Lijst Titels Nederlandse kinderliedjes

Het oudste Nederlandse liedje waarvan we zeker weten dat het door kinderen werd gezongen, is opgeschreven in de 15e eeuw (rond 1480). Het middeleeuwse handschrift vermeldt bij de liedtekst: "En de kinderkes van Vlaanderen zongen een liedeken". Uit de 16e eeuw kennen we alleen religieuze kinderliedjes, voornamelijk afgedrukt in religieuze liedboekjes. Een voorbeeld is "Een avont liedt voor die kinderen in der scholen" (1565).

Uit de 17e eeuw zijn er ook wiegeliedjes bekend, bijvoorbeeld: "Gebakeloerd nu is myn lieve popje kleen" (1625) en "Suyje suyje suy sus, mijn lieve schaepje" (1655).

In de 18e eeuw veranderden de kinderliedjes onder invloed van de Verlichting (kinderen zouden moeten worden opgevoed tot deugdzame en beschaafde burgers, en dat kan ook met behulp van verhalen, boeken en liedteksten). Het beroemdst is Hieronymus van Alphen (een weduwnaar met drie zoontjes), die drie gedichtenbundels voor kinderen schreef, met in totaal 66 gedichten (twee jaar later deels op muziek gezet). Bekend zijn onder meer "Jantje zag eens pruimen hangen", "Wij zaten laatst bij Saartje / onze goede oude baker" en "Mijn speelen is leeren, mijn leeren is speelen".

In de 19e eeuw verschenen er meer religieuze en moralistische kinderliedboekjes. Nieuw waren de zondagsschool- en schoolliedboekjes, die verschenen door veranderingen in het lager onderwijs (opkomst kweekscholen en muziekonderwijs). Halverwege deze eeuw gaf Jan Pieter Heije drie kinderliedboekjes met 150 kinderliedjes uit en daarnaast honderden liedjes in de stijl van volksliedjes. Hij werkte samen met bekende componisten van zijn tijd en zijn liedjes raakten wijd verbreid en zeer geliefd. Voorbeelden van zijn kinderliedjes: "Er zaten zeven kikkertjes" en "Zie de maan schijnt door de bomen". Voorbeelden van zijn volksliedjes: "Heb je van de zilveren vloot wel gehoord", "In 't groene dal, in 't stille dal" en "Klein vogelijn op groene tak".

In de tweede helft van de 19e eeuw was ook een andere liedjesschrijver vernieuwend: Jan Goeverneur. Hij stond bekend om zijn eenvoudige taalgebruik, alledaagse toon, klanknabootsingen, humor en het afwezig zijn van braafheid. Hij schreef/vertaalde onder andere: "In een groen, groen knollen- knollenland", "Roodborstje tikt tegen 't raam" en "Toen onze mop een mopje was".

In die tweede helft van de 19e eeuw begonnen onderzoekers, onder invloed van de Romantiek, liedjes op te schrijven die werden gezongen door het gewone volk. Hun ideaal, gedreven door de nostalgie naar het verleden en het nationalisme van de Romantiek, was om iets van de wortels van de cultuur te vinden. Onder deze volksliedjes vielen ook mondeling overgeleverde kinderliedjes. Bijvoorbeeld Johannes van Vloten verzamelde meer dan 800 kinderliedjes 'uit de kinderkamer'. Hieronder: "Amsterdam die grote stad", "Ik stond laatst voor een poppenkraam", "In Den Haag daar woont een graaf", "Klap eens in je handjes" en "Slaap kindje slaap". Deze liedjes, of voorlopers van deze liedjes, kunnen (veel) ouder zijn dan de 19e eeuw. Andere grote verzamelaars van kinderliedjes uit de mondelinge overlevering waren Boekenoogen (ruim 9000 kinderliedjes), Donders (ruim 700) en Van Hichtum (ruim 2600).

In de 20e eeuw werden de liedboeken Kun je nog zingen, zing dan mee en -met dezelfde titel- Voor jonge kinderen uitgegeven. Deze liedboeken werden ongelooflijk populair en bleven de hele eeuw in druk. De onderwijzers J. Veldkamp en K. de Boer verzamelden hierin laat 19e-eeuwse en begin 20e-eeuwse liedjes, gemaakt door toenmalige tekstdichters en componisten. Bekende kinderliedjes uit de laatstgenoemde bundel zijn: "Daantje zou naar school toe gaan", "Drie kleine kleutertjes die zaten op een hek", "Hannes loopt op klompen" en "Onder moeders paraplu liepen eens twee kindjes".

