Organisation Todt
Inhoud
- algemeen
- OT Bergh
-
algemeen
De Organisation Todt (O.T.) was een Duitse bouwmaatschappij tijdens het bestaan van nazi-Duitsland, genoemd naar de oprichter Fritz Todt. De organisatie werd in 1933 opgericht. In 1945, toen het Derde Rijk was gevallen, werd de organisatie opgeheven.
De Organisation Todt was in Nazi-Duitsland een op militaire leest geschoeide bouworganisatie. Ze was in 1938 opgericht door Fritz Todt, aan wie de Todt of OT haar naam dankte. De OT heeft op zeer grote schaal bunkers en andere verdedigingswerken gebouwd in Duitsland en de bezette gebieden. Vanaf 1942 werden ook dwangarbeiders ingezet, waaronder krijgsgevangenen en gevangenen uit concentratiekampen.
Aan het eind van de oorlog werden ook gewone burgers gedwongen mee te werken aan de bouw van verdedigingswerken.
Met deze dwangmaatregel schonden de Duitsers het internationale volkenrecht.
Het ging bij deze verdedigingswerken niet meer om betonnen bouwsels, maar om loopgraven, mangaten, tankvallen en tankgrachten, mitrailleursnesten en dergelijke. Hiervan is het een en ander te zien op luchtfoto's uit die tijd. Voor de versteviging van deze stellingen werd er op grote schaal hout gekapt in het Bergherbos. Vanwege de aard van hun werk of door de manier waarop de OT-werkers zich verplaatsten of werden vervoerd, zijn zij door piloten van geallieerde jachtvliegtuigen vaak aangezien voor Duitse militairen en beschoten.
Om de gigantische bouwprogramma's van het Derde Rijk te organiseren werd er reeds ruim voor de oorlog een organisatie opgericht naar grotendeels militaire inzichten. De organisatie stond onder leiding van ir. Fritz Todt. De organisatie begon relatief klein met de bouw van Autobahnen en later de Westwall (Siegfriedlinie). Echter naarmate de oorlog vorderde, werd dit een gigantische staatsonderneming. Tot aan het begin van de oorlog was de Organization Todt (OT) een onderdeel van het Ministerie voor bewapening en munitie. Na het uitbreken werd zij compleet onafhankelijk van de rijksregering en de partij en had verregaande bevoegdheden. De enige aan wie deze organisatie verantwoording moest afleggen, was de Führer zelf. Naast de OT waren er echter ook nog andere bouw- en constructieondernemingen t.b.v. het militaire apparaat zoals de RAD (Reichsarbeitsdienst).
De Organization Todt was een overheidsorgaan dat de uitvoering overliet aan plaatselijke kleine en grote bouwbedrijven, welke onder contract stonden bij OT. De bedrijven sloten deze contracten niet onder dwang af en verdienden hier zelfs behoorlijk veel geld mee. Door de vele contracten werd een gigantisch staatsbouwbedrijf gevormd, bestaande uit aannemers, architecten, constructeurs, toeleveranciers etc. die allemaal onder contract stonden bij OT. In een later stadium werden aan deze bedrijven onder dwang buitenlandse dwangarbeiders, krijgsgevangenen en gevangenen uit concentratiekampen toegevoegd om de gigantische bouwprojecten af te kunnen krijgen.
De organisatie kende verschillende afdelingen, welke ook verschillende taken en werkgebieden hadden. Voor het bouwen van de Westwall (Siegfriedlinie) waren er de Westwallleitungen opgericht. Toen de Westwall was voltooid en de oorlog uitbrak, werden uit de Westwallleitungen Frontbauleitungen gevormd, welke weer OT-Einsatzkommando's bevatten. Deze werden toegewezen aan legers en legergroepen met de taak om vlak achter het front wegen, bruggen en spoorlijnen te herstellen. Verder waren er OT-Einsatzgruppen welke specifieke opdrachten kregen, zoals het vervaardigen van een stuk Atlantikwall of U-Bootbunkers.
