEKAGRAM (= 10 g), HECTOG, HEKTOG, HEKTOGRAM (= 100 g), KILOG (= 1 kg), KILOGRAM
Knopgewichten in deze periode vertonen wat de knop aangaat onderling nogal wat verschillen.
Periode 1912-1941: G (= gram), ONS (= 100 g), KILOGRAM
Periode 1941-1980: Opschriften op Nederlandse gewichten in 'g' en 'kilogram'.
Sinds 1967 is bovendien het internationale model gewichten toegelaten, waarvan de opschriften in 'g' en 'kg' zijn uitgedrukt.
Blokgewichten
Blokgewichten gemaakt van messing of brons zijn afgeknotte kegelvormige gewichten zonder kruk of knop,
met een verdikte bovenrand.
Deze verdikte bovenrand ontbreekt soms bij de kleinere gewichten.
Blokgewichten zijn er in de massa van 2, 1, 1/2, 1/4, 1/8, 1/16, 1/32, en 1/64 pond.
De zwaarte is er (bijna) nooit op aangegeven.
Over het algemeen zijn de blokgewichten van het Amsterdams gewicht.
Dus voorzien van het Amsterdams ijkmerk van een Amsterdamse ijkmeester.
Er zijn ook blokgewichten uit andere plaatsen bekend o.a. Assen, Deventer, Hattem, Hoorn, Nijkerk, Zwolle
Opgemerkt dient te worden dat in de Provincie Overijssel blokgewichten
voor kwamen gemaakt van lood en met roodkoperen mantel omkleed, het z.g.n. Overijssels type.
Blokgewichten werden na 1820 verdrongen door het knopgewicht.
Sluitgewicht
Een sluit- of pijlgewicht bestaat uit een reeks in elkaar passende kommetjes.
Elk onderdeel is een gewicht en ook alle onderdelen bij elkaar zijn dat.
Het voordeel van deze gewichtsvorm is het compacte geheel dat gemakkelijk te transporteren is, zonder dat je onderdelen verliest. Het nadeel is de grotere slijtage tijdens het gebruik, ten opzichte van de "normale" gewichten.
In de Romeinse tijd was deze gewichtsvorm al bekend, maar in Nederland worden Romeinse sluitgewichten zeer zelden gevonden. In de late middeleeuwen, omstreeks 1250, verschijnt deze gewichtsvorm opnieuw in Nederland en ontwikkelt zich verder. Vanaf omstreeks 1500 veranderde er niet zoveel meer aan de vormgeving van het sluitgewicht.
In Nederland werd vanaf 1820, tegelijkertijd met de invoering van het metrieke stelsel, een nieuw sluitgewicht ingevoerd, geënt op een in Frankrijk gangbaar model dat nagenoeg onversierd was. Dit model werd allengs minder geproduceerd en de laatste exemplaren en vervangende onderdelen werden in de jaren 1855-1888 gemaakt, terwijl omstreeks 1912 de laatste exemplaren werden herijkt.
De gangbare groottes van de voor-metrieke sluitgewichten in Nederland zijn:
1/4 - 1/2 - 1 - 2 - 4 - 8 - en 16 pond. Er zijn ook kleinere en grotere exemplaren bekend maar die zijn schaars.
De metrieke Nederlandse sluitgewichten zijn bekend in 100 - 200 - 500 - en 1000 gram, terwijl er tot nu toe slechts enkele exemplaren van 2000 gram bekend zijn. Hierbij dient opgemerkt dat er tot op heden slechts één 2 Nederlands POND KIL geheel compleet in zijn originele samenstelling is aangetroffen.
Melkmaten
Eeuwenlang werden er inhoudsmaten gemaakt, specifiek voor het afmeten van melk. Voordat het metrieke stelsel ingevoerd werd (voor de 'natte' maten in 1830) waren de melkmaten voor de kleinhandel gemaakt van hout, tin, blik, en messing.
Dergelijke voormetrieke melkmaten zie je niet zo vaak meer, waarbij de messing exemplaren vaak niet als zodanig worden herkend.
Materiaal: bij de invoering van het metrieke stelsel in 1830 werden blikken en houten melkmaten toegestaan; en op verzoek van de melkhandelaren in 1840 ook die van tin, messing en koper. Uit de praktijk blijkt dat de metrieke tinnen melkmaten bijna niet zijn gemaakt, de houten en (dunne) blikken exemplaren waren te vergankelijk, zodat uit de begintijd alleen de messing (en koperen) melkmaten zijn overgeleverd. De messing en koperen maten waren daarbij vaak van zeer dun metaal vervaardigd waardoor hun levensduur beperkt was.
Grootschalige machinale fabricage vanaf ca. 1880 deed de kwaliteit van de messing en blikken melkmaten flink toenemen, en daarmee ook de levensduur van deze inhoudsmaten. Houten melkmaten werden rond deze tijd nog sporadisch geproduceerd en de tinnen melkmaten werden alleen nog in de IJkwet genoemd. Vanaf 1936 werd ook rvs (roestvast staal / roestvrij staal) toegestaan.
