Kerken
In totaal zijn in Nederland in de loop van de geschiedenis ruim 19.000 kerken gebouwd, waarvan nog ongeveer 7000 resteren.
Daarvan hebben ongeveer 4000 de status van monument en zijn ook ongeveer 4000 kerkgebouwen nog in gebruik: Ongeveer 2300 door de protestanten en ongeveer 1700 door de katholieken.
Soorten kerken naar oorsprong of status:
kapel
kathedraal (Lijst van grote kathedralen)
domkerk
schuilkerk
waterstaatskerk
Soorten kerken naar bouwkundige vorm:
kruiskerk
basiliek
hallenkerk
koepelkerk en kruiskoepelkerk
staafkerk
stolpkerk
zaalkerk
De oorsprong van het woord ‘kerk’ is het Griekse ‘Kyriakè’ (= ‘van de Heer’). In de Griekse tekst van het Nieuwe Testament wordt daarentegen als aanduiding van de groep of samenkomst van gelovigen het woord ‘Ekklèsia’ gebruikt.
Het onderdeel van de theologie dat zich bezighoudt met de Kerk heet de ecclesiologie. Hier kent men begrippen als de ware en de onzichtbare Kerk. Het woord dat in de originele Griekse context van de Bijbel voor kerk gebruikt wordt is dan ook ecclesia, wat de apostel Paulus gebruikt voor "vergadering van gelovigen in Jezus Christus". Het woord ecclesia betekent dus het bijeenkomen (vergaderen) van mensen die Jezus Christus als Heer aannemen over hun leven. Hier wordt Kerk met een hoofdletter geschreven uit respect.
Met de geloofsbelijdenis van Nicea belijden christenen (zowel katholiek als protestant) wereldwijd dat de kerk één, heilig, katholiek en apostolisch is. Dit is een gave (van Christus) aan de kerk en tevens een roeping (om het steeds meer te worden).
Kerkvader Augustinus van Hippo zei van de kerk dat zij een gemengd lichaam is, want er zijn gelovigen en huichelaars.
Reformator Johannes Calvijn maakte onderscheid tussen de zichtbare en de onzichtbare kerk. Dat is een onderscheid, maar geen scheiding.
In Nederland wordt in artikel 2 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek bepaald dat "kerkgenootschappen alsmede hun zelfstandige onderdelen en lichamen waarin zij zijn verenigd", rechtspersoonlijkheid bezitten. Bij de totstandkoming van dit Boek is nadrukkelijk vastgesteld dat het begrip 'kerkgenootschappen' meer omvat dan alleen christelijke en joodse geloofsgemeenschappen. Ook de in Nederland georganiseerde islamitische en boeddhistische genootschappen vallen er onder. In de praktijk zijn echter islamitische organisaties (onder meer moskeeorganisaties en de overkoepelende verbanden) en boeddhistische gemeenschappen in Nederland vrijwel allemaal als stichting of vereniging georganiseerd.
In de Handelsregisterwet 2007 is bepaald dat per 1 juli 2008 dergelijke kerken zich dienen in te schrijven in het handelsregister van ondernemingen en rechtspersonen; dit register wordt bijgehouden door de Kamers van Koophandel. Bij een zeer kleinschalige geloofsgemeenschap is rechtspersoonlijkheid niet altijd nodig.
Protestanten
In de protestantse traditie wordt het nationale kerkverband meestal met de term kerk aangeduid. De plaatselijke geloofsgemeenschap heet dan gemeente. Een uitzondering hierop vormen kerkverbanden waarin de nadruk ligt op de zelfstandigheid van de plaatselijke gemeenten. In dat geval spreekt men plaatselijk van kerk en wordt het overkoepelend kerkverband aangeduid met kerken. De voormalige Gereformeerde Kerken in Nederland en de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt zijn hier voorbeelden van. Er zijn ook gemeenten waar het belang van de plaatselijke zelfstandigheid ertoe heeft geleid dat de term kerk alleen wordt gebruikt om het gebouw aan te duiden. Een voorbeeld hiervoor zijn de Vrije Evangelische Gemeenten.
Katholieken
Bij de katholieken wordt met het woord kerk meestal het hele kerkverband aangeduid. Een groep bisdommen binnen één land of één regio heet kerkprovincie en de plaatselijke geloofsgemeenschap heet parochie.