We zullen dit altijd herinneren en niet vergeten.
Joodse oorlogsslachtoffers SJOA
Laten we hen niet vergeten !!!
101.465 achternamen van Joodse oorlogsslachtoffers SJOA op alfabetische volgorde
Geen namen van Joodse oorlogsslachtoffers bekend, welke begint met beginletter X
Auschwitz, Bergen-Belsen, Dachau… Vrijwel iedereen kent de namen van de meest beruchte concentratiekampen uit de Tweede Wereldoorlog. Maar ze zijn slechts de top van een gruwelijke ijsberg. Het blijken er meer dan 42.500 te zijn geweest. Maar ‘nazi-kamp’ krijgt daarbij wel een heel brede definitie.
Getto’s en krijgsgevangenenkampen
Dit schokkend hoge aantal is te verklaren door de ruime definitie voor ‘kampen’ hanteren. Nazi-Duitsland telde zes grote vernietigingskampen
(Auschwitz Birkenau, Sobibór, Treblinka, Majdanek, Belzec en Chełmno) en een handvol grote concentratie- en werkkampen met namen als Buchenwald, Bergen-Belsen (waar Anne Frank omkwam) en Mauthausen.
Maar daarnaast bestonden er veel meer kampen en kampjes, variërend van massale kampen voor dwangarbeid in fabrieken tot een klein groepje Joodse gevangenen die onder bewaking het huis van een hoge nazi aan kant moesten houden. Er zaten Joden maar ook andere minderheden gevangen. Verder zijn ook de talloze overvolle getto’s, afgesloten stadsdelen voor joden, in Oost-Europa
Zo’n 30.000 werkkampen, 1150 getto’s, 980 concentratiekampen en zeker 500 Wehrmacht-bordelen met sexslaven voor Duitse soldaten. Daarnaast bestonden er duizenden plaatsen waar gedwongen abortussen werden verricht of medische experimenten werden gedaan. Ook het bestaan van meer dan 1000 krijgsgevangenenkampen. In sommige gevallen ging het om niet meer dan een prikkeldraadomheining waarbinnen gevangenen werden achtergelaten om van de honger om te komen.
Maar er bestonden ook Joodse werkkampen in het noorden en oosten van Nederland. En er waren ook hier Wehrmacht-bordelen, maar die werden na een paar weken weer opgedoekt door gebrek aan klandizie.
“Ook was al bekend dat vrijwel elke Duitse stad wel een fabriek had waar dwangarbeid werd verricht. En die hadden ook wel een barak waar arbeiders in onder gebracht werden. Moet je die allemaal als ‘slave labor camp’ meetellen? Dat is niet helemaal duidelijk. Maar dit soort informatie zat voorheen allemaal verstopt in allerlei boeken en artikelen enzovoort. Het is voor het overzicht wel goed dat het nu eens bij elkaar gebracht wordt. Hier en daar zullen nieuwe getto’s ontdekt zijn maar het totaalplaatje is al wel zo’n beetje bekend
“De nazi’s bouwden voor ongeveer elke gelegenheid een kamp. We hebben ook duizenden kampen ontdekt voor heel andere doeleinden. Om de bevolking te beschermen tegen luchtaanvallen of om onderdak te bieden aan Duitse werknemers die autobanen aanlegden.
“Alleen al in Berlijn waren zo’n 3000 kampen. Het bijzonder grote aantal bevestigt dat de meeste Duitsers van het bestaan van werk- en concentratiekampen moeten hebben geweten. Maar dat zegt niet dat ze ook altijd het systeem erachter of de vreselijke omstandigheden in de kampen zullen hebben begrepen.
Enig uitleg
Met het begrip concentratiekamp worden in het spraakgebruik vaak verschillende zaken aangeduid: vernietigingskamp, werkkamp, interneringskamp, reserveringskamp, verzamel- en doorgangskampen, die elk een andere bestaansgrond hebben en die soms in elkaar overlopen.
Vernietigingskampen
Vernietigingskampen hebben het doden van mensen tot doel. Een ongeëvenaard voorbeeld zijn de tussen 1941 en 1942 gebouwde vernietigingskampen tijdens het Duitse nationaalsocialisme, zoals Sobibór en Treblinka. Het doel van deze kampen was het zo snel mogelijk en grootschalig doden op welhaast industriële wijze, van wat de nazi's untermenschen ('minderwaardigen', voornamelijk Joden, maar bijvoorbeeld ook Roma, Sinti en mensen van Slavische afkomst) noemden, met name door middel van gifgas. Degenen die er arriveerden werden direct gedood, op enkele uitzonderingen na (het Sonderkommando), die in leven werden gehouden om werkzaamheden te verrichten (zoals het sorteren van kleding en het bedienen van de crematieovens). Uiteindelijk was ook het Sonderkommando ten dode opgeschreven.
