Kamp Patersklooster

Kamp Patersklooster

 

Eijsden 

 

In het begin van de 20e eeuw werden de Capucijnen vanwege het antiklerikalisme verdreven uit Frankrijk. Ze zijn toen onder andere in Zuid-Nederland terecht gekomen, waar ze in Eijsden een klooster hebben gebouwd.

In het klooster werd een filisoficum (grootseminarie) gevestigd.
Tengevolge van de Eerste Wereldoorlog nam het aantal leerlingen (voornamelijk Belgen) sterk af.
In aanloop naar de Tweede Wereldoorlog moest een aantal van de internationale leerlingen terug naar eigen land, onder de wapenen.

Tijdens de eerste jaren van de Tweede Wereldoorlog werd door de kloostergemeenschap hulp geboden aan vluchtelingen. Dit totdat een aantal kloosterlingen door de Duitsers eind 1942 werd opgepakt.

Einde kloostergemeenschap Capucijnen in Breust.

Het Capucijnenklooster werd opleidingsinstituut voor de NSB 1943-1944.

Het kloosterkerkhof werd ontruimd en de overleden Capucijnen werden herbegraven in een graftombe op de begraafplaats aan de Groenstraat.

Na de bevrijding van Eijsden werd het kloostercomplex korte tijd verblijfplaats voor de Amerikaanse soldaten 1944-1945.

Het Capucijnenklooster werd gezellenhuis voor Poolse gastarbeiders werkzaam bij de Staatsmijnen 1947-1951.

 

Tussen 1951 en 1961 was het klooster een opvanghuis voor Molukkers.

Nadat in de jaren 60 van de vorige eeuw een poging was ondernomen om een filmstudio te vestigen in het klooster werd dit voor een groot gedeelte verwoest door een brand in juli 1978.
In 1985 is het restant gesloopt, nadat het terrein in de jaren daarvoor nog als woonwagenkamp is gebruikt.