Namenlijst Gemeentelijke begraafplaats annex Joodse begraafplaats Harlingen

In de stad ligt stadsbegraafplaats, aan de Begraafplaatslaan. Harlingen kreeg rond 1865 een begraafplaats buiten de stad er zijn ook nog twee kerkhoven binnen de stad te vinden, bij de Grote kerk en de Westerkerk. 

 

In het kadastrale register van 1832 wordt ene Sikke Dirks Bleeker nog als eigenaar van de nieuwe begraafplaats vermeld. Dat wijst er misschien op dat de begraafplaats destijds nog geen gemeentelijk bezit was. Uit andere bronnen komt naar voren dat Harlingen de begraafplaats rond 1834 in bezit kreeg. Dat laatste strookt ook met de dateringen op de vele grafmonumenten die in het voorjaar van 2003 gevonden werden bij ruimingswerkzaamheden van het oudste veld op de begraafplaats. Veel grafmonumenten dateren uit de jaren dertig van de negentiende eeuw. Niet lang na 1834 zal de begraafplaats ook voorzien zijn van het fraaie smeedijzeren toegangshek en het lijkenhuisje.

 

In de loop van de negentiende eeuw kregen ook de Joden de beschikking over een eigen begraafplaats op een afgeschermd deel van de algemene begraafplaats. De oude Joodse dodenakker lag langs de stadsmuur aan de Willemskade, nabij de Westerkerk. Deze begraafplaats dateerde waarschijnlijk van halverwege de achttiende de eeuw. Aan de Begraafplaatslaan werd in 1869 een nieuwe Joodse begraafplaats aangelegd. De oude werd in 1870 gesloten. De nieuwe Joodse begraafplaats werd in 1909 met een klein gedeelte uitgebreid. Toen werd de begraafplaats ook voorzien van een metaheerhuisje en een muur met daarop een ijzeren hek. In 1953 zijn hier de stoffelijke resten herbegraven van de oude begraafplaats bij de Willemskade omdat die werd afgegraven bij de herinrichting van het haventerrein.

Aan de noordzijde, tegen het Van Harinxmakanaal, is de begraafplaats in 1959 en 1973 verder uitgebreid om te kunnen voorzien in de benodigde grafcapaciteit. Op de dam staat een gietijzeren toegangshek. Dit hek dateert uit de tijd dat de begraafplaats werd aangelegd en is voorzien van kenmerkende negentiende-eeuwse doodssymbolen, zoals omgekeerde fakkels, staartbijtende slangen, zandlopers en vlinders. 

 

Aan rechterzijde van het lijkenhuisje liggen geallieerde oorlogsgraven. Hier liggen 45 geïdentificeerde en 22 onbekende soldaten. Naast Britten liggen er ook enkele Belgen en Polen.

 

Verder achter op de begraafplaats tussen de vele grafmonumenten bevinden zich enkele zeer fraaie, zoals het grafmonument met de engeltjes. Dit grafmonument ter herinnering aan Josina Wilhelmina Scheuer-Braams rond 1880 vervaardigd.