Vormgeving:Wij kennen melkmaten, die wat de vorm betreft in twee uitvoeringen te onderscheiden zijn,
1. het type melkmaat zonder stortrand (schepmaat) met hoog- en laag open handvat.
2. de melkmaat met stortrand (stortmaat of tapmaat) laag open handvat.
Een dergelijke maat was bedoeld om via een kraan te worden gevuld. Hierdoor ontstond schuim, waarin de consument niet was geïnteresseerd. De stortrand ving het schuim op; de eigenlijke maat werd tot de bovenrand gevuld en de consument kreeg zonder morsen zijn melk.
Goedkeuringsmerken op loodslab en / of bovenrand:De loodslab ook wel tinplak genoemd, op de inhoudsmaten mocht niet te dik zijn. Er waren namelijk fabrikanten die deze loodslabben compleet met goedkeuringsmerk van goede maten verwijderden en op afgekeurde maten plaatsten. Er werd opdracht gegeven om de plaatje zo dun te maken, dat ze niet konden worden verwijderd (archief ijkkantoor Leeuwarden, nr. 10415). Na april 1900 moesten de natte maten verplicht op de bovenrand worden geijkt.
De normale reeks:Van melkmaten is 1/2, 1, 2 deciliter en 1/2 liter, 1 en 2 liter waarbij dient te worden opgemerkt dat hoofdzakelijk melkmaten van 1/2 en 1 liter zijn gebruikt.
Buiten de normale reeks vallende melkmaat is die met een inhoud, van 1/4 liter.
Deze inhoud is in de oorlogsjaren gebruikt.
In 1984 kreeg Eegema in (toen nog) Pernis toestemming voor het maken van aluminium melkmaten, waarvan de maat uit 1 stuk was geperst. Slechts 20 exemplaren werden gefabriceerd en verkocht.
Melk meetemmer
Naast de melkmaten voor de kleinhandel ontstond binnen de melkfabrieken de behoefte aan grote melkmaten. Dit werden de melkmeetemmers, zoals die in Denemarken al waren ingevoerd: een inhoudsmaat met een drijver, waarbij de stang van de drijver is voorzien van een schaalverdeling in liters. Het ijkwezen wilde niet maar moest in 1897 na flinke aandrang overstag en stond ze daarna toe. Ze komen voor in groottes van 20, 30, 40 en 50 liter; ongeijkte exemplaren kunnen b.v. 15 liter meten. Meestal zijn ze van blik; er zijn echter ook exemplaren van koper en rvs gemaakt. De laatste exemplaren werden in 1961 gefabriceerd..
Melk meetkraan
In 1932 werd de melk meetkraan ingevoerd. Deze werd bevestigd op een flens onderaan een melkbus of vat. Per slag kon een halve liter worden afgemeten. In 1967 werd het laatste exemplaar ter ijk aangeboden; in de jaren '70 was het gebruik ervan spoedig afgelopen vanwege de overstap naar voorverpakte melk. Van dit type instrument zijn enkele duizenden exemplaren vervaardigd.
Jaarletter voor determinatie
Nederland voerde vanaf 1820 enkele alfabetten, vanaf 1975 gevolgd door halve jaartallen.
Door de verschillende vormgeving van de letters is het dateren gemakkelijk.
Er is wel een kanttekening te plaatsen bij de jaarletters van 1820 tot 1836: die zijn naar Amsterdams model.
Elders in Nederland komen in deze periode jaarletters van een andere vormgeving voor.
Wanneer een gewicht niet meer in aanmerking voor goedkeuring kwam, werd het voorzien van tenminste tweemaal een driehoek afgeslagen.
In 1989 werd de afkeuringsdriehoek vervangen, door een driehoek met een ruitjespatroon met 16 vakjes. De baksteen genoemd, naar de bedenker van dit merk, de heer Baksteen. Dit zegelmerk wordt gebruikt door ijk bevoegden in Nederland, dus niet alleen meer door het ijkwezen.
De baksteen is te vinden in zowel goedkeuringsmerk ( als afkeuringsmerk.
Elke kolom bevat vier vakjes, van boven naar beneden aangeduid met 1-2-3-4.
Als er een tweede stip in de kolom staat, wordt er nog een cijfer 1 bij opgeteld.
Er staan nooit twee stippen naast elkaar (horizontaal of verticaal)
Vorm en materiaal
Er zijn vele vormen en verschillende materialen gebruikt voor het vervaardigen van gewichten.
Lood; De oudste bekende gewichten zijn voornamelijk van lood gemaakt. Lood is namelijk makkelijk te smelten en in een vorm te gieten en het aanbrengen van merken gaat gemakkelijk. Lood heeft tijdens het gebruik wel de neiging om op te krullen daar het materiaal meegaand is. Slijtage is dan ook niet uitgesloten. Lood werd dan ook vooral dor de "gewone man" gebruikt voor het wegen op een evenaar. Vanaf 1820 zijn gewichten die geheel van lood zijn gemaakt, in Nederland verboden.
IJzer; dit materiaal komt voor in combinatie met lood: een ijzeren romp en een kruk (handvat) die met lood is gezekerd in de romp. Bovendien kan het aangebrachte lood worden gebruikt voor het afslaan van ijkmerken of justeren (op gewicht brengen) van het voorwerp.