Later in de 20e eeuw was er een radioprogramma voor jonge kinderen dat heel populair werd, Kleutertje luister (1946-1975). Liedjesschrijver Herman Broekhuizen schreef veel liedjes voor dit programma, en sommige raakten zo bekend, dat veel mensen denken dat het oude, traditionele liedjes zijn. Bijvoorbeeld: "Elsje Fiederelsje, zet je klompjes bij 't vuur", "Onder hele hoge bomen in het groot kabouterbos", "Een treintje ging uit rijden", "Helikopter, helikopter" en "Zie je de kastanjes aan de bomen".

A

Aaltje zat op ‘t paaltje
Aan de oever van de IJssel
Aan de oever van de Rotte
Aan d’ oever van een snellen vliet
Aapje op een stokje
Aapje wou eens lollig zijn
Abraham had zeven zonen
Abrikozen Maartje
Achter de molen
Advocaatje ging op reis
Af en toe gaan pa en moe (naar de speeltuin toe)
Ain boer
A is een aapje
Al die willen te kaap’ren varen
Al in de stad van Wenen (Soldaatje)
Al in een groen groen knollenland
Alle eendjes zwemmen in het water
Allen die willen naar Island gaan
Alles in de wind (Kom hier Roza)
Alle weken twee maal
Al op een boerenweggetje
Als Bethlehem geen plaats meer heeft
Als de haan de dag verkondt
Als de kaarsjes uit moeten
Als de kachel heerlijk gloeit
Als de koning gaat marcheren
Als je pas getrouwd bent
Als ‘t klokje klingelt
Altijd is Kortjakje ziek
Amsterdam, die grote stad
Amsterdam heeft duiten nodig
Amsterdams meisje
Annekeetje
Annemarie-Katrien
Antoinette heeft de bal
Arabine Koeterine
Avondliedje
‘s Avonds als de lamp op gaat
‘s Avonds als ik slapen ga
‘s Avonds bij Dina

B

Baas Kimpe
Babbelgraag
Ben ik niet een arme smid
Berend Botje
Beurtzang
Bibelebontse berg
Bij Janssen driehoog op het plat
Bingo
Blauwe, blauwe vingerhoed
Blauw geruiten kiel
Boer wat zeg je van mijn kippen?
Bommelingtingting
Brand in Mokum
Breiliedje
Broekman wou een pijpje roken
Bruiloft op de boerderij
Buiten in de biezen

C

Catootje
Clementine
Constance heeft een hobbelpaard
Constantineke
Cornelis met zijn grutterswagen

D

Daantje Dom
Daantje zou naar school toe gaan
Daar gingen eens drie oude wijfjes
Daar komt Pauwel Jonas aan
Daar liep een aardig meisje langs de waterkant
Daar liep een oude vrouw op straat
Daar ligt in de kribbe
Daar reed een boer naar Leuven
Daar was eens een mannetje
Daar vaart een man op zee
Daar was een oorlogsschipDaar was een wuf die span
Daar was er eens een vrouw
Daar was laatst een advocaat
Daar was laatst een meisje loos
Daar wordt aan de deur geklopt
Daar zaten zeven kikkertjes
Dag Jan! Dag Piet!
Dag Sinterklaasje
Dank u…
Dat gaat naar Den Bosch toe
De bezem
De boer had maar enen schoen
De boer roert in zijn soep
Deck the Halls
De driekusman
De drummer
De eerste zondag in mei
De herder (Op de grote, stille heide)
De herdertjes lagen bij nachte
De klepperklompjes
De koning van Siam
De kop van de kat was jarig
De Molen
De nozem en de non
De paden op, de lanen in
De pastoor zijn koe
De poppewasch
De pruimenboom
De rivier de Rhône
Des avonds als het klokje tikt
Des winters als het regent
De stoker en de machinist
De uil zat in de olmen
De zak van Sinterklaas
De zeppelin
De Zevensprong (Heb je wel gehoord van de zeven)
Door de bossen, door de heide (Auf der Luneburger heide)
Draaiersjongen (In een blauw geruiten kiel)
Draai het wieletje nog eens om
Drie blinde muizen
Drie ganzen
Drie kleine kleutertjes
Drie klompjes
Drie maal drie is negen
Drie schuimtamboers
D’r koam ei muuske aangekroape