RAD (Reichsarbeitsdienst)
De RAD was een organisatie die vergelijkbaar was met Organization Todt. De taken van de RAD waren echter meer gericht op ondersteuning van de strijdende troepen en ze bevonden zich daarom vaak dicht bij of zelfs tussen de strijdende troepen. Ze waren tot vlak voor het einde van de oorlog niet gemachtigd zelf wapens te dragen, al gebeurde dit wel geregeld. Hun taken waren voornamelijk het aanleggen en repareren van wegen, bruggen, spoorlijnen, versterkingen direct achter het front.
Toen OT de opdracht kreeg tot de bouw van de Atlantikwall kreeg Karl Weiss die de leiding had over de OT-Einsatzgruppen in Frankrijk, de leiding over de bouw van de gehele Atlantikwall. Karl Weiss en Willi Henne, die de leiding had over de werkzaamheden in Denemarken en Noorwegen, kregen op 2 juni (4 dagen voor D-Day) zelfs voor hun verdienste met betrekking tot de bouw van de Atlantikwall het Ridderkruis verleend, wat wel aangaf hoe belangrijk Adolf Hitler deze organisatie en vestingmuur achtte.
Arbeitseinsatz
Omdat OT niet voldoende goedkope arbeidskrachten had om de bouwwerken voor de gestelde data af te krijgen, kregen ze buitenlandse dwangarbeiders, krijgsgevangenen en gevangenen uit concentratiekampen toegewezen. In 1941 was het aantal tewerkgestelden dankzij Generalbevollmächtigte für den Arbeitseinsatz Fritz Sauckel al 271.000 personen. In het jaar daarop (1942) was dit aantal tot 696.000 personen gestegen. Voor de bouw van de Atlantikwall werden in 1942 66.700 en in 1943 248.200 personen gebruikt. Echter, ook deze gigantische aantallen bleken onvoldoende te zijn, waardoor Hitler in 1942 een arbeidsdienstplicht invoerde om te werken voor OT, wat in de volksmond ook wel Arbeitseinsatz werd genoemd.
Atlantikwall
Bij de bouw van de Atlantikwall in België en Frankrijk zijn totaal ongeveer 35 tot 40.000 Nederlanders gebruikt. Nog enkele getallen: er was eind 1942 voor de bouw per maand 650 miljoen Reichsmark nodig. Van augustus 1940 tot mei 1944 werd voor alle kustverdedigingswerken 17.968.000 m3 beton gebruikt, waarvan 4.664.000 m3 voor U-bootbunkers. Deze getallen geven aan hoe belangrijk de U-boten waren voor Duitsland.
Met de definitieve Atlantikwall werd pas begonnen toen Duitsland het militaire initiatief verloor. Toen de mislukte landingspoging in Dieppe voorbij was, werd het bouwprogramma versneld op bevel van Hitler. Albert Speer nam vanaf januari 1943 de Atlantikwall op in zijn urgentiebouwprogramma. Vanaf toen liet Adolf Hitler zich maandelijks voorlichten over de vorderingen d.m.v. gedetailleerde rapporten, betonhoeveelheden en vergelijkende cijfers met de Westwall (Siegfriedlinie) en de Franse Maginotlinie.
De Führer zag de Organization Todt als de grootste bouwonderneming aller tijden en was altijd zeer te spreken over het breken van record op record door de hoeveelheden beton die werden verwerkt, de hoeveelheid mensen die eraan werkten en de kracht van de bunkers. Ook de Duitse propaganda reageerde zeer effectief op de bouwwerken van OT en wist zowel vriend als vijand te imponeren met beelden van onneembare bunkers, gigantische kanonnen en overdekte havens, terwijl dit in praktijk vaak stukken minder indrukwekkend was dan dat men liet geloven.