Koper, brons, messing, latoenkoper; dit is zijn veel duurdere materialen dan lood en ijzer, het is wel slijt vaster en veel beter bestand tegen corrosie (roest) dan ijzer. Koper (roodkoper) is een vrij "zacht" materiaal zodat het werd gelegeerd met tin (= brons) en later koper met zink (= messing). Latoenkoper is dun koperblad, om een voorwerp aangebracht dat meestal van lood is vervaardigd.
Zink; in tijden dat koper schaars was werd zink als vervangingsmateriaal gebruikt. In Nederland werd dat alleen gedaan tijdens de oorlogsperiode 1942-1945.
Aluminium; de zogenaamde milligram gewichten worden bijna altijd van aluminium gemaakt. Aluminium heeft een lage soortelijke massa zodat de milligram gewichtjes nog enigszins body hebben.
Goud en Platina; voor gebruik in laboratoria waar met bijtende stoffen wordt gewerkt, is het gebruik van messing en aluminium gewichten niet an te raden. De messing gewichten van 1 gram en groter zijn daarom beschermd door een aangebracht dun laagje ander materiaal ( vernikkeld, verguld soms zelfs geplatineerd), de gewichtjes van 50 tot 1000 milligram kunnen van goud en platina zijn gemaakt. Roestvast staal ( ook wel RVS of roestvrij staal genoemd) dit is een modern materiaal waaruit voornamelijk gewichten van het internationale model worden vervaardigd.
Steen; dit materiaal is in Nederland weinig gebruikt. Het gaat dan veelal om de grotere gewichten vervaardigd uit veld keien of uit gekapt zandsteen. In de steen werd een gat geboord waarin met lood een ijzeren ring werd bevestigd. Het lood bood plaats aan het opschrift en ijkmerken. Vanaf 1820 is het gebruik van stenen gewichten in Nederland officieel niet meer toegestaan.
Types:
IJzeren gewichten met loden kraag z.g.n. lood kop gewicht periode tot circa 1900.
IJzeren kegelvormige gewichten periode 1870-1980.
IJzeren blokgewichten van Nederlands model periode 1941-1980
IJzeren blokgewichten van het Internationale model periode vanaf 1967.
IJzeren bom gewichten in Nederland zeldzaam periode 1870-1912.
Voor metriek sluit- pijl- huisjesgewicht van brons of messing periode late middeleeuwen circa 1250 tot 1819.
Metriek sluit- pijl- huisjesgewicht van brons of messing periode tot 1820-1910.
Messing zeshoekige metrieke gewichten uit de Franse tijd periode 1812-1820.
Messing staafvormige metrieke gewichten uit de Franse tijd periode 1800 tot net na 1820.
Voor-metrieke bronzen- messing krukgewichten periode einde 16e eeuw tot en met 1819.
Voor-metriek, metriek gemaakt en metrieke bronzen messing krukgewichten periode 1820 - 1980.
Messing halve bolvorm (medicinaal pond) periode 1820-1871.
Bronzen- messing blokgewichten periode circa 1600 -1819.
Messing graangewichten behorend bij een korenschaal, periode tot circa 1900.
Messing of zinken knopgewichten periode 1820-1980.
Messing bakkerijgewichten periode 1948 tot circa 1980.
Messing- ijzeren of RVS gewichten van het internationale model,periode 1967 - heden.
Messing- aluminium- gouden- of platina fracties: greinen greinen, azen, karaat, milligram, periode tot heden.
Messing "Engelsen" vierkante plaatjes voor goud en zilverweging, periode eind 16e eeuw - 1820.
Messing of loden muntgewichten, voor het nawegen van munten, periode 13e eeuw begin 19e eeuw.
Messing medicinale gewichten (apothekersgewichten) in tekenvorm periode voor 1820.
Messing karaat gewichten voor het afwegen van edelstenen, periode tot circa 1980.
Stenen gewicht met metalen ring, periode tot 1820.
Historische eenheden Nederland
Lengtematen
Geografische mijl (de "mijl" van onze marine, ook "Duitsche mijl" genoemd) = 1/15 middelbare meridiaangraad = 4 "Engelsche zeemijlen" (minuutmijlen)
Onderlinge relaties: 1 km = 0.135 geografische mijl = 0.54 zeemijl; 1 uur gaans = 3/4 geografische mijl = 3 zeemijlen7407.4074 m
Kabellengte (marine) 225.00 m
Uur gaans = 1/20 middelbare graad = 5/9 myriameter
Koninklijk Besluit 10 juni 1863 (Staatsblad 69): 1 km = 0.18 uur gaans = 10 4/5 minuut gaans. De snelheid van het uur gaans komt overeen met 1.5432 m/s. Zie ook bij de vroegere maten.
