Herkomst Nederlandse achternamen

Altijd al willen weten de geschiedenis van of wie uw voorvaderen waren?

Heeft u altijd al willen weten wie uw voorvaderen waren of wat zij deden? Heeft u de ouders van uw opa of oma nog gekend? Weet u wie de grootouders van uw opa of oma waren? En wat deden zij voor de kost?

Vragen waarop u misschien in familiekring al antwoorden hebt gevonden. In elke familie gaan vast verhalen rond over beroemde of beruchte voorouders.

Bij stamboomonderzoek werkt u vanuit het heden terug in de tijd. U begint bij uzelf en gaat dan naar uw ouders, grootouders, overgrootouders en zo verder.

Wij zien regelmatig benamingen van voorouders voorbij komen die niet (helemaal) juist zijn. Daarom hier even de juiste benamingen van 64 generaties:1. vader / moeder2. grootvader / grootmoeder3. overgrootvader / overgrootmoeder4. betovergrootvader / betovergrootmoeder5. oud vader / moeder6. oud grootvader / grootmoeder7. oud overgrootvader / overgrootmoeder8. oud betovergrootvader / betovergrootmoeder9. stam vader / moeder10. stam grootvader / grootmoeder11. stam overgrootvader / overgrootmoeder12. stam betovergrootvader / betovergrootmoeder13. stam oud vader / moeder14. stam oud grootvader / grootmoeder15. stam oud overgrootvader / overgrootmoeder16. stam oud betovergrootvader / betovergrootmoeder17. edel vader / moeder18. edel grootvader / grootmoeder19. edel overgrootvader / overgrootmoeder20. edel betovergrootvader / betovergrootmoeder21. edel oud vader / moeder22. edel oud grootvader / grootmoeder23. edel oud overgrootvader / overgrootmoeder24. edel oud betovergrootvader / betovergrootmoeder25. edel stam vader / moeder26. edel stam grootvader / grootmoeder27. edel stam overgrootvader / overgrootmoeder28. edel stam betovergrootvader / betovergrootmoeder29. edel stam oud vader / moeder30. edel stam oud grootvader / grootmoeder31. edel stam oud overgrootvader / overgrootmoeder32. edel stam oud betovergrootvader / betovergrootmoeder33. voor vader / moeder34. voor grootvader / grootmoeder35. voor overgrootvader / overgrootmoeder36. voor betovergrootvader / betovergrootmoeder37. voor oud vader / moeder38. voor oud grootvader / grootmoeder39. voor oud overgrootvader / overgrootmoeder40. voor oud betovergrootvader / betovergrootmoeder41. voor stam vader / moeder42. voor stam grootvader / grootmoeder43. voor stam overgrootvader / overgrootmoeder44. voor stam betovergrootvader / betovergrootmoeder45. voor stam oud vader / moeder46. voor stam oud grootvader / grootmoeder47. voor stam oud overgrootvader / overgrootmoeder48. voor stam oud betovergrootvader / betovergrootmoeder49. voor edel vader / moeder50. voor edel grootvader / grootmoeder51. voor edel overgrootvader / overgrootmoeder52. voor edel betovergrootvader / betovergrootmoeder53. voor edel oud vader / moeder54. voor edel oud grootvader / grootmoeder55. voor edel oud overgrootvader / overgrootmoeder56. voor edel oud betovergrootvader / betovergrootmoeder57. voor edel stam vader / moeder58. voor edel stam grootvader / grootmoeder59. voor edel stam overgrootvader / overgrootmoeder60. voor edel stam betovergrootvader / betovergrootmoeder61. voor edel stam oud vader / moeder62. voor edel stam oud grootvader / grootmoeder63. voor edel stam oud overgrootvader / overgrootmoeder64. voor edel stam oud betovergrootvader / betovergrootmoeder

 

Een afstammingsnaam is een type achternaam die een genealogische relatie tussen twee personen aangeeft. De meest voorkomende afstammingsnaam van Nederland is De Jong, en was in tevens in 2007 de meest voorkomende achternaam.

