Kamp Mookerheide (Mookerheid of Lodewijk van Nassau)

NAD 331

Mook

 

Het kamp lag tussen de Stationsstraat, Lindenlaan en de Oude Bovensteweg in de Molenhoek

Op 7 mei 1942 werd door de Staat van de heer A.M. Vroeg voor vijf jaren, ingaande 1 oktober 1941 en eindigende 30 september 1946 de percelen bosgrond A 1662, 1664 en 1655 gehuurd voor 166,82 gulden per jaar. Op dit terrein werd door de Staat een barakkenkamp gesticht.

In een krant op 29 augustus 1942 lezen we:
In onze streken, en vooral in Mook en naaste omgeving, leveren de mannen van den Nederlandschen Arbeidsdienst in hun groene uniform reeds een vertrouwd gezicht op. Iederen ochtend kan men ze hooren, wanneer ze zingend marcheeren van het kamp naar de heuvels, waar het werk in de bosschen en op de heide hun wacht. Op hun vrije middagen en avonden zwermen ze uit naar alle kanten. Ze vullen de tram naar Nijmegen ze bevolken de café’s, ze zwermen door heide en bosschen, en naar den aard der bevolking, gaan reeds vele deuren gastvrij voor hen open.
En toch …! Nog is er meer contact noodig tusschen de bevolking van het kamp ‘Mookerheide’ en de inwoners van Mook. Nog moeten de mannen in het groene uniform en zij, dien de blauwe boerenkiel of het burgercolbert om de schouders glijdt, meer van elkaar gaan weten en daardoor elkaar beter leeren begrijpen en waardeeren. Het doet er niet toe hoe onze kleeding en wat de aard van ons werk is: allen zijn wij werkers voor ons volk en als zoodanig hooren wij allen bij elkaar.
Een prachtige gelegenheid voor de mannen van 5-6-N.A.D. en de bevolking van Mook en omgeving om de kennismaking te versterken, zal zeer binnenkort geboden worden. Want op 5 en 6 september zal de Arbeidsdienst te Mook een groot zomerfeest organiseeren. Dan zullen de arbeidsmannen in het dorp hun beste beentje voorzetten, dan zullen de burgers als graag geziene gasten in het kamp worden ontvangen.

 

In de krant van 7 september 1942 volgde het verslag van dit feest:
Zaterdag en zondag jongstleden hebben de arbeidsmannen van het kamp ‘Mookerheide’ hun zomerfeest gehouden. Het begon zaterdagavond met een mars door het dorp onder leiding van adspirant hopman de Jong.
Zondagmorgen werd het kampterrein al in orde gebracht en werden de laatste voorbereidingen getroffen voor de ontvangst van de bezoekers. Tegen tien uur kwamen de eerste bezoekers reeds aanzetten, maar het hoogtepunt werd bereikt tegen een uur toen de meisjes van de Arbeidsdienst in hun fleurige jurken onder leiding van hopvrouwe D. G. Germs door een erehaag van de N.A.D. binnenkwamen. Kort na hen kwam ook de korpscommandant met zijn adjudant. Hierna zette men zich aan de maaltijd.

’s Middags werden de gasten rondgeleid over het terrein en werden de omstreken bezichtigd. Hierna marcheerden A.D.M en N.A.D. naar het feestterrein, waar de burgerij van Mook reeds voor een groot gedeelte aanwezig was. De arbeidsmannen begonnen met lichte gymnastiek en acrobatische sprongen. Vlak daarna kwamen de meisjes het veld op, op een versierde wagen getrokken door de jongens. Het nummer dat hierop volgde, was een behendigheidswedstrijd tussen de Mookse burgers en de N.A.D. Enkele aardige prijzen waren hiervoor uitgeloofd. Ook de zangwedstrijd viel zeer in de smaak van het publiek. Vervolgens kwamen de meisjes aan de beurt en deze voerden enkele volkdansen uit.

Terwijl al deze feestelijkheden afgewerkt werden, hielden enkele meisjes de kinderen op de andere speelweide bezig met allerhand spelletjes waarbij ook prijzen uitgeloofd werden. Om half zes marcheerde men gezamenlijk terug naar het kamp, waar de tafels al weer gedekt stonden. Veel vroeger dan de bedoeling was, brak de tijd al weer aan dat van de meisjes afscheid genomen moest worden.

’s Avonds vond er een bonte avond plaats, opgevoerd door eigen krachten. Ook hier waren meer burgers opgekomen dan oorspronkelijk verwacht werd. Het N.A.D. strijkje de Mookers zorgde voor afwisseling. In de pauze werd er koffie met koek rondgedeeld. Vervolgens werden er nog enkele aardige schetsen opgevoerd. Aan het slot van deze zo goed geslaagde avond sprak de corpscommandant nog enkele woorden tot de burgers en de arbeidsmannen, die zich deze avond verdienstelijk gemaakt hadden.