N.B. Volgens de hier en elders voorgeschreven snelheden en lengten van de gewone militaire pas is de feitelijke afstand van een uur kleiner. Hier te lande volgens het exercitie-reglement der Infanterie 60 x 120 x 0.75 = 5400 m, terwijl voor enigszins lange marsen gerekend moet worden op 60 x 115 x 0.75 = 5175 m per uur 5555.556 m
Knoop (marine) 15.432 m
Vlaktematen
Vierkante geografische mijl 54369700 m2
Vierkante mijl van 1/20 graad (uur gaans) 30864200 m2
Inhoudsmaten
Scheepston (Registerton) 2830 dm3
Scheepston (binnenvaartuigen) 1 m3
Ton of Scheepston (niet wettelijk, benaming voor 1000 kg; bijvoorbeeld "1 scheepston steen" = 1000 kg steen)1000 kg
Scheepslast (niet wettelijk)2000 kg
Gewichten
Scheepston (niet wettelijk)1000 kg
Scheepslast (niet wettelijk)2000 kg
Ton waterverplaatsing (gewicht van schip + lading in tonnen van 1000 kg = m3 waterverplaatsing x soortelijk gewicht van zeewater)1015
Pond of Amsterdamsch pond (praktisch)0.5 kg
Oude lengtematen
Amsterdamsche el
Relatie: 1 m = 1.4535 Amsterdamsche el
Amsterdamsche ronde mast palm 9.55 cm
Amsterdamsche diameter palm (doorsnede van scheepsmasten) 3.0402 cm
Amsterdamsche voet = 11 duim = 1/13 (ook 1/16) roede 0.283133 m
Amsterdamsche roede (van 13 voet) 3.68 m
Amsterdamsche roede (van 16 voet) 4.53 m
Blooische voet = 12 duim = 1/12 roede van 3.617 m 0.301425
Brabantsche el = 16 tailes (OvV: lees: tailles) 0.69230 m
Brugsche el (te Amsterdam)0.70066 m
Delftsche el 0.68323 m
Deventer houtvoet of Friesche houtvoet = 12 duim = 11 3/8 Rijnlandsche duim 0.296 m
Drentsche voet = 1/16 veenroede = 1/14 landroede = 12 duim 0.29452 m
Drentsche veenroede 4.712 m
Drentsche landroede4.12 m
Drentsche veenstok = 1/40 dagwerk = 9 voet 2.65607 m
Drentsch dagwerk 106.24 m
Friesche houtvoet (zie Deventer houtvoet) = 1/12 of 1/14 of 1/16 Friesche roede 0.296 m
Friesche koningsvoet (1564) = 1/10 of 1/12 roede 0.326065 m
Friesche scheepsvoet = 12 duim van 2.36 cm 0.28379 m
Geldersche voet (verponding in 1776) = 10 duim = 1/14 roede 0.271947 m
Goesche el0 .69 m
Gooische voet = 1/12 roede van 3.51 m 0.292533 m
Graftsche voet of Schermerhornsche voet = 12 duim = 1/16 roede 0.286978 m
Groningsche voet = 12 duim = 1/14 roede 0.292197 m
Groningsche veenroede 4.395258 m
Groningsche torenmaat = 18 voet van 8 1/2 duim 5.47651 m
Haagsche el (sedert 1725 de Nederlandsche el) 0.694236 m
's Hertogenbossche el 0.685 m
Hondsbossche voet en Rijpsche voet = 12 duim = 1/12 roede 0.28523 m
Lekkendijksche voet = 10 duim = 1/18 roede 0.27970 m
Loosdrechtsche veenroede 3.8524 m
Maastrichtsche el = 16 taliën à 4.2 cm
Mastenbroeksche schacht (1533) = 19 voet 5.3795 m
Middelburgsche el 0.703 m
Mönkemaat (Moordijk bij Norden) voet 0.4676 m
Nijmeegsche roede (1743) = 14 voet van 10 duim 3.80726 m
Nijmeegsche el 0.682 m
Oostwolder roede en Termuntensche roede = 21 voet 6.14612 m
Oude Pekel-A, veenstok = 10 voet 3.071 m
Puttensche voet (dijkwerk) = 13 duim = 1/12 roede 0.33831 m
Rijnlandsche voet = 12 duim = 144 lijn = 1/12 of 1/16 roede
Bij besluit van de Koning van Holland van 18 februari 1808 werd de lengte van de Rijnlandsche voet vastgesteld op 0.3139465 m = 1/12 deel van de roede van Snellius (zoals gebruikt bij zijn graadmeting en zoals door Aeneae en De Gelder in 1807 werd geverifieerd). Van Swinden stelde de Rijnlandsche voet = 0.3138216 m.