De twee voornaamste ondersoorten van de afstammingsnamen zijn het patroniem en het metroniem. Waar een patroniem aangeeft wie de vader van het kind is, geeft een metroniem aan wie de moeder is.

Andere verwantschappen die aangegeven kunnen worden zijn bijvoorbeeld:

  • een neef (achternaam: De Neve of Neefjes)

  • een oom (achternaam: Ooms)

  • een kleinzoon (achternaam: Klijnsoon)

  • een geheel andere relatie: (achternaam: Vriend of De Oude)

 

Een patroniem of vadersnaam is een naam, al dan niet officieel, die aangeeft hoe de vader van de naamdrager heet.                              Nederlandse familienamen als Jans(s)en, Claes Willems(en) (Willemszoon), Hendriks, Jacobs en Hermans waren oorspronkelijk patroniemen. Men noemt dat versteende patroniemen.

 

 

Een metroniem  (van Oudgrieks μήτηρ, moeder), 

metronymicum of moedersnaam is een familienaam die afgeleid is van de voornaam van de (stam)moeder. Het is een vorm van een afstammingsnaam.

Enkele metroniemen zijn:

  • Aafjes, Aagtjens van Aafje

  • Beelen of Belen, op basis van Isabel, Isabelle of Mabelia

  • Bijl, Byl, Byl(l)e, Beils, Beyl(s), Byls, Bijls - verkorte vorm van de voornaam Belia/ Bilia uit Sibylla of Amabil(i)a

  • Cleiren van Clara

  • Hillegonds kind van Hillegonde. Deze achternaam is in Nederland waarschijnlijk verdwenen, maar komt in de VS nog wel voor.

  • Jut of Jutte, naar Judith.

  • Keunen, Coenen van Cunera of Cunegond(e)

  • Mariën, van Maria

  • Neeske(n)s van Agnes

  • Siborg(h)s, Sieborgs, Ci(e)borgs, Sibourg, Cibour, Cibos - van de voornaam Sib(e)rig of Siebrig uit de Germaanse voornaam Sigi(s)-burg

  • Toria, van Victoria

  • Truyens van Gertruida

  • Verellen, van der Ellen

 schema voorouders

De officiële vastlegging van achternamen, die inhield dat het hebben van een achternaam verplicht werd, kwam met de invoering van de burgerlijke stand.

In Zuid Nederland was men daar eerder mee dan het Noorden.

In België, Zeeuws-Vlaanderen en een deel van Limburg werd de burgerlijke stand tussen 1790 en 1800 ingevoerd.

In het Noordelijk gedeelte van Nederland was dat in 1811.

Namen werden genoteerd middels de “Verhandeling over de Nederduitse speling ter bevordering van eenparigheid in dezelve” van Matthijs Siegenbeek uit 1804. 

De eerste oproep in de noordelijke Nederlanden om een achternaam aan te nemen was op 11 augustus 1811.

Dit hield in dat een ieder binnen een jaar een vaste achternaam diende aan te nemen.

Daarvoor moest men naar het gemeentehuis alwaar een verklaring werd opgenomen. 

Onder de mensen die in 1811 naar het gemeentehuis togen waren er een groot aantal bij die het aannemen van een achternaam niet al te serieus namen en een rare achternaam kozen.

Men was van mening dat het dragen van een vaste achternaam wel weer afgeschaft zou worden als er een einde zou komen aan de Franse overheersing.

Men stond destijds nog onder gezag van de Franse keizer Napoleon. 

Vanuit de wachtkamer op het gemeentehuis steeg regelmatig een daverend gelach op als iemand het weer eens bont gemaakt had.

Namen als: Simon Boterkop, Kees Platvoet, Auke Armoedzaaier en Karst Schijthuis werden opgegeven. Niets was te gek.

Gelukkig werden dergelijke namen door de dienstdoende klerken veelal geweigerd. 

 

Omdat een jaar na 11 augustus 1811 nog lang niet iedereen gehoor had gegeven aan de oproep tot het vastleggen van een vaste achternaam volgde op 17 mei 1813 een nieuw decreet, met als uiterste termijn 1 januari 1814.