De avond werd gesloten met het staande zingen van ‘alle man van Neerlands stam’.

Alle man van Neêrlands stam

Alle man van Neêrlands stam
Voelen zich der vaad’ren zonen
Willen zij op ‘t plekje wonen
Dat hun tot een erfdeel kwam
Eigen meester, niemand’s knecht
Recht en slecht
Stalen vuist en rappe hand
Zo is ‘t volk van Nederland

Toen, gezengd door oorlogsvlam
‘t Vaderland was in gevaren
Vochten wij wel tachtig jaren
Tot er heerlijke uitkomst kwam
Offerden met mannenmoed
Goed en bloed
Tot het klonk langs beemd en strand:
Vrij is het volk van Nederland

Zo zal ‘t zijn door d’eeuwen heen
Vrije Friezen, ronde Zeeuwen
Gelres helden, Hollands leeuwen
Eén voor allen, allen één
Aan Wilhelmus van Nassouw
Hou en trouw
Blijft ons aller hart verpand
Aan ons dierbaar Nederland

(J.G. Nijk/H.J. den Hertog)

Maart 1943:

 

 

 

De ambtelijk secretaris Van Ewijk schreef hierover:

In oktober-november 1942 werden bij werkzaamheden uitgevoerd door leden van de Nederlandse Arbeidsdienst onder deze gemeente prehistorische urnen gevonden. Van de vondst werd mededeling gedaan aan het rijksmuseum van oudheden te Leiden.

Vanwege het museum werd een onderzoek ingesteld, hetgeen echter niet tot verdere opgravingen leidde zulks in overweging, dat de bewaarplaatsen van urnen, waarin as der verbrande lijken bewaard werd, vaak op geruime afstand van de eigenlijke nederzetting waren aangelegd.
De gevonden urnen zullen op verzoek naar het Rijksmuseum te Leiden worden opgezonden.

Verbetering van het bos bij Mook vraagt de aandacht

Als men het woord Mookerheide hoort, denkt men aan het jaar 1574. De slag ter plaatse maakte een einde aan de veldtocht door Lodewijk van Nassau ondernomen, om de Hollanders te helpen en Leiden te doen ontzetten. Op het ogenblik is er van een heide niets meer te zien en de wandelaars vertoeven daar in een heerlijke omgeving.
Enkele gebieden zijn nog ontoegankelijk en hier en daar kan men spreken van woeste gronden. De bewoners van het kamp Mook van de Nederlandse Arbeidsdienst zorgen er voor, dat daarin verbetering wordt aangebracht. Vorige lichtingen hebben reeds een weg aangelegd van zestienhonderd meter, waardoor het mogelijk is de natuur meer te benaderen en de weg kan in de toekomst ook gebruikt worden om gekapt hout te vervoeren. Dan is een terrein bewerkt waar Staatsbosbeheer voor jonge aanplant zal zorgen.
Er is in de toekomst nog meer te doen. Is dat wel nuttig, zal men zich afvragen en het antwoord moet zijn ja, omdat de arbeid er toe bijdraagt, dat afgesloten terreinen voor het publiek opengesteld worden en talloze Nederlanders van de natuur kunnen genieten.
De nieuwe lichting is opgekomen en een terrein is aangewezen, dat ontgonnen moet worden. Gemakkelijk zullen de mannen het niet hebben, maar dat is niet erg. Het is immers niet de bedoeling om een taak in korte tijd af te maken, maar om eenvoudige handenarbeid te verrichten. Het hanteren van een schop, een bijl of een houweel wordt aangeleerd, hetgeen een gezonde inspanning vereist, maar iedereen kan het gemakkelijk leren. In de omgeving van Mook vraagt verbetering van het bos de meeste aandacht en met vertrouwen kan het resultaat tegemoet worden gezien.
De kaderleden letten in het bijzonder op de houding van de mannen. Indien zodanig gespit wordt dat men spoedig moe is, dan worden aanwijzingen gegeven. Het is dan reeds vele malen voorgekomen dat jongemannen, die gewend waren op het land te werken, moesten ervaren dat zij hun schop verkeerd vasthielden.

Onder de jongemannen zijn er ook, die willen meewerken aan het verfraaien van het kamp. Zij krijgen daartoe de gelegenheid in hun vrije uur. In Mook bijvoorbeeld waren de laatste maanden enkele liefhebbers die een rotstuin hebben aangelegd en het park enigszins verfraaid hebben. Een liefhebberij welke zeer toegejuicht wordt. Aldus een krantenbericht van 13 januari 1944.