Werkkampen
In werkkampen waren jonge en sterke gevangenen bestemd als dwangarbeiders, onder andere voor de grote fabriekscomplexen die bij deze kampen aanwezig waren. Dit waren meest bedrijven die aan het leger leverden zoals IG Farben dat bij bv. Auschwitz grote productieafdelingen gevestigd had. De werk- en leefomstandigheden hierin waren overigens niet veel beter dan in de kampen zelf. Ook hier was het dodental enorm als gevolg van de vaak levensgevaarlijke werkomstandigheden, slechte verzorging en de willekeur van de bewakers.
De werkkampen waren in verschillende categorieën ingedeeld. In categorie één zaten relatief milde kampen als Dachau en Buchenwald, terwijl in categorie drie kampen zaten als Groß-Rosen, Natzweiler-Struthof en Mauthausen. Tot september 1942 verschilde de situatie in Groß-Rosen voor Joden, Polen en politieke gevangenen weinig van die in een vernietigingskamp. Voor hen was de gemiddelde overlevingstijd twee à drie maanden en maximaal een half jaar. Zij die door toeval Groß-Rosen toch overleefden vonden Dachau een hemel op aarde.
Inzittenden stierven vaak als gevolg van zware dwangarbeid, ondervoeding en ziekte. Ook pleegden sommige gevangenen die het kampbestaan niet meer aankonden zelfmoord. Sommige gevangenen werden geselecteerd voor medisch 'wetenschappelijk onderzoek' wat meestal uitliep op een gruwelijke dood voor de 'proefpersoon'. Berucht was de arts Josef Mengele, die zelfs kinderen gebruikte voor zijn experimenten.
In Nederland was Kamp Vught gedurende de oorlog behalve concentratiekamp en doorvoerkamp ook tijdelijk een werkkamp.
Interneringskampen
In interneringskampen staat de controle op politieke tegenstanders of politiek onbetrouwbaar geachte bevolkingsgroepen centraal. Krijgsgevangenenkampen zijn eveneens interneringskampen, waarbij echter steeds internationaalrechtelijke normen dienen te worden nageleefd.[1]
In Nederland was Kamp Schoorl gedurende korte tijd een interneringskamp voor achtereenvolgens buitenlanders, Joden en communisten, alvorens de Duitsers hen naar concentratiekampen doorstuurden.
Reserveringskampen
Reserveringskampen zijn kampen die niet bedoeld zijn voor het doden of de internering van mensen, maar worden gebouwd om mensen te 'reserveren' om met hen een ander doel te bereiken. In de Tweede Wereldoorlog werden in de reserveringskampen Joden geplaatst die volgens de bezetter een speciale betekenis hadden voor de maatschappij, zoals ex-militairen en kunstenaars. De goed behandelde joden kunnen in deze relatief aantrekkelijke kampen een rol spelen in bijvoorbeeld propagandafilms, zoals in Theresienstadt gebeurt.
Verzamel- en doorgangskampen
Verzamel- en doorgangskampen zijn, meestal kleine, kampen die worden gebouwd om mensen te verzamelen en te sorteren om ze vervolgens door te sturen naar andere, vaak grotere kampen. In de Tweede Wereldoorlog werden in de doorgangskampen mensen verzameld die dagelijks opgepakt werden om ze vervolgens, vaak wekelijks, per goederentrein af te voeren naar de diverse werk- en vernietigingskampen. Voorbeelden van verzamel- en doorgangskampen uit de Tweede Wereldoorlog zijn Kamp Westerbork en Kamp Amersfoort in Nederland, Kamp Mechelen in België en Kamp Drancy in Frankrijk.
In januari 1942 werd de Wannseeconferentie gehouden; hierin werd door de leden van de SS besloten tot een vernietiging van de Joden. Kort hierna begon de bouw van de vernietigingskampen. Drie van deze kampen – Bełżec, Sobibór en Treblinka - maakten onderdeel uit van Aktion Reinhard, een geheim programma van nazi-Duitsland om het grootste deel van de Poolse Joden te executeren. Deze operatie kan worden gezien als het begin van de dodelijkste fase van de Holocaust omdat de eerste vernietigingskampen werden gecreëerd. Hieronder een lijst van de vijf dodelijkste naziconcentratiekampen in Polen uit deze vreselijke periode.