 

Ook aan dit decreet werd niet massaal gehoor gegeven en er volgde een derde oproep op 8 november 1825 met een termijn van 6 maanden waarbij een boete in het vooruitzicht gesteld voor een ieder die aan deze oproep geen gehoor had gegeven.

 

Dit hielp. In 1826 had vrijwel iedereen een achternaam zodat begin 1826 op de vraag,”Wat is uw Van? (Van is Frans voor achternaam) nagenoeg niemand meer hoefde te antwoorden,”Ik ben zonder Van”.

 

Achternamen zijn in zes verschillende groepen te verdelen.

 

Voornaamsnamen

Dit zijn namen die zijn afgeleid van voornamen.

Adriaans komt van Adriaan, Klaassen van Klaas en Wesseling van Wessel.

Op het moment dat er nog geen verplichting was tot het aannemen van een vaste achternaam was deze wijze van naamgeving veel gebruikt.

Herkomstnamen

Herkomstnamen bevatten de naam van een specifieke aanwijsbare plaats, rivier, beek of locatie. Zoals de naam Vermeij een herkomstnaam is, die aan geeft dat de aangever kennelijk op nogal wat afstand van een meierij woonde. Dergelijke namen werden veel gebruikt door personen die leefden van de landbouw. Namen als Terpstra, iemand die woonde op een terp, Boomgaard iemand die in of in de nabijheid van een boomgaard leefde of Vermeulen, iemand die in de nabijheid van een molen woonde en De Vries ( de Fries) iemand die uit Friesland kwam), komen nog veel voor.

 

Beroepsnamen

Dat veel achternamen afkomstig zijn van beroepen is makkelijk verklaarbaar. Men leefde in die tijd in kleine gehuchtjes of gemeenschappen en iemand die een bepaald beroep uitoefende nam dus alras die naam aan.

Smit, Bakker of Huisman (Huisman is de oude benaming voor een boer) of Paardekoper.

 

Eigenschapsnamen

Eigenschapsnamen zijn namen die zijn afgeleid van bepaalde kenmerken van een persoon. Had iemand opvallende krullen dat kreeg hij de achternaam Krul of Krol. Was iemand opvallend lang dan was de naam De Groot voor hem of haar bedoeld. Veel van deze oorspronkelijke bijnamen zijn later vaste achternamen geworden omdat men de betreffende persoon toch al aan zijn bijnaam herkende.

 

Relatienamen

Relatienamen zijn namen waarin familiebanden, vriendschapsaanduidingen of maatschappelijke verhouding tot uitdrukking komen. Geboers of Nabuur betekent “buren”. Overmans of Prins verwezen naar het gildenwezen.

 

Dierennamen

Hiervan zijn er zeer veel in Nederland. (De) Vos, (De) Bever, (De) Bie ((De)Bij) (De) Haan en (De)Leeuw. Aangenomen door mensen die zich op een of andere wijze verbonden voelde met de dieren.

Vondelingennaam: Naam die werd gegeven aan een vondeling, vaak naar de plaats of tijd waar het kind gevonden werd. Voorbeelden: Groen, Vondeling, Gevonden.

Een eigenschapsnaam is in de antroponymie een soort achternaam. Onder deze soort achternamen verstaat men de namen die direct verwant zijn aan eigenschappen van mensen, zowel psychisch als fysisch. De in Nederland meest voorkomende eigenschapsnaam is De Groot. Er valt echter ook wat voor te zeggen om De Jong bij de eigenschapsnamen te rekenen. Als dat wordt gedaan staat die naam met stip bovenaan.

 

Eigenschapsnamen ontstonden vaak op natuurlijke wijze. Waar namen als De Rooij eerst als gewone bijnaam circuleerden, werden ze later officiële achternamen en stonden ook op die wijze bij instanties bekend.

