Kamp Workum

NAD 211

Workum

In het Friese Workum zat tijdens de oorlogsjaren een kamp van de Nederlandsche Arbeidsdienst. Er werd niet alleen hard gewerkt, maar ook gesport – geheel volgens de nationaalsocialistische gedachte


Kamp Workum heet ook wel 'It Romme Fjild.'
In 1944 schrijft een krant na een bezoek: "Wat de jongens leeren is: absolute gehoorzaamheid. Een bevel is een bevel en dat dient te worden opgevolgd. Misschien is dat niet altijd even aangenaam - het leven vraagt echter ook niet naar prettig of verdrietig, doch stelt zijn eischen, waaraan we eenvoudig hebben te voldoen."

 

'It Romme Fjild' is Fries voor Het Ruime Veld (dit had meerdere betekenissen in die tijd!).'

 

De Nederlandsche Arbeidsdienst (NAD) werd door de Duitse bezetter op 23 mei 1941 opgericht. De organisatie vertoonde sterke overeenkomsten met de Duitse Reichsarbeitsdienst en was een voortzetting van de Nederlandsche Opbouwdienst (NOD). Het bewerken van het land was één van de voornaamste werkzaamheden.

 

Aanvankelijk nam de bezetter genoegen met vrijwilligers. Maar vanaf 1942 werden bepaalde categorieën jongeren verplicht opgeroepen. Al snel raakte de NAD steeds meer onder nationaal-socialistische invloed. Vast onderdeel was het onderricht in het nationaal-socialistische gedachtegoed en daarnaast had de opleiding een sterk militair karakter. Symbool van de NAD was de spade die werd gedragen als een geweer.

 

Het N.A.D.-kamp 'it Romme Fjild' nabij Workum werd in 1941 gebouwd. In de volksmond werd het ook wel het 'Oranjekamp' genoemd. Iedere lichting bestond uit zo'n 192 jongemannen die hier ongeveer 5,5 maand verbleven. Zij hielden zich o.a. bezig met de ontginning en diepspitten van het 400 ha buitendijkse “Groene Strand” (vlakbij het IJsselmeer) en het verhogen van de zomerkade.

 

Afdelingscommandant van het kamp was “onderhopman” L.J.C. Simmers. Na de bevrijding werd het kamp, dat een van de belangrijkste werkobjecten van de N.A.D. was geweest, afgebroken. Op het terrein werd in 1953 het verzorgingshuis Mariënacker met bijbehorend park aangelegd. Saillant detail: tegen het einde van de oorlog raakt commandant Simmers betrokken bij het verzet. Zo assisteert hij de Workumer dominee Van Veen, die in Den Haag ondergedoken is, bij het verzorgen van distributiebescheiden voor onderduikers.