In Pruisen (Duitsland) was de Rijnlandsche voet, die volgens het besluit van 16 mei 1816 de standaard was in Pruisen, een ijzeren maat die bij 13° Réaumur zijn ware lengte heeft van 139.13 Parijsche lijnen = 0.3138535 m. 0.313947 m
Sallandsche roede (onder andere in Mastenbroek) = 12 voet van 0.3775 m 4.530128 m
Schager Koggeroede: Westfriesche Zeedijk = 13 Amsterdamsche voet 3 1/2 duim 3.7708 m
Schager Koggeroede: Barsingerhornsche Zeedijk = 12 Amsterdamsche voet 3 1/2 duim 3.4877 m
Schager Koggeroede: Haringhuizersche Zeedijk = 12 Amsterdamsche voet 1 duim 3.4233 m
Schouwsche voet = 1/12 roede = 12 duim 0.310583
Stichtsche voet of Utrechtsche voet = 10 duim = 1/14 roede 0.26828 m
Stichtsche landmetersvoet of Stichtsche stadsvoet = 1/10 roede 0.37559 m
Texelsche dijkroede = 16 voet 5.2395 m
Twentsche kleine el 0.587 m
Zeeland: Dijkmaat (Duiveland, Beveland, Walcheren)
Puttensche roede = 12 voet 4.0687 m
Zuidbroek-veenroede = 14 voet 4.060 m
Zwolsche voet of Overijsselsche voet = 1/16 Rijnlandsche roede 0.23546 m
Kabellengte = 125 vadem van 6 Amsterdamsche voet 212.40 m
Kabellengte = 150 vadem van 6 Amsterdamsche voet 254.75 m
Kabellengte (thans officieel)225.00 mMijl (zeevaart) (Duitsche mijl of Geografische mijl) = 1/15 graad = 1966.21 Rijnlandsche roede = 4/3 uur gaans7407.407 m
Uur gaans = 1500 Rijnlandsche roede5651.046 m
Uur gaans (lieue) = 1327 Rijnlandsche roede
Afstandswijzer Code Napoleon, Besluit 18 augustus 18035000 m
Vadem = 6 voet (Rijnlandsch) 1.8837 m
Vadem = 6 voet (Amsterdamsch dieplood) 1.6988 m
Meer plaatselijk waren nog in gebruik de volgende lengtematen.
Plaatsroede
(aantal voeten) m
Abcoude 123.71
Akersloot 164.567
Alkmaar 123.356
Antwerpen 205.736
Arnhem 4.552
Barsingerhorn 123.403
Bergen 185.343
Breda 5.682
Castricum 185.202
Drechterland 123.921
Eindhoven 5.847
Emmikhoven 123.665
Geestmerambacht-buitensluis 123.839
Geestmerambacht-binnensluis 123.496
Gend 143.854
Gooiland 123.51
Gorinchem 123.918
Grave 3.918
Heilo 123.375's
Hertogenbosch 5.755
Huisduinen 124.789
Leerdam 3.798
Sint Maartensdijk 123.614
Niervaart 3.235 of 5.714
Noorderkogge 3.95
Prinsenland 3.734
Purmerend 123.956
Schoorl 185.343
Steenbergen 3.731
't land van Steyn 3.818
Strijen 4.081
Twenthe 4.709
Uitgeest 144.157
Valkoog 123.529
Veere 123.67
Vlissingen 3.617
't land van Voorne 123.912
Walcheren 3.602
Waterland 143.9
Westzaan 143.777
Wieringen 123.744
Willemstad 3.755
Winkel 3.446
Woerden 3.684
Zevenbergen 5.796
Zeevang 3.885
Zuid-Holland 123.956
Oude vlaktematen
1 vierkante meter (1 m2) = 1 centiare
Amsterdamsche maat = 500 roede2 6773.9 m2
Amsterdamsche morgen = 600 Amsterdamsche roede2 8128.66 m2
Amsterdamsche vierkante voet 0.081023 m2
Barsingerhorn morgen = 720 Barsingerhorn roede2 8311.454 m2
Blooische gemet (Beveland) = 300 roede2 3924 m2
Bredasche bunder = 4 hont = 8 loopense 12917 m2
Brielsche morgen = Voornsche morgen = 2 gemet = 600 roede2 9183.28 m2
Brugsche gemet 4423 m2
Drechterlandsche morgen = 600 roede2 9226 m2
Drentsche morgen (veenmaat) = 600 veenroede2 13329.34 m2
Drentsche morgen (landmaat) = 600 landroede2 10200.47 m2
Eindhovensche lopense = 50 roede2 179 m2
Friesche pondemaat = 5/4 mud = 1/2 koegang = 2 haid = 12 einsen = 240 penning = 240 koningsroede2 3674.36 m2
Geestmerambacht-binnensluis, Heer-Hugowaard, Loosdrecht, Ouddorp, Velsen, Wieringerwaard: morgen (landmaat) = 3 geers = 600 roede2 8798 m2
Geestmerambacht-buitensluis morgen = 720 roede2 8798 m2
Geldersche morgen = 600 Geldersche roede2 8697.14 m2