Binnen de eigenschapsnamen worden nog verdere categorieën of specificaties onderscheiden:

  • Metaforische naam: Een naam die is ontstaan doordat de persoon ergens aan deed denken, vaak dieren, Vos, De Leeuw
  • Zinwoordnaam: Een veelal opvallende naam die een eigenschap beschrijft, in een soort zinvorm, vaak met werkwoord, Kijk in de Vegte, De Kwaadsteniet, Zondervan, Niemantsverdriet, Lachniet
  • Vondelingennaam: Naam die werd gegeven aan een vondeling, vaak naar de plaats of tijd waar het kind gevonden werd, Groen, Vondeling, Gevonden (tevens zinwoord)

Geografische namen zijn in de antroponymie een hoofdtype achternaam. Onder deze type achternamen verstaat men de namen die direct zijn afgeleid van plaatsen, zoals gebouwen dorpen en of steden, maar ook natuurlijke kenmerken zoals een bos of een heuvel.

Binnen de geografische namen onderscheidt men twee subgroepen. De herkomstnaam en de adresnaam. Het verschil tussen beide is dat ten tijde van het vastleggen van de achternaam een herkomstnaam een afkomst aanduidde, terwijl een adresnaam de huidige woonplaats beschreef. Herkomstnamen vallen vaak terug op landen of regio's, waar adresnamen waterlopen, bossen, plaatsen en herbergen beschrijven.

Een voorbeeld van een herkomstnaam is bijvoorbeeld De Vries. Een adresnaam is bijvoorbeeld Van den Berg of Van Leeuwen. De meest voorkomende geografische naam van Nederland is De Vries.

Een adresnaam of woonplaatsnaam is in de antroponymie een achternaam die aangeeft waar iemand woont. Het grote verschil met een herkomstnaam is dat een herkomstnaam ten tijde van het ontstaan van de naam een voormalige woonplaats aanduidde en een adresnaam een huidige woonplaats. Kenmerkend voor deze groep namen is de aanwezigheid van een topografische referentie, bijvoorbeeld een veld, bos, of een waterloop. Ook boerderijnamen (Bronsvoort, Nooitgedagt), waaronder Oost-Nederlandse boerderijnamen op -ing of ink (Aalderink, Bruggink), namen van huizen en herbergen (Bontekoe, Fortuin, Hardebol) en scheepsnamen vallen in de groep adresnamen.

Samen met de beroepsnaam en het patroniem beslaat de adresnaam het grootste deel van alle Nederlandse achternamen. De meest voorkomende adresnaam is Van den Berg

Een herkomstnaam is in de antroponymie een achternaam die aangeeft waar iemand vandaan komt. Het grote verschil met een adresnaam is dat, ten tijde van het ontstaan van de naam, een adresnaam een huidige woonplaats en een herkomstnaam een voormalige woonplaats aanduidde. Een herkomstnaam bevat geregeld een geografische referentie, maar deze is vaak algemener dan die van een adresnaam. Voorbeelden van herkomstnamen zijn: De Vries, Van Oostenrijk, Schot(s)man, De Grieck, Van Noorwege enzovoorts.

Bij het constateren moet een slag om de arm gehouden worden met de precieze afkomst, de algemene geografische kennis ten tijde van het ontstaan van de naam was niet altijd even goed. Een persoon die den Turck genoemd werd hoefde niet per definitie uit Turkije te komen. Turkije was synoniem voor een ver oord, omdat dit voor mensen in de Middeleeuwen al bijna het einde van de wereld betekende.

Daarnaast kon iemand die volgens de Nederlander of Vlaming Duits klonk Duyts genoemd worden, terwijl de persoon in kwestie helemaal niet Duits was.

De meest voorkomende herkomstnaam van Nederland is De Vries.

Lijst

Van meest voorkomende Nederlandse herkomst achternamen, deze zijn veelal afkomstig van pachters of bewerkers van gronden van leenheer en/of verpachters.