Auschwitz-Birkenau
De ergste en meest bekende verzameling van concentratie- en vernietigingskampen is Auschwitz-Birkenau. Auschwitz I begon als een kamp voor krijgsgevangen. Na de Wannseeconferentie begonnen de Duitsers met de bouw van grote crematoria en werd het kamp een vernietigingskamp met als doel het uitroeien van de Joden, andere etnische minderheden en politieke gevangenen. Omdat Auschwitz I niet groot genoeg was, werd het kamp uitgebreid en werden er extra nevenkampen gebouwd: Auschwitz II-Birkenau en Auschwitz III-Monowitz. Ongeveer 1,1 miljoen personen werden vermoord waarvan het grootste deel werd vergast. Naast de moordpartijen deden de Nazi’s hier ook veel afschuwelijke medische experimenten op de gevangenen.
Treblinka
Treblinka bestond uit twee Duitse concentratiekampen: Treblinka I als werkkamp en Treblinka II als vernietigingskamp. Op Auschwitz-Birkenau na vielen hier de meeste slachtoffers: 900.000 mensen werden omgebracht. De personen werden getransporteerd in treinen met veewagons en bij aankomst werden ze verteld dat ze moesten douchen om hygiënische redenen. Ze werden echter de gaskamers binnen geleid en vrijwel meteen vermoord. Treblinka was het toneel van een gewapende verzetsactie. Een groep gevangenen had zich in een verzetsbeweging georganiseerd en wist op een onbewaakt moment toegang te krijgen tot de wapenkamer. De SS’ers die de wacht hielden, waren gaan zwemmen. De opstandelingen beschoten de kampbewakers en probeerden te ontsnappen. Het grootste deel van de ontsnapte mensen werd echter door de bewakers op de wachttorens doodgeschoten.
Bełżec
Bełżec was het eerste Duitse vernietigingskamp dat tijdens de Holocaust in Polen werd opgezet. Het kamp opereerde van 17 maart 1942 tot het einde van hetzelfde jaar. Bełżec lag op de grens van twee districten, Lublin en Galicië. Deze locatie was gunstig, zo konden uit beide districten Joden naar het kamp worden getransporteerd. Het geschatte aantal slachtoffers loopt uiteen van 430.000 tot 500.000 Joden. Daarmee is dit het derde kamp in de lijst van de ergste vernietigingskapen. Van slechts zeven personen is bekend dat ze het kamp hebben overleefd.
Sobibór
Van april 1942 tot november 1943 werd dit kamp gebruikt als vernietigingskamp. Ten minste 170.165 personen –voornamelijk Joden - werden naar het kamp gedeporteerd, waarvan het grootste deel werd vermoord. Dit is het enige kamp in deze lijst dat niet bestond uit een verzameling nevenkampen. Dit kamp diende voor het zo snel mogelijk uitroeien van de gevangenen; vaak stierven de gearriveerde personen nog dezelfde dag. In oktober 1943 werd een opstand georganiseerd door een verzetsgroep, zo’n driehonderd mensen wisten te ontsnappen uit het kamp. De meesten vonden echter alsnog de dood tijdens de klopjacht die volgde op de ontsnapping.
Majdanek
In juli 1941 ging het concentratie- en vernietigingskamp Majdanek , vlakbij Lublin, open. Heinrich Himmler, leider van de SS en de NSDAP, was de opdrachtgever voor de bouw van dit kamp. In eerste instantie was het kamp bedoeld voor krijgsgevangenen; 5000 Russische soldaten werden in het najaar van 1941 naar het kamp gedeporteerd. De volgende mensen die arriveerden bij het kamp waren echter Poolse Joden, grotendeels afkomstig uit Lublin en omgeving. Een jaar later, de herfst van 1942, diende het kamp als vernietigingskamp voor Joden. Het is niet bekend hoeveel mensen er in Majdanek om het leven zijn gekomen. Onderzoekers schatten het aantal doden op ten minste 78.000 waarvan 59.000 Joden. Een groot aantal, bijna een vierde van de slachtoffers, vonden de dood op één dag: 3 november 1943. Er waren in het najaar opstanden en ontsnappingspogingen geweest door verzetsgroepen in Sobibór en Treblinka. Uit angst dat er nog meer rumoer zou komen besloten de nazi’s op één dag 16.000 tot 18.000 Joden dood te schieten als vergelding voor de opstanden. Deze slachtpartij maakte deel uit van een massamoordprogramma, genaamd Aktion Erntefest, die ook in opdracht van Himmler was opgezet. In totaal werden er tijdens deze operatie op 3 en 4 november 1943 meer dan 43.000 Joden vermoord.
De Joodse werkkampen in Nederland waren in de beginjaren tijdens de Tweede Wereldoorlog werkkampen verspreid over Nederland van waaruit werkloze Joden buitenarbeid verrichten. Uiteindelijk bleken de kampen doorgangskampen voor deportatie van deze Joden. In de nacht van 2 op 3 oktober 1942, tijdens de laatste dag van Soekot of het Loofhuttenfeest, werden de Joden uit de meeste van deze kampen gehaald. Ze werden met het voorwendsel van gezinshereniging via kamp Westerbork naar vernietigingskampen vervoerd.