Gendsche gemet, Vlaamsche gemet = 300 roede2 4446 m2
Gooische morgen = 800 Gooische roede2 9357.77 m2
Groninger gras = 240 Groninger roede2 4016.6 m2
Groninger roede2 = 196 Groninger voet2 16.73 m2
Groninger deimat = 300 Groninger roede2 4997 m2
's Hertogenbossche morgen = 6 loopense = 300 roede2 9930 m2
Hondsbossche morgen = 800 Hondsbossche roede2 9371.90 m2
Limburg-Geldersche morgen = 150 roeden2 (à 16 voet) 3180 m2
Limburgsche Sint Lamberts voet2 0.0851 m2
Oost Friesche deimat: kamer (polders) = 400 Rijnlandse roede2 5673.71 m2
Oost Friesche deimat: moor (venen) = 450 Embder roede2 (à 16 voet) 9821.74 m2
Overijssel morgen (Zalland) = 600 Zallandsche roede2 12312.24 m2
Overijssel morgen (weiland) = 2 dagmaat = 800 turfroede2 5843.99 m2
Puttensche morgen, Overmaassche morgen = 2 gemet = 600 roede2 9889 m2
Rijnlandsche morgen = 2 gemet (dagmaaiens) = 6 hont = 600 Rijnlandse roede2 (à 12 voet)
Werd gebruikt in: De Beemster, Buren, Delftland, Haarlem, Kennemerland, Schieland, De Purmer, De Wormer. 8515.79 m2
Rijnlandsche roede2 (à 12 voet) 14.193 m2
Rijnlandsche roede2 (à 16 voet) = 256 Rijnlandsche voet2 25.23 m2
Rijnlandsche voet2 0.0986 m2
Schagensche morgen = 3 geers = 36 snees = 720 roede2 8340.0 m2
Schouwsche gemet = 300 Schouwsche roede2 4168.0 m2
Stichtsche morgen = Utrechtsche morgen = 600 roede2 (à 10 voet) 8464.07 m2
Texelsche morgen = 600 roede2 16471.72 m2
Velser morgen = 600 roede2 7798 m2
Vierkante mijl van 1/20 middelbare graad 30864200 m2
Vierkante geografische mijl van 1/15 middelbare graad 54863600 m2
Voornsche morgen = 2 gemet = 600 roede2 9183.28 m2
Waterlandsche morgen = 1 1/2 maat (deijmte) = 3 geers (gurzen) = 600 roede2 9126.0 m2
Meer plaatselijk waren nog in gebruik de volgende vlaktematen.
Plaats Eenheid roede2 m2
Abcoudemorgen 6008258
Akerslootmorgen 3607507
Alkmaarmorgen 6006756
Antwerpenbunder 40013161
Arnhemmorgen 60012432
Barsingerhornmorgen 7208311
Bergen, Petten, Callantsoogmorgen 3008563
Castricummorgen 3008117
Emmikhovenmorgen 6008059
Gorinchemmorgen 6008318
Graft, De Schermermorgen 3607730
Gravemorgen 6009211
Heilo, Limmenmorgen 6006833
Huisduinenmorgen 80018344
Leerdammorgen 6008653
Lekkendijkroede 125.35
Sint Maartensdijkgemet 3003917
Niedorpmorgen 7208446
Niervaartbunder 4004189
Niervaartbunder 40013059
NoorderKoggebunder 6009360
Otterdijkbunder 6007333
Prinsenlandgemet 3004183
Purmerendmorgen 6009389
Schoorlmorgen 3008563
Sommelsdijkgemet 3004051
Steenbergengemet 3004177
't land van Steynmorgen 6008744
Strijenmorgen 6009994
Twenthemorgen 60013306
Uitgeestmorgen 4808295
Valkoogmorgen 7208966
Venhuizenmorgen 7208798
Veeregemet 3004040
Vlissingengemet 2002616
Walcherengemet 3003891
Westzaanmorgen 6009018
Wieringenmorgen 6008410
Willemstadgemet 3004231
Winkelmorgen 7208551
Woerdenmorgen 6008141
Zeevangmorgen 6009056
Zevenbergenbunder 40013437
Zuid-Hollandmorgen 6009389
Zwollemorgen 60012345
Zijpemorgen (landmaat) 6007038
Oude inhoudsmaten
Amsterdamsche voet3 = 1331 duim3 22.69716 dm3
Amsterdamsche graanlast = 27 mud = 24 ton = 36 zak = 108 schepel 3003.91 dm3
Amsterdamsche schepel (korenmaat) = 4 1/4 spint (vierde vat) = 32 kop = 1653.24 Rijnlandsche duim3 = 1600 Amsterdamsche duim3 27.814 dm3
Amsterdamsche scheepslast = 125 Amsterdamsche voet3 2837.145 dm3
Amsterdamsche roggelast = 4250 Amsterdamsch pond 2097.883 kg
Amsterdamsch vat (wijnmaat) = 4 oxhoofd = 6 aam = 24 anker 931.34 dm3
Amsterdamsch anker (wijnmaat) = 2 steekan = 16 stoop = 32 kruik (mingel) = 64 pint = 256 mutsje = 44 gewone flessen 38.806 dm3