 

A

Aardappel  

Aardbei 

Adelmeijer 

Akker 

Akkerdaas 

Appelboom 

Appelmelk 

 

B

Bargeboer 

Bats 

Beemsterboer 

Beenakker 

van Beesten 

Bergboer 

Biesboer 

Biest 

Biet 

Bietenaar

Blaauwboer 

Bloemzaad 

Boekwijt 

Boer 

Boerakker 

Boerbank 

Boerboom 

Boerendans 

Boerendonk 

Boerenfijn 

Boerenkamp 

Boerenstam 

Boerenveen 

Boerewinkel 

Boerhave 

Boerhof 

Boerhoop 

Boerkamps 

Boerkool 

Boerlage 

Boerland 

Boerleder 

Boerlijst 

Boermeester 

Boersbroek 

Boerstal 

Boerstoel

Bokje 

Bolstier 

Bonestroo 

Bontekoe 

Boogert 

Boonemmer 

Boomgaard  

Boonacker 

Boonstoppel  

Boonzaayer  

Boter 

Boterenbrood 

Boterhoek  

Boterman   

Brakeboer  

Brandveen 

Bravenboer 

Broodkoorn  

Bruinekool  

Buiskool  

Bul  

Bunder  

Buijsrogge 

  

C

Calkoen 

Citroen 

van den Crommenakker  

 

D

Damboer  

Deterd Oude Weme 

Detert Oude Weme 

Deeltekaas 

Dikkeboer   

Dolleboter  

Dorsen   

Dorsman  

Druif  

Druiventak  

Dubbelboer  

 

E

Edelschaap  

Eendebak 

Eenkoren  

Eg  

Eggen  

Ei  

Eigenbrood  

Eg  

van den/van der Eng  

Enter 

Erf  

Erwteman 

Evenboer 

 

F

Fleerakkers  

Fokken  

Fokker 

Fruitema  

Fruitman   

Fuik  

Funnekotter  

 

G

Gamelkoorn  

Gans 

Gansekoele 

Ganzeboer 

Ganzeboom  

Gardenier 

de Geit 

Gerst  

Geyteman 

Gier  

Gierveld 

Glimmerveen  

Goorhorst Oude Sandering  

Gortworst  

Goudappel  

Graanboom  

Graanoogst  

Graansma  

Graanstra  

Graas 

Graaskamp  

Gras  

Grasboer  

Graswinckel  

Grishaver  

Groeizaam  

Groeneboer  

Groenekaas  

Groente  

Grote Stroek  

Groot Baltink  

Groot Bramel  

Groot Breteler 

Groot Boerlage  

Grootherder  

Groot Jentink 

Groothuesheidkamp  

Groothuismink   

Grootkarzijn  

Groot Nueland  

Groot Oonk  

Groot Rouwen  

Grootscholten  

Groot Tjooitink  

Groot Zevert 

Groot Zwaaftink 

Groote Balderhaar ten Velde  

Groteboer 

Grotenboer  

Grootte Schaarberg  

 

H

de Haan Uit Oude Groeneveld 

Haantjes  

Halfschepel 

Halm  

Hanemaayer (Duitse oogstarbeider) 

Hanenberg  

Hanedoes  

Hanegraaf  

Hanekroot  

Hanepen  

Haneveer  

Haneveld  

Hark 

Hateboer  

Haver  

Haverbult 

Haverhals  

Haverkamp  

Haverkate 

Haverkorn  

Haverkorst  

Haverkort 

Haverkotte   

Haverland  

Haverman  

Havertong  

Heiboer  

Hen  

Hendervanger  

Hengst 

Hengsteboer 

Hennep  

Hennephof  

Henneveld  

Hennip 

Hennipman  

Hennipsmaat  

Herderschee 

Hoefakker 

Hoen  

Hoenkamp 

Hoenderdos 

Hoenderkamp  

Hoendermis  

Hoendervanger  

Hoendervoogt  

Hoevenaar  

Hommel  

Honing 

Hoeder  

Hooisma 

Hoonakker  

Hopkoper 

Hoppenbrouwer 

Hopstaken  

Houtakkers  

Hovenier 

 

I

Imker  

 

