Kamp Rhijnauwen

Kamp Rhijnauwen

 

Utrecht 

 

geen gegevens

 

Kamp Rhijnauwen
Voor NSB’ers en anderen die in de oorlog de kant van de bezetter kozen, was 1945 het begin van een interneringsperiode. Speciaal voor de mannen onder hen werd net buiten Utrecht een kamp gebouwd. Over Kamp Rhijnauwen was tot nu toe zeer weinig bekend.
Op 30 mei 1945 maakt het Militair Gezag (MG) bekend dat van de 3000 mensen die in en rond Utrecht in aanmerking komen voor arrestatie, er nu 1500 zijn opgepakt. Aangezien de locaties met gevangenen nu al zo goed als vol zitten, besluit het MG om net buiten de stad, op een stuk land vlak voor Fort Rhijnauwen, een groot kamp te bouwen. Dit gebied hoort op dat moment bij gemeente De Bilt, maar de gemeente Utrecht is de eigenaar van het perceel. Deze zegt met onmiddellijke ingang het contract op met de pachter, boer Aart Floor, waarna de bouw kan beginnen.
In mei 1946 laat de technische dienst van het Directoraat-Generaal voor Bijzondere Rechtspleging (DGBR) van het Ministerie van Justitie, dat sinds het begin van dat jaar verantwoordelijk is voor de kampen, een plattegrond maken. Daarop is te zien dat het kamp wordt omheind met prikkeldraad en dat er bewakingstorens staan op de vier hoeken van het achterste deel, waar de gevangenen zich bevinden. Er zijn in dat gedeelte 22 barakken, allen met nummers. In het voorste deel staan 13 gebouwen voor het personeel, die worden aangeduid met de letters A t/m M. Het aangelegde riool loost op rondom gelegen sloten, die in verbinding staan met de Kromme Rijn.