Amsterdamsche stoop 2.425375 dm3
Amsterdamsche steekan (brandewijn) = 2 1/2 viertel = 15 mingel 18.7598 dm3
Amsterdamsche waterton = 7 1/2 emmer = 90 mingel 110.565 dm3
Amsterdamsche waterton (bij waterwerken) = 6 Rijnlandsche voet3 185.5 dm3
Amsterdamsche aam (zaadolie) = 60 stoop = 120 mingel 145.522 dm3
Amsterdamsche hoed (kalk) = 8 ton = 64 kinnetjes = 960 kop 981.7 dm3
Amsterdamsche hoed (steenkolen) = 38 maat (à 1 1/2 steek) 1172.4 dm3
Amsterdamsch kinnetje biksteen = 8 kop 7.97 dm3
Amsterdamsche vadem (hout) = 36 Amsterdamsche voet2 (2.88 m2) x de lengte van het hout
Amsterdamsche riemduim = 1 Amsterdamsche duim2 x 1 Amsterdamsche voet lengte 0.188 dm3
Deventer last = 26 mud = 104 schepel = 416 spint = 3328 kop 3003.91 dm3
Dortsch last = 24 zak = 96 achtendeelen 3003.91 dm3
Dortsch last = 32 zak = 96 schepel = 384 spint 3003.91 dm3
Dortsch kit = Dortsch steekan = 1/16 ton 19.403 dm3
Dortsch traston (volgens Van Swinden) 121.4 dm3
Dortsch traston (Genie 1836)118.272 dm3
Friesch last = 36 loop (zak) = 2304 maat 3003.91 dm3
Geldersch last = 22 malder = 88 schepel = 352 spint 3003.91 dm3
Groninger last = 33 mud = 36 zak = 132 schepel = 528 spint 3003.91 dm3
Haagsch last = 28 zak = 84 schepel (agchel) = 336 spint = 2688 kop 3003.90 dm3
Maastrichts koord 2770.00 dm3
Nijmeegsch last = 18 malder (à 166.88 liter) 3003.81 dm3
Nijmeegsche kan = 2 mingel = 4 halfjes 1.391 dm3
Utrechtsche last = 33 1/3 zak = 100 schepel = 400 spint 3003.57 dm3
Walchersch last = 41 1/2 zak 3004.06 dm3
Zeeuwsch last = 38 2/3 zak = 154 2/3 maat 2886.36 dm3
Scheepslast (binnenlands)2837.145 dm3
Last (haring, zeestuks) = 14 ton 1694 dm3
Last (haring, verpakte) = 21 ton 1452 dm3
Aam (Rijnse wijn) = 20 viertel = 120 mingel (à 1.199 liter) 143.9 dm3
Hoed (steenkolen): zie Amsterdamsche hoed
1 hectoliter weegt 75-80 kg 1600 dm3
Rijnlandsche voet3 = 1728 duim3 (à 0.0179 dm3) 30.943 dm3
Rijnlandsche riemduim = 1 Rijnlandsche duim2 x 1 Rijnlandsche voet lengte 0.215 dm3
Amsterdamsche riemduim = 1 Amsterdamsche duim2 x 1 Amsterdamsche voet lengte 0.188 dm3
Schaft of Schacht aarde = 1 Rijnlandsche roede2, 1 voet diep 4455.8 dm3
Schaft of Schacht aarde = 1 Amsterdamsche roede2, 1 voet diep 3268.4 dm3
Steenkoolmaat: zie Amsterdamsche hoed en Hoed
Ton (biermaat) = 8 steenkan of Dortsche kit = 16 mingel (à 2 pint) 155.2 dm3
Ton (fruitmaat) = 34 vierde vat = 272 kop 243.1 dm3
Ton (haardas)1 m3Ton (turfmaat) 227 dm3
Ton (zeepmaat) = 93 mingel 111.16 dm3
Ton (scheepsmaat tot 1876) 1500 dm3
Vat (melkmaat) = 1 Amsterdamsch vat melk 29.04 dm3
Vat (olijfolie) = 717 mingelen wijnmaat 735 dm3
Vat (zoutmaat) = 2 zak = 4 schepel (achel) = 2698.13 Amsterdamsche duim3 184.04 dm3
Meer plaatselijk waren nog in gebruik de volgende graanmaten:
Plaats1 last =
Alkmaar 36 zak
Amersfoort 16 mud
Amsterdam 27 mud
Amsterdam 36 zak
Antwerpen 37 1/2 viertel
Arnhem 22 mud
Borculo 25 mud
Bordeaux 38 viertel
Breda 33 1/2 zak (viertel)
Brielle 38 1/2 zak
Brussel 33 1/2 zak (viertel)
Delft 29 zak
Deventer 26 mud
Doesburgh 22 mud
Dordrecht 32 zak en 24 vat (zak)
Duinkerken 24 rasier
Duiveland 37 1/2 zak
Edam 27 mud
Edam 36 zak
Elburg 24 mud
Enkhuizen 22 mud
Enkhuizen 44 zak
Enschedé 21 1/2 mud
Friesland 36 loop of looper
Gelderland 22 mud
Gent 36 halster
Goes 37 1/2 zak
Gouda 28 zak
Groningen 33 mud
Groningen 36 zak
Haarlem 38 zak
's Hage 28 zak
Harderwijk 22 1/2 mud
Hattem 22 1/2 mud
Hoorn 22 mud
Hoorn 44 zak
Kampen 27 mud
Kampen 36 zak
Kleef 18 mud (malder)