De eerste belangrijke bouwwerken die werden gerealiseerd betrof de aanleg van Duitse Autobahnen. De infrastructuur voor het autoverkeer kreeg hierdoor een belangrijke impuls en vele werklozen kregen een baan. Vanuit een militair oogpunt verbond deze wegen de belangrijkste industriële centra van het land en ook werden de verbindingen naar de landsgrenzen verbeterd. In 1938 was 3000 kilometer aan snelwegen aangelegd en was het aantal medewerkers van O.T. gestegen van 700 in 1933 naar 300.000.
O.T. deed vooral civiel werk maar vanaf 1936 werd het in toenemende mate actief op het gebied van militaire werken. Het raakte betrokken bij de bouw van de Westwall. De genieafdeling van het Duitse leger bleef verantwoordelijk voor de locatie van de werken, het ontwerp van de verdedigingswerken en hield toezicht op de bouw. De daadwerkelijke bouw kwam in handen van O.T.. Door de intensieve samenwerking kreeg O.T. een half-militaire status. De werknemers van O.T. werden Wehrmachtsgefolge inclusief uniform en wapens.
Organisation Todt was een Duitse overheidsorganisatie en aanvankelijk onderdeel van het Duitse Ministerie voor Bewapening en Munitie.
Met de veroveringen buiten Duitsland volgde O.T. het leger en kreeg allerlei bouwopdrachten. In Nederland kreeg O.T. in april 1942 een eigen kantoor in Den Haag, maar viel officieel onder het O.T. bouwbureau in België. In november 1942 vond een reorganisatie plaats, Nederland kreeg een eigen bureau, Oberbauleitung Holland met Delft als vestigingsplaats. In Nederland werkte O.T. veel met lokale aannemers die waren aangesteld om de bouw daadwerkelijk te realiseren.
Na het uitbreken van de oorlog kreeg de organisatie steeds meer bevoegdheden. In het kader van "Bouwen aan een nieuw Duitsland" gaf ze leiding aan de bouw van de Atlantikwall. Op vrijwillige basis en in het kader van de Arbeitseinsatz werden arbeiders aan het werk gezet. Vooral in Oost-Europa zijn op grote schaal dwangarbeiders ingezet voor (prestige)projecten, zoals de Polar Eisenbahn. Ze bouwden onder andere bunkers, kustversterkingen, wegen en spoorwegen.
In mei 1940 werd de ‘OT-Einsatzgruppe West’ opgericht. Bij de Duitse inval in Frankrijk, België en Nederland volgden de gemotoriseerde ‘Frontarbeiterkolonnen’ van de OT de Wehrmacht op de voet. De OT werd ingezet om verkeerswegen te herstellen en pionierswerkzaamheden te verrichten. Het hoofdkwartier van OT-Einsatzgruppe West kwam in Parijs.
De organisatie van de OT in Nederland was vrij gecompliceerd. Tot eind oktober 1942 bestonden er in Nederland twee Oberbauleitungen, namelijk ‘Holland Süd’ (Rotterdam) en ‘Holland Nord’ (Haarlem). Beide afdelingen waren ondergeschikt aan de ‘Oberbauleitung Belgien’. Vanaf begin november 1942 viel de OT in Nederland rechtstreeks onder Einsatzgruppe West. De twee afdelingen werden samengevoegd tot ‘Einsatz Holland’ en het hoofdkantoor kwam in Delft. In 1943 werd de Nederlandse afdeling omgedoopt tot ‘Oberbauleitung Holland’, maar in april 1944 werd dit weer ongedaan gemaakt.
