Joodse vluchtelingen kinderen WOII
In totaal zijn naar alle waarschijnlijkheid 1822 Joodse kinderen vanuit Duitsland mogelijk ook vanuit Oostenrijk eind jaren dertig ( ivm WOII ) naar Nederland gevlucht.
Statische cijfers van deze groep kindervluchtelingen naar Nederland
Voor 15 mei 1940 Terug naar Duitsland 7 0,4%
Naar een veilig land 457 kinderen = 25%
Naar een niet-veilig land 57 kinderen = 3%
Met vrachtschip Bodegraven naar Engeland, 14 mei 1940 73 kinderen = 4%
Nog in Nederland na 15 mei 1940 1228 kinderen
Na 15 mei 1940 Naar een veilig land 31 kinderen = 2,5%
Terug naar Duitsland 80 kinderen = 6,5%
Naar een ander niet-veilig land 39 kinderen = 3%
Overleden in Nederland 9 kinderen = 0,5%
Vermoord in kamp 550 kinderen = 45%
Lot onbekend 80 kinderen = 6,5%
Overleefd 439 kinderen = 36%
Kindertransport was de georganiseerde actie om Joodse kinderen weg te halen uit gebieden die onder het nazi-regime vielen in de periode voorafgaand aan de Tweede Wereldoorlog. In totaal werden rond de achttienduizend kinderen gered. Het grootste deel van de kinderen werd opgevangen in Groot-Brittannië. Een minderheid vond haar weg naar Frankrijk, België, Nederland, Zweden en Zwitserland. Een deel van de kinderen in Frankrijk, België en Nederland kwam later alsnog om.
Vanaf de aanvang het naziregime in Duitsland was er een constante stroom van Joodse vluchtelingen vanuit Duitsland. Tegelijkertijd stelden steeds meer landen inreisbeperkingen in. De Kristallnacht die plaatsvond op in de nacht van 9 op 10 november 1938 leidde tot een nieuwe golf van vluchtelingen. Veel buurlanden van Duitsland zaten echter niet te wachten opnieuw veel Joden op te vangen. Voor kinderen werd echter een uitzondering gemaakt.
Vijf dagen na de Kristallnacht pleitte een delegatie van leiders uit - onder andere - de Joodse en Quaker-gemeenschap bij de Britse premier Neville Chamberlain om de opvang van Joodse kinderen toe te staan. Zij gingen er vanuit dat vijfduizend kinderen een realistisch doel was. Dat doel werd verhoogd tot vijftienduizend toen het Colonial Office een aanvraag van de Joodse gemeenschap in Palestina afwees om daar tienduizend kinderen op te mogen vangen.
De Britse regering stond welwillend tegenover de opvang van kinderen, op voorwaarde dat zij niet begeleid zouden worden door hun ouders en niet ouder waren dan 17 jaar. De verschillende betrokken organisaties zouden zorg dragen voor de opvang van de kinderen en moesten met een bedrag van vijftig pond per kind financieel garant staan om te verzekeren dat er geen belastinggeld zou wegvloeien richting de opvang van de kinderen. Minister van Binnenlandse Zaken Samuel Hoare presenteerde het wetsvoorstel voor de opvang van de kinderen op 21 november 1938 in het House of Commons, die daar vervolgens mee instemde.
In zeer korte tijd stuurde de Movement for the Care of Children from Germany, later bekend als de 'Refugee Children's Movement' (RCM), vertegenwoordigers naar Duitsland en Oostenrijk. Zij werden gefinancierd door de Central British Fund for German Jewry. Op 25 november 1938 was er een oproep op BBC Home Service van voormalig minister van Binnenlandse Zaken Herbert Samuel. Binnen de kortste keren waren er vijfhonderd aanmeldingen, van zowel Joodse als niet-Joodse families.