 

Een ochtend in het kamp van Mook

Arbeidsmannen krijgen uniformen
Het is tegen zevenen in het kamp Mook van de Nederlandse Arbeidsdienst. De vele jongemannen, die de vorige dag uit alle windstreken zijn aangekomen om daar vijf en halve maand te vertoven, Slapen nog rustig op hun slaapzalen. Precies zeven uur trekt de hoornblazer langs de barakken voor de reveille en de vredige rust is verdwenen. Overal is bedrijvigheid en voorbereidingen worden getroffen voor het eerste punt van het programma van de dag namelijk ochtendgymnastiek.
Vijf minuten later staan de talloze jongemannen in hun trainingspakken gereed. De spieren moeten wat los gemaakt worden. De volgende dagen zal er meer tijd besteed worden aan dit belangrijke onderdeel van de lichamelijke vorming van de opkomenden.
Dan naar het waslokaal. Het ziet er keurig uit en veel ruimte is er ingericht om het lichaam goed te verzorgen.
Zo begon de tweede dag van de arbeidsman en in de toekomst zal iedere morgen op deze wijze ingezet worden, met dit verschil dat na 1 april de hoornblazer om zes uur in het kamp komt en het leven een uur vroeger begint.
Dienst kon er deze dag niet worden gedaan, omdat er nog veel voorbereidende maatregelen getroffen moesten worden. Na aankomst waren allen voorzien van werkgoed, dekens, ondergoed en benodigheden voor de lichamelijke ontwikkeling. Aan het uiterlijke van de arbeidsman moest nog aandacht worden besteed en een bezoek aan de fourier was daarvoor nodig. Uniformen voor kleine en grote mannen, dikke en dunne waren aanwezig. Een kleermaker kwam er ook aan te pas om na te gaan of hier en daar wat hersteld moest worden en dan gaf hij aanwijzingen hoe de knopen vastgemaakt moesten worden, enz.

Bijna een etmaal waren we in het kamp en veel te doen was er nog niet. De jongens hadden het kalm en wisten nog niet wat vlaggenparade is, hoe er met de schoppen geëxerceerd wordt, naar welk werkobject zij iedere morgen zullen trekken, welke werkzaamheden zij moeten verrichten om het kamp schoon te houden en welke diensten zij moeten verrichten bij de maaltijden.
Het zal nog wel twee dagen geduurd hebben eer het kampleven op volle toeren draaide. Dan heerst er weer orde en regelmaat.

Dit verslag hebben we in de krant van 11 januari 1944 kunnen lezen.

 

Vlaggenparade

Een plechtigheid die elke dag terugkeert, is de vlaggenparade. De bedoeling is de arbeidsman een hart onder de riem te steken ter volvoering van zijn taak als Nederlander. Allen van het kamp nemen daaraan deel. De hopman neemt op de verhoging plaats en in carré stellen de kaderleden, het vaste personeel en de arbeidsmannen zich op. De exercitieschop wordt gebruikt en opgeheven, als de vlag in top gaat. Een kaderlid spreekt een leuze uit, waarna hij een toelichting geeft. Hiermee wordt de arbeidsman te kennen gegeven in welk teken de dag beschouwd moet worden en wat speciaal ter harte genomen moet worden. Op elk uur van de dag moet men aan de leus denken.

Toen de Duitsers verdreven waren, werd dit kamp gebruikt voor opvang van verschillende legereenheden waartoe onder andere Engelsen en Canadezen behoorden.

 

In februari 1950 komt van de inspectie der Domeinen te Venlo het bericht dat het kampement gesloopt moet worden. Vervolgens volgt op 3 maart een overeenkomst tussen de Domeinen en de gemeente Mook-Middelaar waarin staat:

Dat de barakken reeds gesloopt en afgevoerd zijn maar dat de funderingen, water- en elektriciteitsleidingen, rioleringen, vijvers, putten, wegverhardingen, beplantingen (voor zover door de Staat aangebracht), afrasteringen, een stenen voertuigenloods, een stenen kolenbergplaats en een stenen brandspuitenhuisje in en op het terrein zijn achtergebleven.
Dat de huur van het terrein tegen 1 oktober 1950 zal worden opgezegd.
Dat de nog noodzakelijke slopingswerken door eigen arbeidskrachten van de gemeente zal worden uitgevoerd (voor de gemeente betekent het dan een bron van inkomsten).
Dat alle afkomende materialen uiterlijk 30 september 1950 van het terrein verwijderd moeten zijn.
Dat de Staat aan de gemeente 1308 gulden zal betalen.