Kamp Nieuwersluis

Kamp Nieuwersluis

 

Nieuwersluis

 

geen gegevens

 

Kamp Nieuwersluis te Nieuwersluis was een Bewarings- en verblijfskamp van 1946-1951 gevestigd in het Fort Nieuwersluis. Fort Nieuwersluis werd ook gebruikt als kamp voor Nederlandse dienstweigeraars tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd.

 

De Koning Willem III kazerne was lange tijd een militaire strafinrichting voor de drie krijgsmachtdelen en stond bekend als Depot voor Discipline of simpelweg als Nieuwersluis. In de tekst zal gesproken worden over kazerne, en alleen over Depot als dit toepasselijk is.

De militaire gevangenis in Nieuwersluis hield in mei 1999 op te bestaan en werd overgeplaatst naar de Majoor Mulderkazerne te Stroe. De kazerne was al in 1997 overgedragen aan de Dienst Justitiële Inrichtingen die er een vrouwengevangenis vestigde, Defensie huurde er tot hun vertrek naar Stroe celruimte.

 

Sinds de overname door Justitie is een groot deel van de kazernegebouwen gesloopt om ruimte te maken voor vier grote nieuwe gebouwen. Het voormalige hoofdgebouw, de vroegere Pupillenschool langs het Zandpad en de twee paviljoens  B en D, vormen een carré met hierop de parkeerplaatsen van de gevangenis. Buiten dit carré zijn rechts naast het hoofdgebouw  drie nieuwe gebouwen met cellen opgetrokken op de plaats van het vroegere P- paviljoen en de gebouwen van de materieeldienst. Links naast het hoofdgebouw op de plaats van paviljoen R is het vierde nieuwe gebouw opgetrokken, dat multifunctioneel is.

 

Geschiedenis

 

 

Hoofdgebouw. (foto: historische kring gemeente Loenen)

 

Nieuwersluis was een vesting-stadje tot de bouw van Fort Nieuwersluis dat tot de Nieuwe Hollandse Waterlinie behoort. Van 1877 tot 1881 werd aan de oostzijde van het fort op de andere oever van de Vecht de Koning Willem III kazerne gebouwd, waarbij grote delen van de voormalige vesting werden verwijderd. De kazerne was bedoeld voor opleidingen en bevatte daartoe een speciaal instituut, de Pupillenschool, ten behoeve van jongens van tien tot zestien jaar wiens vader bij voorkeur een verdienstelijk beroepsmilitair was met een rang lager dan officier. Een andere omschrijving van de achtergrond van de pupillen rept van jongens van behoeftige ouders. De school kon maximaal 250 leerlingen opleiden in algemene vakken als schrijven, rekenen en geschiedenis, maar ook vakken als kennis van de militaire reglementen, exercitie, schermen, gymnastiek en zelfs schaatsrijden. Voor hun 16e jaar verlieten de jongens de school en gingen dan naar het Instructie Bataljon (infanterie) of de Artillerie Instructie Compagnie. De school sloot in 1896.

 

In de jaren hierna tot 1922 kende het complex een regelmatig wisselende bezetting van militaire eenheden. In 1922 werd er een strafinrichting voor militairen gevestigd, het Depot, en tevens het opleidingsinstituut voor het Korps Politietroepen.

Van 1940 tot 1945 huisvestte de kazerne ondermeer de Opleidingsschool Marechaussee. Andere gebruikers waren een direct gevolg van de bezetting van Nederland. Zo was er de Arbeidsdienst gevestigd, het Rijks Opvoedingsgesticht en Tuchtschool en er werden Nederlanders (uit het verzet) gevangen gezet in het Centraal Bewaringskamp Politieke Gevangenen.

 

Na de oorlog werd er in september 1946 het Depot en Detentiekamp met een straf- en tuchtklasse gevestigd ten bate van detentie van degenen die een beroep op de dienstweigeringswet hadden gedaan om niet naar Nederlands-Indië uitgezonden te worden. Ook werden er militairen opgesloten (citaat) “wiens aanwezigheid bij de troep ongewenst was of een gevaar kon opleveren dan wel schade voor de geest van de troep kon berokkenen.”

 

In 1950 werd de naam veranderd in Depot voor Discipline. Het Depot was de enige militaire strafinrichting in Nederland en was bedoeld voor de drie krijgsmachtdelen. Nieuwersluis was de te vermijden plek voor vooral dienstplichtig militairen. Wat moest men gedaan hebben om tot Nieuwersluis veroordeeld te worden? Veel voorkomende vergrijpen waren drank gecombineerd met rijden en onwettige afwezigheid. Maar ook diefstal, desertie en geweldsmisdrijven. Dit moest bestraft zijn met een vrijheidsstraf van ten hoogste zes maanden.