In Duitsland waren vrijwilligers druk bezig met de vraag wie als eerste het land uit moest. Voorrang werd gegeven aan Poolse kinderen voor wie deportatie dreigde, kinderen in Joodse weeshuizen, kinderen met een ouder in een concentratiekamp en kinderen in zwaar verarmde gezinnen. Ouders of begeleiders kregen een vertrekdatum te horen en reisinstructies. De jongeren mocht slechts een kleine koffer meenemen en niet meer dan tien mark en geen afscheid nemen op het station.
De meeste kinderen vertrokken eerst per trein via België naar Nederland. Diegenen die doorreisden naar Engeland reisden namen doorgaans de boot vanuit Hoek van Holland naar Engeland. De eerste groep van 196 kinderen arriveerde op 2 december 1938 in de haven van Harwich. In de negen maanden daarna, tot de uitbraak van de Tweede Wereldoorlog, volgden nog bijna tienduizend jeugdigen.
Vanuit andere landen vonden er ook kindertransporten plaats. Bijna tweeduizend kinderen vonden hun weg naar Nederland. Op het moment van de Duitse inval in mei 1940 had circa dertig procent van hen het land alweer verlaten.
Namen van Joodse vluchtelingen kinderen, op alfabetische volgorde voornaam/voornamen, bijna tweeduizend kinderen vonden hun weg naar Nederland. Op het moment van de Duitse inval in mei 1940 had circa dertig procent van hen ons land alweer verlaten.
ivm pricacy of andere redenen hebben wij niet alle namen van deze ongeveer 2000 Joodse vluchteling kinderen kunnen achterhalen.
Abraham-Adolf Lederberger 15 October 1926
Addi-Abraham Scheiner 25 December 1929
Adi-Alie-Adolf Wahrhaftig 3 February 1928
Adolf Einhorn 11 April 1923
Adolf-Abraham-Moses Neis 9 January 1929
Adolf-Wilhelm Simson 28 March 1924
Agathe Goldberg 13 August 1924
Albert Salomon 19 February 1923
Alexander Friedler 3 July 1925
Alexander Reisch 4 February 1936
Alfred Guttmann 21 February 1931
Alfred Heijmann 6 September 1924
Alfred Hofmann 23 October 1926
Alfred Nathan 26 February 1929
Alfred Rosenberg 30 September 1926
Alfred Schlösser 1 December 1925
Alfred Schüftan 27 June 1922
Alfred Stern 16 August 1927
Alfred Wallenstein 9 November 1923
Alfred-Levy Bloch 11 December 1926
Alma Keller 7 July 1932
Anna Tepper 28 January 1923
Annemarie Goldschmidt 31 January 1922
Anni Glattstein 28 November 1932
Anni Schlesinger 5 February 1934
Arno-Günther Baruch 17 March 1928
Arnold-David Koller 15 July 1924
Arthur-Abraham Adler 10 June 1922
Artur Gerechter 18 March 1923
Artur-Meinhard Natt 9 March 1923
Augusta Getzler 9 October 1926
Benjamin Ahrend 6 January 1930
Benno Siebzehner 27 August 1931
Bermann David 9 May 1937
Bernhard Ahrend 28 May 1927
Bernhard Aschheim 18 July 1925
Bernhard Friedmann 30 May 1925
Bernhard Neustadt 30 November 1928
Bernhard Stein 15 June 1923
Berta Ament 31 August 1930
Berta Gerstl 12 April 1932
Berta Meyer 21 April 1927
Berthel Goldschmidt 30 July 1925
Berthold-David Grünebaum 26 July 1931
Bertram Abraham 2 March 1927
Betti Hartmann 19 February 1927
Brita Weihl 17 November 1925
Brunhilde-Friedericke Honi 14 June 1925
Bruno-Günther Reinisch 4 April 1922
