Kamp Avegoor

Kamp Avegoor

 

Ellecom 

 

geen gegevens

 

Op landgoed Avegoor Ellecom, worden vanaf 1941 Nederlandse SS’ers getraind. In het uniform van de Waffen-SS wordt lichaam en geest gevormd naar de nazi ideologie. De komst van 139 Joodse dwangarbeiders in september 1942 in Joods werkkamp Palästina geeft de SS’ers proefkonijnen. Drie van hen overleven het werkkamp niet.

 

Bewarings- en verblijfskamp Avegoor functioneerde vanaf de bevrijding van Nederland tot januari 1949. Circa 1000 politieke delinquenten werden moesten overdag werkzaamheden in en om het kamp verrichten.

 

Vanaf 1 mei 1941 was het gebouwen omliggend terrein in gebruik als opleidingskamp van de Nederlansche-SS onder de naam SS-Schule Avegoor. De Nederlandsche- SS
werd opgericht op 16 september 1940 als ongewapende politieke formatie die formeel onderdeel was van de Nationaal Socialistische Beweging (N.S.B.). Hoewel het om een politieke organisatie ging, is ongeveer tweederde van de leden uiteindelijk als militair bij de Waffen-SS, aan het Oostfront beland.
De school, de enige in zijn soort in Nederland, was onderdeel van de Waffen-SS en ressorteerde onder het SSHauptamt in Berlijn, maar was allereerst bedoeld als vormings- en trainingscentrum van mannen van de Nederlandsche-SS. De dagelijkse leiding van de school was in handen van de 29-jarige SS-Hauptsturmführer Dr. Alfons
Brendel, een leraar uit München die in 1938 was gepromoveerd in de filosofie. Doel van de opleiding in Avegoor was politieke, sportieve, wereldbeschouwelijke en geestelijke scholing van leden van de Nederlandsche-SS, maar al snel namen ook leden van de N.S.B., de W.A. (Weerafdeling (van de N.S.B.)), de Nationale Jeugdstorm en andere organisaties deel. 

 

De aanleg van het sportterrein en het dempen van het moeras voor de bouw van de turn- en exercitiehal werd door joodse mannen uit Amsterdam, Rotterdam en Den Haag
uitgevoerd. Hiertoe was bij Avegoor een werkkamp ingericht dat werd gevestigd in de Villa Irene aan de Zutphensestraatweg in Ellecom. De dwangarbeiders werden ondergebracht op de zolder van de villa, die samen met het omliggende terrein de naam Jodenkamp "Palästina" kreeg. Op 2 en 3 september 1942 arriveerden de 139 joodse mannen die onder erbarmelijke omstandigheden werden gedwongen het zware grondwerk voor het sportterrein en de turnhal te verrichten. Het werk nam uiteindelijk ruim elf weken in beslag.

 

Drie joodse mannen overleden in die periode aan de gevolgen van de extreme werkomstandigheden, gebrek aan voedsel en mishandelingen door het Duitse personeel en de Nederlandse cursisten.

Alfred Tuvy, 50 jaar, geboren in Roemenië, woonachtig te Rotterdam,

Jacob de Leon, 40 jaar uit Amsterdam 

Meijer de Groot 41-jarige  uit Rotterdam. Zij werden begraven op de Bijzondere Begraafplaats in Ellecom.

De overige werden op 21 november afgevoerd naar het Kamp Westerbork in Drenthe, waar twaalf van meer dan 100 mannen die in de ziekenbarak werden opgenomen, overleden. Vele anderen kwamen later om het leven in de vernietigingskampen in Oost-Europa