Namenlijst Algemene begraafplaats Almere Haven
De voormalige Zuiderzee en de Oostelijke en Zuidelijke Flevopolder. De eerste viel droog in 1957 en de tweede in 1968. De Zuidelijke Flevopolder kreeg een omvang van 430 vierkante kilometer. Ruimte voor de landbouw en veeteelt, maar vooral voor nieuwe steden en dorpen. In de polder die op 29 mei 1968 droogviel, werd vooral gedacht aan een nieuwe stad die de bevolkingsgroei van Amsterdam moest opvangen. In 1971 kreeg deze stad, toen nog op de tekentafel, de naam Almere. De stad werd vernoemd naar het water dat hier ooit lag, nog voordat we spraken van de Zuiderzee of het IJsselmeer.
Almere Haven is het oudste gedeelte van Almere. De eerste woningen werden hier opgeleverd in november 1976. Het waren in de eerste jaren vooral Amsterdammers die in Almere gingen wonen.
In 1974 legde de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders (RIJP), die verantwoordelijk was voor de inrichting van het nieuwe land, een programma van eisen neer voor het ontwerp van een begraafplaats in Almere Haven. In dat ontwerp diende rekening gehouden te worden met een bevolking van 20.000 – 25.000 mensen. Er zou naar de maatstaven van die tijd behoefte zijn aan zo’n 1.500 graven inclusief een reservering van ruimte voor nog eens 2.000 graven.
Het ontwerp werd in maart 1975 opgedragen aan ingenieur Christian M. Zalm die werkzaam was bij de afdeling beplantingen van de RIJP. In juli van dat jaar kon het ontwerp al besproken worden. Daarna werden meer detailtekeningen gemaakt en in het voorjaar van 1976 volgde het beplantingsplan van de Hoofdafdeling Cultuurtechniek en Recreatie. Op 26 april 1976 verleende de Dienst der Zuiderzeewerken de vergunning om de begraafplaats bij Almere Haven aan te leggen. In het besluit werd aangegeven dat het terrein tot een hoogte van 1 meter boven NAP mocht worden opgehoogd met zand. Die ophoging en de verdere uitvoering van de aanleg werd vanaf juli 1976 tot februari 1977 verzorgd door een aannemer voor de som van bijna 400.000 gulden.
In 1977 besloot de landdrost (bestuursambtenaar), mede op advies van de pastor-kerkelijke opbouwwerker, om geen afzonderlijke rooms-katholiek gedeelte aan te wijzen op de begraafplaats. Eind 1977 kon de eerste begrafenis plaatsvinden. Afgesproken was dat het beheer de eerste jaren bij het RIJP zou liggen en dat deze daarna overgedragen kon worden aan derden.
De begraafplaats was op tijd klaar voor de eerste begrafenis. Die vond plaats op 31 oktober 1977. Het graf, voor een 65-jarige man, kreeg op grafkamer 1, het nummer 1. Dat was gelijk ook de enige begrafenis in 1977. Pas in september 1978 werd het grafteken geplaatst. Eind juli 1978 vond de tweede begrafenis plaats. Dat jaar volgden er nog twee en in 1979 waren het er acht. In 1980 werden er negen begraven en in 1981 vier. Er werden huurgraven en algemene graven uitgegeven.
Veel van de overledenen in de beginjaren van Almere Haven werden overigens nog gewoon in Amsterdam begraven. Daar kwamen de eerste bewoners meestal vandaan en die band was niet zomaar verbroken.
In 1997 opende in Almere Stad de tweede begraafplaats. Sinds 1999 is de exploitatie van de twee begraafplaatsen van Almere overgedragen aan "Flevo Uitvaartfaciliteiten", een samenwerkingsverband van Yarden en de PC Hooftgroep.