Namenlijst Joodse begraafplaats Vorden

Joodse geschiedenis Vorden bestrijkt maar een korte periode, van het einde van de achttiende eeuw tot ongeveer 1930.  

 

Het oudste graf op de kleine dodenakker aan de Kamphuizerweg is uit 1873. Hoewel sommige literatuur aangeeft dat de begraafplaats pas in 1876 is aangelegd, lijkt dit vreemd aangezien er dus al een overledene uit 1873 ligt begraven. Dat deze van elders is overgebracht, is bijzonder onwaarschijnlijk gezien de strenge Joodse voorschriften rondom het begraven. De begraafplaats werd dus mogelijk aangelegd in 1873 of zelfs nog eerder. Elders wordt gesproken van 1860. De Vordense bevolking telde dat jaar op 2.921 bewoners 17 Joden en mogelijk ontstond er toen al behoefte aan een eigen begraafplaats. Vordense Joden werden op dat moment nog elders begraven. Mogelijk in het Gelderse Hengelo, dat al vanaf 1789 een Joodse begraafplaats had en waar de Joden uit Vorden ook hun religieuze diensten hielden. Exacte gegevens uit die periode ontbreken echter. Pas in 1882 zou Vorden als zelfstandige gemeente erkend worden en werden de diensten in een huissjoel In Vorden gehouden.

Het perceel op de heide bij Vorden was 18 bij 24 meter groot en werd gekocht van Jan Isaäc Brants. Nadat het terrein was omheind, werd aan de westkant een houten schuur gebouwd, afgedekt met pannen. In het kleine gebouwtje werden de draagbaren en schragen opgeslagen en waarschijnlijk diende het tevens als metaheerhuisje voor de rituele wassing van de overledene.

 

In 1782 woonden Levi Jacob en Jacob Moses in Vorden, beiden verkochten loten van de Generaliteitsloterij, een voorloper van de Staatsloterij. Levi Jacob bleef met zijn vrouw en later vier kinderen tot 1814 in Vorden wonen. Ook David Meijer woonde in het dorp. Op Joodse feestdagen bezochten de Vordense Joden zoals aangegeven de sjoel in Hengelo (Gld.). Over die eerste Joden is relatief weinig bekend. Wel komen een aantal namen terug op de begraafplaats. Joseph Windmuller werd geboren in 1810 en trouwde in 1837 met de Hengelose (O.) Grietje de Jong. In 1840 kwam ook zijn vader Levy (geboren in 1777 in het Duitse Frankenberg) in Vorden wonen en begon er op 76-jarige leeftijd een slagerij. Levy was van 1810 tot 1840 voorzitter van de Joodse gemeente Hengelo. Hij overleed op 12 november 1858 in Vorden en zijn weduwe Betje Liefman 1 mei 1862 op 87-jarige leeftijd, eveneens in Vorden. Beiden komen echter niet voor op de lijst met bekende begravenen op de begraafplaats. Niet bekend is waar ze zijn begraven. Wel vinden we enkele van hun kinderen terug op de begraafplaats in Vorden. Hun dochter Esther trouwde met Amon Wertheim, geboren in Bocholt in 1813. Het paar woonde in bij Levy en Betje Windmuller. Vanaf 1848 hadden ze een kostganger, de voormalige KNIL-militair Alexander van Koppele. Esther en Amon Wertheim werden beiden na hun dood in 1887 begraven op de begraafplaats. Koppele overleed twee jaar later en werd ook in Vorden begraven. Zijn graf heeft geen grafsteen. Ook Joseph Windmuller, de al eerdergenoemde zoon van Levy, werd in Vorden begraven, evenals zijn kleinzoon Heijman, geboren in 1848. Heijman had er enkele jaren een manufacturenwinkel, maar overleed al op 33-jarige leeftijd, in 1882. Ook zijn graf heeft geen grafsteen. In 1934 werd Anna van Win-Wertheim als laatste op de kleine begraafplaats begraven.

In 1930 vertrok de laatste Joodse familie uit Vorden. Amon Mozes Philips en Estella Frankenhuis bewoonden de boerderij die al vanaf 1858 door de Joodse families Windmuller en Wertheim bewoond werd. Het huis werd gepacht van de eigenaren van Huis Vorden. Het gezin verhuisde aanvankelijk naar Apeldoorn en later naar Deventer, van waar ze in 1942 via Westerbork werden gedeporteerd naar Auschwitz. Op 12 oktober 1942 werden ze daar vermoord. In totaal zouden 13 in Vorden geboren Joden in Duitse kampen om het leven komen. Geen van hen heeft een graf gekregen.

 

In 1933 werd de Joodse gemeente Vorden opgeheven, waarna de Joodse gemeente Zutphen het beheer van de begraafplaats overnam. 

Enkel jaren later bleek de Joodse gemeenschap niet meer in staat om voor het onderhoud te zorgen en in 1959 nam de gemeente Vorden dit op zich, tegenwoordig de gemeente Bronckhorst.

 

Namenlijst Joodse begraafplaats Wildenborcheweg Vorden

 

  1. Jacob Windmuller 1841 – 1873
  2. Jozeph Windmuller 1876 – 1876
  3. Heijman Windmuller 1848 – 1882
  4. Heintje Wertheim 1844 – 1885
  5. Amont (Aser) Wertheim 1813 – 1887 (grafsteen)
  6. Esther Wertheim-Windmuller 1813 – 1887 (grafsteen)
  7. Alexander van Koppele 1801 – 1889
  8. Philip Philips 1871 – 1890
  9. Grietje Windmuller-de Jong 1811 – 1893 (grafsteen)
  10. Joseph Windmuller 1810 – 1894 (grafsteen)
  11. Elizet (Esther) Meijer 1896 – 1911 (grafsteen)
  12. Diena Jacobs 1844 – 1916 (grafsteen)
  13. Sander Philips 1840 – 1919 (grafsteen)
  14. (Ch)anna van Win-Wertheim 1851 – 1934 (grafsteen)