Vanaf juli 1944 waren er plan
nen om drie nieuwe Oberbauleitungen te vormen, waarin een aantal ‘Bauämter’ van de ‘Kriegsmarine’ en de ‘Luftwaffe’ zouden worden ingevoegd. Deze plannen leidden echter alleen maar tot verwarring. Begin september 1944 werd het hoofdkantoor van Einsatz Holland, dat al eerder van Delft naar Culemborg was verplaatst, in Ommen gehuisvest. In diezelfde maand werd Einsatz Holland onder ‘OT-Einsatzgruppe Hansa’ geplaatst, omdat OT-Einsatzgruppe West inmiddels was opgeheven door de snelle opmars van de geallieerden. Einsatz Holland probeerde zich te herstructureren. Naast de Oberbauleitungen in Lochem en Zwolle kwam er nog een derde in Assen. Maar nadat Einsatzgruppe Hansa werd gesplitst, bleven de reorganisaties elkaar opvolgen en was de chaos compleet. Begin april verhuisde het hoofdkantoor van Einsatz Holland naar Winschoten, maar slechts een paar dagen later verliet de OT Nederland definitief.
De Oberbauleitungen - in het Nederlands ‘hoofdbouwleiding’ - waren vernoemd naar de hoofdbouwleiders. De afdeling in Assen heette ‘Hoofdbouwleiding dr. Winkler’, die in Lochem ‘Hoofdbouwleiding Wilde’ en die in Zwolle ‘Hoofdbouwleiding Klomp’. De hoofdbouwafdelingen waren verder onderverdeeld in bouwafdelingen, hoofdreferaten, referaten en zaakgebieden.
Ook in Nederland maakte de OT veel gebruik van dwangarbeiders. In totaal werden ongeveer 60.000 burgers in meer of mindere mate gedwongen bouw- en graafwerkzaamheden voor deze organisatie te verrichten. Naast Duitse bewakers werden ook Duitsgezinde Nederlanders opgeleid tot toezichthouder. Zij droegen zwarte uniformen en een armband met daarop de tekst Organisation Todt.
Organisation Todt Einsatzgruppen
Duitsland
Deutschland I ("Tannenberg") (Rastenburg)
Deutschland II (Berlijn)
Deutschland III ("Hansa") (Essen)
Deutschland IV ("Kyffhäuser") (Weimar)
Deutschland V (Heidelberg)
Deutschland VI (München)
Deutschland VII (Praag)
Deutschland VIII ("Alpen") (Villach)
Duitsland/Buitenland
OT-Einsatzgruppe Reich (Berlijn)
OT-Einsatzgruppe Ost (Kiev)
OT-Einsatzgruppe Südost (Belgrado)
OT-Einsatzgruppe West (Parijs)
OT-Einsatzgruppe Wiking (Oslo)
OT-Einsatzgruppe Italien
Rangen en emblemen van Organisation Todt
Rangen
Chef der OT
OT-Einsatzgruppenleiter I
OT-Einsatzgruppenleiter II
OT-Einsatzleiter
OT-Hauptbauleiter
OT-Bauleiter
OT-Hauptbauführer
OT-Oberbauführer
OT-Bauführer
OT-Haupttruppführer
OT-Obertruppführer
OT-Truppführer
OT-Oberstfrontführer
OT-Oberstabsfrontführer
OT-Stabsfrontführer
OT-Oberfrontführer
OT-Frontführer
OT-Obermeister
OT-Obermeister
OT-Meister
OT-Vorarbeiter
OT-Stammarbeiter
OT-Arbeiter
Emblemen
Tot 1943 droegen de belangrijkste hoofdfrontleiders/hoofdbouwleiders schouderriemen, die met kleuren waren onderverdeeld. Zo onderscheidt men de kleuren wit (verzorging), blauw (medische dienst), zwart (bouwtechniek), groen (administratie) en geel (berichten). Aan het begin van 1943 werden de schouderriemen vervangen en werden de rangen op de kraag geplaatst.
OT Bergh
OT-werkers in Bergh waren veelal dwangarbeiders uit andere delen van Nederland. Zij werden gehuisvest in onder andere de scholen in Kilder en Beek, en in de zaal van Brugman tegenover de kerk in Wijnbergen. Laatstgenoemden werkten aan de egelstelling bij de Kemnade. In Zeddam waren dwangarbeiders ondergebracht in iets wat de Duiventil werd genoemd. Zieke OT-werkers uit de omgeving van Bergh werden in het Patersklooster en in het ziekenhuis verpleegd. Hierbij waren ook dwangarbeiders die aan de Duitse kant van de grens te werk waren gesteld, waaronder die in Kamp Rees ondergebracht waren.