E

Echo
Een aardig ventje
Een been
Een boerinneke uit Franken
Eén ei
Een ezel balkte noten na
Een ezeltje uit Zanzibar
Een haantje en een hennetje
Een haasje liep door het bos
Een hagelwit katje
Een karretje op de zandweg reed
Een kleine krullebol
Een koe in Apeldoorn
Een koetje en een kalfje
Een lustig liedeke
Een muis in een molen in mooi Amsterdam
Een Nederlandse Amerikaan
Een poesje uit Drente
Een pot met bonen
Een potje met vet
Een smidje in zijn smidse
Een roze fris ontloken
Een twee drie
Een, twee, drie, vier hoedje van papier
Een, twee in de maat
Eer zij God in onze dagen
Elsje, Fiederelsje
En de kat zat op het dak
En mevrouw Van Roosendaal
En mijn één been staat
En we gaan nog niet naar huis
En we rijden naar de stad
Ere zij God
Er is een kindeke geboren op aard
Er is een nieuwe ster
Er is een roos ontsprongen
Er is er een jarig
Er zat een aapje op een stokje
Er zat een klein kaboutertje
Er zat een klein zigeunermeisje
Er zaten zeven kikkertjes
Er zit een klein kaboutertje

F

Faria, faria

G

Geertemeu daar ligt mijn schip
Gerrit-Jan
Gij leeuw’rik en gij nachtegaal
Gildebroeders
Gloria in Exelcis Deo
Goedeavond speelman
Goeienavond, tante Betje
Go, tell it on the mountain
Groene dal
Groene zwanen, witte zwanen
Groen, groen, grasje
Grootvaders klok
Grote klokken zeggen…
Guusje zag een negerjongen

H

Hagel en sneeuw
Handje klap
Handjes draaien, koekebakkevlaaien
Hannes loopt op klompen
Hansje Knipperdolletje
Hansje Sjokken
Happy birthday
Heb je al gehoord van de zilveren vloot
Helder in de kelder
Herfst, wat heb je te koop
Het breistertje
Het dansend boerinneke
Het meesje
Het regent, het regent
Het roosje (Het knaapje zag een roosje staan)
Het wevertje zat naast zijn vrouw
Hij komt die lieve goede Sint
Hik sprik sprauw
Hoe leit dat kindeke
Hoe zachtkens glijdt ons bootje
Hokus, pokus, spinazie, pas
Hollebolle Gijs
Hoofd, schouders, knie en teen
Hoor de wind waait door de bomen
Hoor wie klopt daar kind’ren
Hop hop hop hop paardje
Hop! Hop! Hop! Paardje in galop!
Hop! Hop! Hop! Paardje in galop!
Hop Marjanneke
Hummeltje Tummeltje
Hush baby

I

If you’re happy
Ik heb een oogje
Ik heb een rood rood spiegeltje gevonden
Ik heb een roosje
Ik heb een tante in Marokko
Ik heb mijn wagen volgeladen
Ikkeltje Kramikkeltje
Ik kom uit verre landen
Ik kwam laatst in een poppenkraam
Ik moet dwalen
Ik stond laatst voor een poppenkraam
Ik zag twee beren
Ik zag twee leeuwen
Ik zeide mijn Jaap
Ik zou zo graag een ketting rijgen
I’m a little teapot
In de maneschijn
In Den Haag daar woont een graaf
In het bos daar staat een huisje
In Holland staat een huis
In ied’re kleine appel
In spin
In ‘t groene dal

J

Jaap de groenteman
Jack and Jill
Jan de Timmerman
Jan de Waggelman
Jan die sloeg Lijsje
Jan Huygen in de ton
Jan Kiekel en Jan Kakel
Jan mijne man wou ruiter worden
Janneman
Jan Pierewiet
Jantje en Keesje die gingen naar de bakker
Jantje heeft een nieuwe bal
Jantje zag eens pruimen hangen
Jarig Jetje
Jingle Bells
Joepie Joepie is gekomen
Jonas in de walvis
Joy to the world
Juffrouw Katrijntje
Juffrouw, wilt u mijn marmotje eens zien?