Kuinder 24 mud
Leiden 44 zak
Meppel 25 mud
Middelburg 41 1/2 zak
Monnikendam 27 mud
Monnikendam 36 zak
Muiden 22 mud
Muiden 44 zak
Naarden 22 mud
Naarden 44 zak
Nijmegen 18 mud (malder)
Purmerend 27 mud
Purmerend 36 zak
Rotterdam 29 zak
Rouaan 38 viertel
Steenwijk 24 mud
Tholen 37 1/2 zak
Tiel 21 mud
Twenthe 22 1/2 mud
Utrecht 25 mud
Utrecht 33 1/3 zak
Veere 39 1/2 zak
Vlissingen 39 1/2 zak
Vollenhove 22 mud
Walcheren 41 1/2 zak
Weesp 22 mud
Weesp 44 zak
Zaandam 27 mud
Zeeland (algemeen) 38 2/3 zak
Zierikzee 37 1/2 zak
Zutphen 18 zak
Zutphen 27 mud
Zwartsluis 22 mud
Zwolle 25 mud
Algemeen; uitzonderingen aangegeven:
Mud (mudde of molder)4 schepel
Zak 3 schepel Zutphensche
zak 6 schepel
Schepel 4 vierde-vat (spint of takel)
Vierde-vat 8 kop
Achel (achtste)16 maten
Leiden: 1/2 zak
Achtste deel Rotterdam: 1/3 zak
Dordt: 1/4 zak (1/96 last)
Hoed Dordt: 1/4 last
Delft, Rotterdam: 42 schepel
Gorinchem: ruim 1/2 last
Ton Friesland: 1/2 looper of zak
Molter Munsterland: 1/10 last
Houtmaten van eikenhout: kuiphout, duigen en bodemstukken van verschillende afmetingen:
De grootste: 84 cm lang, 10.5 cm breed, 2.5 cm dik
De kleinste: 23 cm lang, 8 cm breed, 1 cm dik
Hout1 voer =omtreklengte Speken 104 stuks 55 cm elk 63 cm
Honderdhout 1040 stuks 28.5 cm elk 47 cm
Klossen 1040 stuks 47 cm elk31.5 cm
Talhout 101 stuks 39.5 cm elk 86.5 cm
Zutphensch duizendhout 1011 stuks 70.5 cm per 1070.5 cm (202 worp van 5 houten)
Zutphensche bossen 104 stuks 70.5 cm elk 70.5 cm
Deventer duizendhout 1011 stuks 66.5 cm per 1066.5 cm
Deventer bossen 104 stuks 66.5 cm elk 66.5 cm
Oude gewichten
Amsterdamsch pond (waaggewicht) = Trooisch pond + 40 aas = 16 once = 32 lood = 320 engels = 10240 aas 0.4940904 kg
Amsterdamsche once 30.88 g
Amsterdamsch lood 15.44 g
Amsterdamsch aas 48 mg
Amsterdamsch karaatgewicht 205.7 mg
Antwerpsch pond = Delftsch pond = 32 lood 0.469385 kg
Haagsch pond = 32 lood = 128 wichtje = 512 vierde wichtje 0.469728 kg
Keulsch pond (sinds 1705) = 2 mark = 16 once = 128 quentin = 512 pfennig 0.467729 kg
Koehooi (Beemster)5000 kg
Medicinaal pond * (tot 1 januari 1872) = 3/4 Trooisch pond = 12 once = 96 drachma = 288 scrupel = 5760 grein 0.369126 kg
Medicinaal pond * (sedert 1817) met dezelfde onderverdeling 0.375 kg
Medicinale once 30.7605 g
Medicinaal drachma 3.845 g
Medicinale scrupel 1.282 g
Medicinale grein 64 mg
Mest (Groninger scheepsvracht) = 10 last 17700 kg
Mud boomeek 70 kg
Mud akkereek 68 kg
Mud gehakte eek 65 kg
Mud gemalen eek 60 kg
Voer (eek) (Veluwe) ( vermoedelijk 800 kg)
Nijmeegsch pond = 32 lood 0.47056 kg
Roggelast = 4250 Amsterdamsch pond 2099.883 kg
Scheepslast = 4000 Amsterdamsch pond = 2 zeeton (à 988.18 kg) 1976.362 kg
Schipponnd (vlas) = 3000 Amsterdamsch pond = 20 Lijspond = 37 1/2 steen 148.227 kg
Lijspond 7.4114 kg
Steen = 8 (ook wel 6) Amsterdamsch pond 3.9527 kg
Steen (Noord-Brabant) 3 kg
Steen (Rotterdam) 2.3 kg
Bundel (Groningen) 3.2 kg
Trooisch pond = 2 mark = 16 once = 320 engels = 10240 aas 0.4921677 kg
Mark (Trooisch) 246.08 g
Once (Trooisch) 30.76 g
Engels (Trooisch) 1.538 g
Aas (Trooisch) 48 mg
Trooisch essaaigewicht:
Mark
voor goud = 24 karaat (à 12 grein)
voor zilver = 12 penning (à 24 grein) 0.246084 kg
Karaat (Trooisch essaaigewicht) 10.253 g
Penning (Trooisch essaaigewicht) 20.506 g
Grein (Trooisch essaaigewicht) 0.85 g
Trooisch gehalte fijn: als Trooisch essaaigewicht
Trooisch juweliersgewicht: once = 150 karaat (à 205 mg) 30.76 g
Vierdevat (boter) = 2 achtel 40 kg
Poolpond (graan) 0.6 kg