Afhankelijk van de strafduur en rang werd men in één der paviljoens geplaatst. Een tijdlang werden ook principiële dienstweigeraars in afwachting van hun beroep op de Wet Gewetensbezwaren Militaire Dienst in Nieuwersluis opgesloten. Afhankelijk van de rang volgde men een dagprogramma. Soldaten en korporaals volgden een militair lessenpakket inclusief sport, marsen en roeien. Onderofficieren tot en met sergeant-majoor moesten voornamelijk voorschriften wijzigen, gestrafte officieren moesten aan een taak werken die zij van hun onderdeel hadden meegekregen. Een voormalig militair bewaarder noemde het systeem klassegevoelig. Onderofficieren en officieren die er vanwege ernstige misdrijven zaten zoals dood door schuld, verkrachting, pedofilie, ondergingen een lichter regime dan soldaten die er voor een relatief licht vergrijp als ongeoorloofde afwezigheid zaten. Was het verblijf op het Depot al geen pretje, de gestrafte dienstplichtigen moesten ook nadienen. De duur van de straf werd bij de diensttijd opgeteld.

 

In 1981 werd de naam van het Depot gewijzigd in Militair Penitentiair Centrum. De kazerne werd in 1997 overgedragen aan Justitie, waarna er nog twee jaar celruimte werd gehuurd, daarna volgde verhuizing van de militaire strafinrichting naar Stroe. Vanaf toen was Nieuwersluis één van de vier voor vrouwen bedoelde penitentiaire inrichtingen in Nederland. In tegenstelling met het zware regime onder militair gezag schijnt internering er niet tegen te vallen aldus een berichtje van een gestrafte vrouw op internet. Ze omschreef haar verblijf daar in haast lovende bewoordingen.

 

De naamgever

 

Willem Alexander Paul Frederik Lodewijk, de latere koning Willem III, werd op 19 februari 1817 in Brussel geboren. Al tijdens zijn kindertijd was hij berucht om zijn bruut en onbehouwen gedrag en ontbeerde hij ieder inlevingsvermogen. Hij zou tijdens zijn koningschap zelfs de bijnaam Koning Gorilla verwerven. Hij had een slecht huwelijk waaruit drie zoons voortkwamen die hij alle drie zou overleven, evenals hun moeder.

Toen zijn vader Koning Willem II in 1849 onverwacht overleed was Willem in Engeland waar hij zijn minnares bezocht na achterlating van speelschulden in Nederland. Hij besteeg de troon met weinig zin. De onder zijn vader in 1848 ingevoerde grondwet beknotte de macht van de koning, zeer tegen de zin van Willem. Anderhalve week na de troonsbestijging had hij al ruzie met zijn ministers. Hij beval zelfs executie van ministers en ambtenaren. Vooral de ministers van Oorlog hadden het zwaar met zijn bemoeienissen, Willem III wenste zijn historische rol als opperkrijgsheer uit te voeren.

Toen zijn vrouw overleed moest hij op zoek naar een opvolgster om een troonopvolger te verwekken vanwege de grote kans dat zijn zoons zonder nageslacht zouden blijven. Hij hertrouwde uiteindelijk op 61-jarige leeftijd met de 20-jarige Emma van Waldeck-Pyrmont met wie hij een dochter ( Wilhelmina) kreeg.

Zijn gezondheid ging in het najaar van 1888 sterk achteruit. Hij trok zich terug  op paleis Het Loo te Apeldoorn waar hij na een ziekbed op 23 november 1890 overleed.

 

 

Het kazernehoofdgebouw met drie korte achtervleugels is te typeren als een gebouw van het lineaire type. Samen de Pupillenschool is het qua bouwstijl als eclectisch te omschrijven, met kenmerken van zowel neo-renaissance als neo-classisisme. Een viertal Eerst aanwezend ingenieurs van de geniekring Naarden was verantwoordelijk voor de ontwerpen van de diverse gebouwen. Dit waren: W.K.T. Egter, L.J. Hielen, W.J. Rahder en G.L. Kepper.

Tot het oorspronkelijke complex behoorden het kazernehoofdgebouw, de Pupillenschool, twee exercitieloodsen, een ziekenbarak, een directeurswoning, een onderwijzerswoning en een blok van vier onderofficierswoningen (Zandpad 6-9). Op de onderwijzerswoning na allemaal nog aanwezig en met de status van rijksmonument.Latere bebouwing uit de militaire periode is afgebroken ten bate van de nieuwbouw voor de vrouwengevangenis.