K

Kaatje, ben je boven
Katje Poesenlelletje
Keteltje dik van buik
Klap eens in je handjes
Klein Anna zat op ‘n blauwe steen
Klein Anna zat op ene steen
Klein chineesje
Kleine Katrijntje
Kleine Suze ging eens wandelen
Klein klein kleutertje
Klein soldaatje, groot soldaatje
Kleppermars
Klikspaan, boterspaan
Kling klokje klingelingeling
Knaapje zag een roosje staan
Koen, maak je mijn schoen?
Komt allen tezamen
Komt nu gij herders
Komt verwondert u hier menschen
Kom wat dichter
Kum bah yah

L

Lang zal hij leven
Lang zal hij leven (medley)
Leentje leerde Lotje lopen
Lieve Poppedijne
Lieve zusje, dans met mij
London Bridge is falling down

M

Maantje tuurt
Masseurtje ga je mee
Mijn wiegie was een stijfselkissie
Moet dwalen
Molenaartje maal je molen
Mooi Anna
Mooi Ietje Fietje
Moriaantje
My Bonnie
Notte belle

 

O

Oh denneboom
Oh kindeke klein
Oh kom er eens kijken
Oh, little town of Bethlehem
Oh, Susanna
Oh, the grand old Duke of York
Old Mac Donald
Olleke, bolleke, rebusolleke
Onder moeders paraplu
One two three four five
Opa Bakkebaard
Op de grote, stille heide
Op de hoge, hoge daken
Op een boerenweggetje
Op een damespaard
Op een grote paddenstoel
Op een klein stationnetje
Oude kaketoe
Oze wieze woze

P

Papegaaitje, leef je nog?
Parapluutje, parasolletje
Peerdje beslaan
Peperbolleken kwam me tegen
Poesje mauw
Polly put the kettle on
Pop! goes the weasel

R

Rechtervoet, linkervoet
Rije, rije, rije in een wagentje
Rock-á-bye baby
Rommel de bom
Roodborstje tikt tegen het raam
Roodkapje
Rosalinda ging uit wandelen

S

Schaapje, schaapje, heb je witte wol
Scharensliep
Schiet ‘m dood in zijn poot
Schip moet zeilen
Schipper mag ik overvaren?
Schlaf Mein Prinzchen
Schommelen
Schuitje varen
Silent Night
Sinterklaas die goede heer
Sinterklaas goedheilig man
Sinterklaas is jarig
Sinterklaasje Kapoentje
Sinterklaasje kom maar binnen met je knecht
Sinterklaas met zijn lange witte baard
Sinterklaas, zegt moe
Sliep, scheren en messen
‘s Morgens vroeg komt Kukeleku
Staat de koffie nog niet klaar?
Stille nacht Heilige nacht
Susanna

T

Tarara boem-di-ee
Te Bethlehem is geboren
Te Utrecht bij de Dom
Theepot
The First Noel
The itsy bitsy spider
The North wind doth blow
There was an old woman
This old man
Thula Sizwe
Tien kleine visjes
Tien pond bananen
Tikke takke regen
Tjoep zegt de vlieger
Toen onze mop een mopje was
Torentje bussekruit
Tussen Keulen en Parijs
Twee emmertjes water halen
Twee handjes op de tafel
Tweeling zijn
Twee violen en een bas
Twee violen en een trommel en een fluit
Twelve Days of Christmas
Twinkel twinkel kleine ster

U

Uyusunda Büyüsün Nenni Nenni Bebek

V

Vader Jacob
Varen, varen
Vergeetmijnietje
Vogelnestje

W

Waar in het bronsgroen eikenhout
Waar is Jan met de bokkewagen
Wat zullen we doen met de dronken zeeman
We gaan naar Zandvoort
Wel Annemarieke waar gaat ge naar toe
We stegen met een zucht
We wish you a merry Christmas
Wiegelied der herders
Wie komt er alle jaren?
Wie niet dansen wil
Wilhelmus van Nassouwe
Witte zwanen, zwarte zwanen

Z

Zachtjes gaan de paardenvoetjes
Zagen, zagen, wiedewiedewagen
Zakdoekje leggen
Zaltbommel (In de grote stad Zaltbommel)
Zeg boer
Zeg ken jij de mosselman
Zeg maar dag met je handje
Zeg moeder waar is Jan?
Zie, de maan schijnt door de bomen
Zie ze zwieren, zie ze zwaaien
Zinglito
Zoetjes gaan de paardevoetjes
Zo gaat de molen
Zo gaat het damespaard