Bij een razzia op 24 oktober 1944 waren 7.000 mannen uit Enschede opgepakt en naar Bergh en de omgeving van Emmerik gestuurd om daar te werken. Zij noemden zich Westwalarberiders. De Westwall was de Duitse verdedigingslinie die van de Zwitserse grens tot voorbij Kleef liep. Hieraan werd tot in 1945 gebouwd.
Mannen uit Bergh moesten vanaf oktober 1944 OT-werk doen in de omgeving van Zevenaar. Per omroepwagen en via aanplakbiljetten werden zij door de SS opgeroepen zich te melden. De opkomst was echter te gering, ook toen de leeftijdsgroep werd opgerekt van 15-50 jaar naar 15-60 jaar. Als tegenmaatregel heeft de SS toen een aantal mannen in gijzeling genomen. Hun gijzelname en hun namen werden per aanplakbiljet bekend gemaakt. Hierop meldden zich wel genoeg werkers aan. Later is de organisatie van het OT-werk overgegaan van de SS naar de gemeente, zodat ieder in zijn eigen woonplaats kon blijven.
De gijzelaars uit 's-Heerenberg waren:
W.G. Erdhuizen
W.J. Gilsing
J.H. van Halteren
G. Knot
F.A. Menting
J.S. Ophuizen
Th. Raben
H.F. Wennekes
uit Stokkum:
B.H. Kolner
uit Zeddam:
J.F. Hoogland
J.W. Gorus
P. Pennards
H.J. van Raaij
uit Braamt:
J. Tervoert
uit Beek
Th. Ten Benzel
uit Vinkwijk
G.J. Ketelaar
Na de invasie in Normandië op 6 juni 1944 (D-Day) en de daarop volgende snelle Geallieerde opmars, kreeg voor de Duitsers de verdediging van hun eigen grondgebied weer prioriteit. De voor de oorlog aangelegde ‘Westwall’ langs de grens van het Duitse Rijk werd weer in gereedheid gebracht. Maar ten noorden daarvan gaapte een groot gat.
Om te voorkomen dat de Geallieerden via het midden en noorden van Nederland achter de Westwall zouden komen, begon in de tweede helft van 1944 de aanleg van versterkingen die een aanval vanuit het westen of zuiden moesten tegenhouden, of op zijn minst vertragen.
Van de Duitse grens liep via Arnhem, Amersfoort en Nijkerk richting Zuiderzee de Pantherstellung. Ten noorden daarvan werd de oude IJssellinie versterkt. Voor het gat tussen Zwolle en Delfzijl moest een helemaal nieuw verdedigingswerk worden aangelegd. Dat kwam bekend te staan als de Frieslandriegel of Assener Stellungen. De verdedigingslinie volgde ruwweg de lijn van de Drentse Hoofdvaart richting Assen, het Noord-Willemskanaal naar Groningen en van daar langs het Eemskanaal naar Delfzijl.
De Frieslandriegel bestond uit een stelsel van anti-tankgrachten, schuttersputjes en wegversperringen. Met de aanleg was de Organisation Todt (OT) belast, de Duitse paramilitaire bouworganisatie die onder meer ook de werken van de Atlantikwall uitvoerde.
De verdediging van Groningen had bijzondere aandacht omdat de stad een knooppunt van land- en waterwegen was. Aan de stadsrand werden uitgebreide versterkingen aangelegd. Vooral het Noorderplantsoen en Stadspark gingen drastisch op de schop. Niet voor niets had de OT in 1944-45 zijn Groninger kantoor in het gevorderde gebouw van de hogere burgerschool aan de Helper Brink.