Sint-Michielsgestel

Kamp Sint Michaelsgestel

Kamp Beekvliet

 

Sint-Michaelsgestel

 

Kamp Sint-Michielgestel was door de Duitsers geopend om 460 toonaangevende Nederlanders, zoals politici, burgemeesters, hoogleraren, geestelijken, advocaten, schrijvers en musici gevangen te zetten. Van Oorschot is er ondergebracht omdat hij als Majoor der Artillerie b.d. in dienst was geweest van de Nederlandse Krijgsmacht.

Tot eind 1944 werden honderden notabele Nederlanders als gijzelaar vastgehouden. De nazi's dachten met deze mensen als onderpand het Nederlandse verzet in de greep te hebben. Ze stonden op de nominatie om bij onrust in het land als gijzelaar gefusilleerd te worden. Als repressaille op de bomaanslag op een Duitse trein in Rotterdam werden op 15 augustus 1942 vier gijzelaars uit het Kamp Sint Michielsgestel geëxecuteerd door de nazi's. De meeste bewoners ontkwamen aan dit lot en zijn in september 1944 vrijgelaten.

Kamp Sint-Michielsgestel was een interneringskamp dat tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitse bezetter was ingericht in het internaat Ruwenberg en het kleinseminarie Beekvliet te Sint-Michielsgestel.


Op 4 mei 1942 werd kamp Sint-Michielsgestel, gevestigd in het kleinseminarie Beekvliet in Sint- Michielsgestel, geopend. De eerste bewoners, Todeskandidaten (doodskandidaten) genoemd, waren 460 die dag opgepakte toonaangevende Nederlanders, onder wie politici, burgemeesters, hoogleraren, geestelijken, advocaten, schrijvers en musici. Tot eind 1944 werden honderden notabele Nederlanders als gijzelaar vastgehouden. De nazi's dachten met deze mensen als onderpand het Nederlandse verzet in de greep te hebben en stelden dat zij bij onrust in het land, gefusilleerd zouden worden. Het kampregime was erg licht. De Duitse en Nederlandse bewakers hadden de opdracht gekregen om de gijzelaars met rust te laten zolang ze zich maar niet misdroegen. De gevangenen hoefden geen arbeid te verrichten, en ze kregen alle vrijheid zolang ze maar binnen het kamp bleven. Een van de gevangenen, Max Kohnstamm, noemde Sint-Michielsgestel cynisch Hitlers Herrengefängnis. De gevangenen organiseerden filmavonden, concerten, tentoonstellingen, lezingen, discussieclubjes, en tennistoernooien, en hadden dankzij de pakketten van thuis ruim voldoende te eten. Zij mochten bezoek ontvangen.


In mei 1942 kwamen ook de Indische gijzelaars overgebracht naar kamp Sint-Michielsgestel. Het grootste deel van de Indische gijzelaars waren Nederlanders die op verlof waren uit Nederlands-Indië en gegijzeld werden in juli 1940 als vergelding voor de gevangenneming van Duitsers in Nederlands-Indië. De mannen werden aanvankelijk geïnterneerd in Kamp Schoorl, concentratiekamp Buchenwald, Kamp Haaren en kwamen uiteindelijk in kamp Sint-Michielsgestel. Op 7 oktober 1940 werden nog 116 mannen toegevoegd aan deze groep in Buchenwald, hoewel zij niet afkomstig waren uit Nederlands-Indië en vooral vooraanstaande posities bekleedden.

 

De Indische gijzelaars werden nooit beschouwd als sabotagegijzelaars, die met hun leven borg stonden voor anti-Duitse daden bedreven door de Nederlandse ondergrondse. Begin 1943 werden de Indische gijzelaars overgeplaatst naar de Ruwenberg, op loopafstand van St. Michielsgestel, waar ze veel meer vrijheden kregen dan de gijzelaars die achterbleven in St. Michielsgestel.


Voor de niet als gijzelaar geldende gevangenen, onder wie de gevangenen ten gevolge van het Englandspiel, gold een veel zwaarder regiem. Maximaal hebben er 700 mensen gelijktijdig in het kamp moeten verblijven.


De meeste bewoners van kamp Sint-Michielsgestel zijn in september 1944 vrijgelaten. Een deel heeft in Kamp Vught de vrijheid herkregen en achttien gevangenen zijn van 12 op 13 september 1944 naar Kamp Amersfoort gebracht. Negen van hen vonden daar alsnog binnen een week de vrijheid.


Op 15 augustus 1942 werden vijf notabelen gijzelaars vermoord als represaille voor een mislukte bomaanslag in Rotterdam op een trein van het Duitse leger. Het ging om Willem Ruys, Robert Baelde, Otto Ernst Gelder, Christoffel Bennekers en Alexander Schimmelpenninck van der Oye. Een tweede executie van vijftien notabelen gijzelaars vond plaats in oktober 1942, wederom als vergelding van verzetsdaden.[5]


In het kamp bestond een uiterst druk bezet schema van cursussen, lezingen en discussiegroepjes, over de meest uiteenlopende onderwerpen. Dit werd door de gijzelaars gekscherend "de volksuniversiteit" genoemd. Geen gijzelaar hoefde zich te vervelen. In het kamp kwamen mensen met elkaar in gesprek, die daar onder normale omstandigheden niet toe zouden komen. Katholieken, protestanten en socialisten waren in de verzuilde vooroorlogse maatschappij immers strikt van elkaar gescheiden. Er ontstond een roep om politieke vernieuwing en ontzuiling, een gevoel van saamhorigheid, dat later is aangeduid als de geest van Gestel.

 

Een invloedrijke groep gijzelaars vormde de Heeren Zeventien. De vriendschappelijke contacten die in het kamp tot stand kwamen bleven ook na de oorlog, over en door de zuilen heen, bestaan. Mede als gevolg van de discussies in Sint-Michielsgestel is direct na de oorlog de PvdA opgericht.