Kamp Fort Erfprins

Kamp Fort Erfprins

 

Den Helder

 

geen gegevens

 

De zware kanonnen werden tot in de jaren dertig gebruikt, maar voor het uitbreken van de oorlog waren ze zwaar verouderd. Met de Tweede Wereldoorlog in zicht werden de 24 cm kanonnen vervangen door nieuwere exemplaren van 12 en 15 cm. Deze waren afkomstig van de secundaire batterij van de pantserschepen Hertog Hendrik en Jacob van Heemskerck. Op 15 mei 1940 arriveerden de eerste Duitse militairen in het fort en een dag later moesten alle Nederlandse soldaten het fort verlaten.

Gedurende de Duitse bezetting was het fort onder de naam Marine Flakbatterie Erfprinz in gebruik bij de luchtafweer. Er kwamen kanonnen met een kaliber van 10,5 cm. In 1942 werd Den Helder onderdeel van de Atlantikwall en de hele stad werd op 1 november 1943 tot Sperrgebiet verklaard. De luchtafweer op Fort Erfprins was effectief en hinderde de Engelse luchtmacht bij het bombarderen van de marinewerf Willemsoord. Men besloot het luchtafweer aan te vallen, maar de bommen misten doel al kreeg de bomvrij kazerne wel schade aan de gewelven in gangen en lokalen. Tijdens de opstand van de Georgiërs in april 1945 vuurden de kanonnen op Erfprins op doelen in Texel om de tegenstand te breken.

Na de bevrijding werden in het fort van collaboratie verdachte personen geïnterneerd.[1

 

Het fort werd rondom afgezet met prikkeldraad, schijnwerpers en mitrailleurposten om ontsnappingen te voorkomen. Het Directoraat-Generaal voor Bijzondere Rechtspleging, dat speciaal voor de berechting van collaborateurs met de Duitsers was opgericht, werd de beheerder van het fort. Op het hoogtepunt zaten er meer dan 5000 mensen vast. In maart 1948 vertrokken de laatste gedetineerden en hun bewakers het fort. Vanaf 1947 werden diverse krijgsmachtonderdelen in Fort Erfprins ondergebracht.