J

Jongboer 

Jongeboer  

Jongschaap  

Juk 

 

K

Kaas 

Kaasenbrood 

Kaasgaren  

Kaashoek 

Kaasjager  

Kaasschieter  

Kalf  

Kalfsvel  

Kalkoen  

Kattenpoel Oude Herink 

Kalverboer  

Kalverda  

Kalverkamp

Kapoen  

Kelfkens (komt van kalf) 

Kers  

Kerseboom  

Keuter (kleine boer)  

Keuterman  

Kieken 

Klaasboer  

Klaverboer  

Klaverweide 

Kleiboer  

Klein Arfman 

Klein Avinck 

Klein Avink  

Klein Boonschate 

Klein Breteler  

Klein Douwel   

Klein Elhorst  

Klein Gansei  

Klein Ganseij 

Klein Gunnewiek  

Klein Günnewijck 

Klein Haneveld  

Klein Heerenbrink   

Klein Hemmink  

Klein Hollenberg 

Klein Horstman 

Klein Iking 

Klein Ikink

Klein Kauwenberg  

Klein Klouwenberg  

Klein Lankhorst  

Kleinluchtenbeld  

Kleinlugtenbeld  

Klein Leunk  

Klein Nagelvoort  

Klein Nulend  

Klein Nulent  

Klein Robbenhaar  

Klein Rot 

Kleine Schaars  

Klein Snakenborg  

Klein Snavelborg  

Klein Soetebier   

Kleinelangeveldsloo  

Kleine Rammelkamp  

Kleine Snuverink 

Kleine Stroek 

Klein Tank 

Kleine Toereers 

Kleinlangegevelsloo 

Kleinlangenhorst   

Klein Schiphorst 

Klein Slaghekke  

Klein Sprokkelhorst  

Klein Swormink 

Klein Zaaltink  

Klein Zessink  

Kleipaste 

Kloek  

Klompalberts  

Klomparends  

Klompé 

Klompenhouwer  

Klompjan  

Klompmaker  

Klompstra  

Kloosterboer  

Kloprogge 

Knoflook   

Knol  

(de) Koe

Koebeer   

Koebrugge  

Koedam  

Koedoder  

Koedood

Koedoot   

Koedijk   

Koedijker 

Koehoorn  

Koehorst  

Koeiman  

Koemeester  

Koemelker  

Koeslag  

Koestal  

Koestapel 

Koetje  

Koevoet  

Koeweide)

Koekelkoren  

Komkommer  

Komkommerman  

Knoflook 

Kokelkoren 

Kooiker 

Koolhoven  

Koolma  

Koolmoes  

Koolstra  

Kooltuin  

Koornneef 

Kooiker  

Korenaar   

Korenhof  

Korenman 

van de Korenmarkt 

Korenromp

Korenstra 

Korrel 

Kortekaas  

Kortekool  

Kotter (keuterboer)  

Kotterik 

Krootjes  

Kruid  

Kruitmoes  

Kruiwagen 

Kuiken 

Kuilboer  

Kuus (varken)  

Kwaadgras 

Kwakkelboer 

Kweekman 

 

Lammerschaag 

Lammerschop 

Lamsvel 

Landbouwer 

Landman 

Landwaart  

Laufkotter 

Ledeboer  

Leiseboer  

Letteboer  

Lievestroo 

Loerakker 

Loot 

Lutjeboer  

Lutje Farwick  

Lutje Holzik 

Lutje Hulsik  

Lutje Spelberg 

Lutje Wagelaar 

Lijnzaad  

 

M

Maaiveld  

Maaijer 

Mateboer

Meent  

Meierdrees 

Melk 

Melkenkoek 

Melker 

Melkert 

Melkman

Melkpot 

Melkstop

Meloen 

Merriënboer 

Mest 

Moesman 

Molkenboer 

Morel 

Mudde

 