Voorgeschiedenis
In de jaren dertig zette de Nederlandse regering werkkampen voor uitkeringsgerechtigde werklozen op. Deze werklozen moesten daar werken teneinde recht te behouden op een uitkering. Over het algemeen werd er gewerkt in ontginnings- en ruilverkavelingprojecten van de Heidemij. Deze waren voornamelijk in Noord- en Oost Nederland gelegen.
Vanaf 3 februari 1939 nam de Rijksdienst voor de Werkverruiming de werkverschaffingkampen over. Deze dienst liet ook zelf nieuwe kampen bouwen bij werkgelegenheidprojecten. Aan het werk veranderde niets. Wel kregen de kampbewoners nu een salaris in plaats van een uitkering. Zij verbleven vrijwillig in het kamp.
De maximale personeelsbezetting van een kamp bestond uit een kok/beheerder, die de leiding over het kamp had. Daarnaast was er vaak een hulpkok en waren er kampmeisjes en kampknechten. Verder was er een nachtwaker met assistent, een motordrijver en een kantinebeheerder.
Geschiedenis
De Joodse werkkampen werden ingesteld op basis van een op 10 oktober 1941 genomen besluit van rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart. Van december 1941 tot en met augustus 1942 werden 42 onder de Rijksdienst voor de Werkverruiming ressorterende kampen ontruimd. Vanaf 10 januari 1942 vormden zij de "wachtkamer" van kamp Westerbork.
De Joodse Raad voor Amsterdam ging ermee akkoord werkloze Joden naar het noorden en oosten van Nederland te sturen. Mede door de maatregelen van de Duitse bezetter waren er in Nederland al in het begin van de Tweede Wereldoorlog veel Joodse werklozen. De Duitse autoriteiten overwogen reeds vroeg deze werklozen over te brengen naar werkkampen. In totaal zijn er meer dan veertig van deze kampen ingericht. De bezetter ontnam alle Joodse mensen hun baan waardoor zij van dat bewind qua inkomen afhankelijk werden.
In totaal zijn er ruim 5.200 zo werkloos gemaakte Joden overgebracht naar de werkkampen. De eerste 2000 werden op 9 januari gekeurd en kwamen op 10 januari 1942 in een werkkamp aan. Het werk dat zij moesten verrichten was onder andere spitten op de heide, aardappels rooien en wegen of paden aanleggen. Deze joodse werklozen verdienden twintig procent minder dan de andere werklozen. Omdat de grond bevroren was kwam er in de eerste maanden weinig van werken terecht. Bij de tewerkstelling van de Joden in de kampen heeft de arbeidsdienst bemiddeld. Het doel van de bezetter was mede het isoleren van de joodse mannen van hun gezinnen, om zodoende deze groep gemakkelijker in de greep te houden. Feitelijk waren de Joodse werkkampen wachtkamers voor kamp Westerbork. De kampen zijn gedurende de periode van Joodse bewoning onder beheer van de Rijksdienst voor de Werkverruiming gebleven.
Regime
De leiding van een kamp was in handen van de kok/beheerder. Aanvankelijk was het regime mild en was er voldoende en goede voeding. Bij schrijven van 20 mei 1942 scherpte de directie van de Rijksdienst voor de Werkverruiming het regime aan. Er moesten voortaan appels worden gehouden en de verlofregelingen werden ingekort. Tijdens inspecties moesten de bewoners in de houding staan - hierop werd geoefend. Het voedselrantsoen werd kleiner en het werd verboden van buitenaf voedsel te ontvangen. Nadat de kok/beheerders (op een later tijdstip) bij de SS in kamp Ommen op cursus waren geweest verdween al het menselijke uit de bejegening. Er kwam ook een sterk militaristische hiërarchie.
Ontruiming
In een brief van eind september 1942 stelt de Befehlshaber der Sicherheitspolizei und des SD, Zentralstelle für judische Auswanderung dat er op 25 september in 42 kampen 5242 mannen uit 85 steden en dorpen in de werkkampen zaten. In diezelfde brief wordt meegedeeld dat er besloten is tot Gesamtevakuierung van de Joden uit de werkkampen einschliesslich Angehörigen. In de nacht van 2 op 3 oktober 1942 werden de werkkampen leeggehaald en werden ook de Angehörigen afgevoerd naar kamp Westerbork. Daar arriveerden aldus 10.000 mensen op één dag, om later naar de vernietigingskampen te vertrekken.