Kamp Diever B

O.a. een Joods werkkamp geweest

 

Diever B lag in de Oude Willem, een paar kilometer van het dorp Diever aan de zelfde weg als Diever A. Het kamp bestond uit houten woonbarakken aan twee kanten van het terrein met in het midden een grasveld, de woning van de kok/beheerder, de keuken, het waslokaal en een kantine.

De winter van 1942 was erg streng. Van werken kwam de eerste tijd niets. De joodse dwangarbeiders die sinds januari in het kamp verbleven, werden ingeschakeld om de toegangsweg naar het kamp begaanbaar te houden. Water moest met emmers uit de nog enige werkende kraan in de keuken worden gehaald.

De barakken waren niet op het extreme weer berekend. Door extra te stoken en veel dekens was het nog enigszins uit te houden. Omdat de waterleiding in de wasplaats lange tijd was afgesloten, dreigde een deel van de mannen te bevuilen. De kamparts deed onderzoek en kwam tot de conclusie dat bij drie personen sprake was van een zekere vorm van vervuiling. Daarna maakte de plaatselijke timmerman een douchecel en ook werden de nodige wasteilen, emmers en borstels aangeschaft. Voor degenen die niet zelf hun kleren konden of wilden wassen, bestond de mogelijkheid ze naar de wasserij te brengen. Om het moreel van de joodse dwangarbeiders op peil te houden werden in de loop van de winter muziek- en kaartavonden georganiseerd.

Nadat de strenge winter was afgelopen werden de joodse mannen ingezet voor ontginningswerkzaamheden op de heidevelden. Er moest een meter diep worden gespit en de harde onderste laag gingen de mannen met een houweel te lijf. De oudere mannen hadden lichter werk, zoals tuinierswerk.

Op 20 september 1942 schreef David Swaab: 'Jullie zullen wel denken lang niets gehoord van David. Ja, dat komt ten eerste, er kwam een afkondiging dat wij maar eens per week mogen schrijven. Dat is nu weer ongedaan gemaakt. Nu kan ik weer enige dagen schrijven, maar daar wij elke avond zo laat thuis komen van het werk en nog veel moeten doen, had ik geen tijd. Wij eten nu pas tegen zeven uur. Want er komen wel eens ploegen laat thuis, want de meeste van ons moeten vijf kwartier of 1 ½ uur lopen van hun werk eer wij thuis zijn. Maar nu vandaag, zondag, heb ik meer tijd om te schrijven. (…) Wij moeten nog steeds aardappelen rooien. Het is zeer vies werk. Het goed rot van je lichaam af en als het weer zeer nat is, dan is je ondergoed nat. (…) Hier volgt de indeling van de dag: half zes opstaan, wassen, eten halen, bed opmaken en om de vier dagen kamer opruimen. Kwart over zessen een beetje pap eten, brood snijden voor mede te nemen en koffie ontvangen en brood inpakken. Kwart voor zeven aantreden en afmarcheren en om acht uur op het werk. Half tien rust tot kwart voor tien. Dan weer aan de gang tot kwart over twaalf, tot kwart voor één rust, weer aan de gang tot drie uur. Rust tot kwart over drie, weer aan de gang tot half vijf, gereedschap inleveren en om kwart voor vijf afmarcheren, zes uur thuis, wassen, verkleden, koffie drinken en eten.'

Op 20 juli 1942 ging een deel van de dwangarbeiders van Diever B naar kamp Westerbork. Hun plaats werd ingenomen door een groep mannen in de leeftijd van veertig tot zestig jaar, die tot dan toe nog niet waren opgeroepen. Hun verblijf duurde nog geen twee maanden: op 2 oktober 1942 werden deze nieuwkomers met de rest van de oorspronkelijke groep naar kamp Westerbork gestuurd.