N

Nattekaas 

van Nimmerdor 

Noot 

Nijeboer 

Nijenboer 

Nije Olde Everink 

Olde Benneker  

Olde Bolhaar

Olde Daalhuis 

Olde Dubbelink

Olde Grunder

Olde Hanhoff 

Olde Hanhoff 

Olde Hanter 

Olde Hanter 

Olde Hensken 

Olde Juninck 

Olde Juninck

Olde Kalter

Olde Keizer

Olde Kieverik 

Olde Kieverik

Olde Kleine Kavik 

Olde Meijerink 

Olde Rikkert 

Olde Scholtenhuis 

olde Scholtenhuis

Onderdenwijngaard 

Onderstal 

Ongerboer 

Onkruijt 

Ooft 

Ooi  

Op Heij 

Opstal 

Os 

Ossebaard 

Ossenblok

Ossendrijver

Ossenkoppele

Ossewaarde  

Osseweijer 

Ouboter  

Oude Aink

Oude Elferink

Oude Groen  

Oude Groenerger 

Oude Groeneveld 

Oude Groeniger 

Oude Grotebevelsborg 

Oude Hendriksman

Oude Huikink 

Oude Keizer 

Oude Koehorst 

Oude Kosterink

Oude Kotte

Oude Lutkehuis 

Oude Moleman 

Oude Mulders

Oude Scholten 

Oude Spekhorst 

Oude Steenhof 

Oude Voshaar 

 

P

Paanakker 

Pachter 

Pamboer

Pens 

Peen 

Peer 

Peerdeman

Pelleboer 

Peerenboom

Perk * 

Peul * 

Peulen * 

Peulken * 

Pink * 

Pinksterboer * 

Plag

Pamboer

Plaggemars 

van Plaggenhoef 

Ploegmakers

Ploegsma  

Ploegstra 

Plugboer 

Pluimgraaff  

Plukker 

Polderboer 

Pronkhorst 

Pruimboom 

Puul 

van Puurveen

 

R

Raap 

Radijs 

Ram

Reuzel 

Rietsnijder 

Ripzaad  

Ritstier 

Rogge 

Roggeband 

Roggema 

Roggeveen 

Roggeveld

Ruigentuin 

Ruighaver 

Rund

Runderkamp

Rundervoort 

Rijkeboer

Rijploeg 

 

S

Schaapherder

Schaaphok 

Schaapman 

de Schaapmeester

Schaapsmeerder  

Schaapstal 

Schaapveld 

Schaapwol 

Schapekop 

Schapendonk 

Schapevel

Schep

Schepel

Schoffelen

Scholten Linde

Schoof 

Schoonakker 

Schultenjohann 

Schuiteboer 

Segboer 

Sennekool 

Sikkel

Sla 

Slabbekoorn

Slikboer 

Sneeboer 

Soepboer 

Sombogaart

Spelt 

Spieker  

Spitter 

Spijkerboer 

Stek 

Stengel 

Sterkeboer 

Stier 

Stoppel 

Stroboer 

Strobos

Stronk 

Stroo 

Strooband 

Stroobos 

 

T

Tielboer 

Tuinder

Tuinzaad 

Tulp 

Turf  

Turfboer 

Tijman op Smijers

 

U

Uijenboer 

Uitjes

 

V

Vaars 

van der Vee 

Veenboer 

Veeneklaas  

Veldboer

Velenturf  

Velsterboer 

Vennegoor 

Vers

Vlas 

Vlasbloem 

Vlaskamp 

Vlaspolder 

Vlasveld 

Voerknecht 

Vogelvanger 

Voorhoeve 

Vroegindewei

 

W

Waalboer 

Waaleboer 

Walenboer 

Warmoesman 

in de Weide 

Weiland 

Wensveen 

Winterboer 

Witlam 

Wol 

Worst 

Wortel 

Wortelboer 

Woudboer 

Wijnakker 

Wijngaard 

Wijnoogst 

Wijnveen 

Wijt 

 

Z

Zaad 

Zaaiman 

Zaayer

Zandboer 

Zeeboer 

Zeis 

Ziekemeijer 

Zielhorst 

Zoetemelk 

Zomervrucht 

Zoutemelk 

Zuurveen