Chaja-Rahel Kohn 15 August 1925
Charlotte Rechtschaffen 15 April 1927
Clara Ament 5 March 1927
Daniël Isaak 26 April 1923
David Apfelbaum 28 August 1932
David Rosenbaum 15 February 1925
David Strauss 28 November 1930
David-Dankfried Mechlowitz 25 May 1926
David-Hirsch Szlajcher-Schleicher12 October 1924
David-Werner Holler 19 December 1923
Deborah Treff 24 February 1923
Deborah-Slata Treff 25 December 1922
Dieter Vogelsang 15 March 1927
Dolly-Carmen Pick 1 February 1933
Dora Ament 9 July 1925
Dora Natt 24 April 1925
Dora Tepper 16 March 1924
Doris Katz 2 November 1924
Doris Löwendorff 3 June 1924
Doris-Fanny Weinberg 18 August 1933
Dorothea Krotowski 14 February 1932
Edgar Pfifferling 17 May 1922
Edgar-Julius Fuld 20 August 1923
Edith Cohen 19 October 1927
Edith Franck 23 May 1928
Edith Goldberg 1 March 1927
Edith Neuburger 16 August 1926
Edith Perl 21 September 1925
Edith Rolef 19 April 1926
Edith Sanders 5 March 1928
Edith Schöner 1 August 1932
Edith Schwab 12 November 1928
Edith Wahrhaftig 27 June 1925
Edith Weil 21 December 1924
Edith-Ditta Weiner 22 March 1923
Edith-Isolde-Leonore Meyer 26 February 1923
Edmond Buchen 25 January 1931
Eduard Silber 18 July 1923
Egon Hofmann 14 December 1925
Egon Marchand 29 April 1929
Egon Sanders 5 March 1928
Egon Troplowitz 22 August 1923
Egon-Kallmann-Emanuel Freund 13 April 1925
Elfride-Gabriele Chaim 17 February 1930
Elfriede Goldschmidt 4 August 1923
Elfriede Ingenkamp 1 October 1927
Elfriede Wolf 18 April 1925
Elga Aronstein 6 February 1928
Ellen Weiss 27 November 1927
Ellen-Golda Schönbach 11 April 1924
Emil Blumenthal 17 December 1923
Emilie Strauss 23 March 1927
Erich Demerer 8 March 1924
Erich Schlesinger 19 March 1938
Erika Hoffmann 19 October 1931
Erika-Wallie Cohn 1 April 1928
Erna Elyasewitsch 10 October 1927
Erna Fleischhauer 24 September 1929
Erna-Paula-Thea Eylenburg 31 March 1923
Erna-S. Verständig 16 August 1924
Ernst Lebenstein 11 February 1928
Ernst Schlomiuk 3 May 1923
Ernst Spicker 24 November 1927
Ernst-Eli-Kurt Weinreb 9 December 1925
Ernst-Jakob Hesdörffer 18 April 1926
Ernst-Klaus Brisch 22 December 1923
Ernst-Willi Hartmann 16 March 1922
Erwin Eichengrün 29 June 1924
Erwin Schwab 14 August 1926
Erwin Teich 28 May 1934
Esra Jurovics 1 February 1925
Ester Stecher 15 October 1926
Ester-Eva-Erna Helmreich 17 August 1926
Esther Weiszbard 5 March 1926
Esther Zuntz 6 March 1928
Ethel Einhorn 19 December 1933
Eva Hirsch 29 June 1925
Eva Katschinsky 27 June 1929
Eva Lefebre 7 July 1924
Eva Mayer 7 January 1929
Eva Röttgen 2 September 1930
Eva Voss 25 May 1931
Fabian Schön 3 June 1925
Fanni Treff 15 August 1930
Fanny Landsman 1 November 1924
Fanny Lasdun 31 May 1925
Fanny Münzer 10 September 1927
Feigel Weiszbard 17 October 1929
Felicitas Luft 24 April 1929
Felix Nagel 8 June 1931
Franz Laufer 15 August 1925
Franz-Günther Schwarz 6 June 1922
Franz-Moritz Eilenberg 3 December 1922
Franz-Ulrich-Ully Rosenfeld 1 December 1924
Freddy-Manfred Cahn 13 April 1935
Friedel Rosenberg 27 March 1927
Friedel-Frieda Spiegel 5 January 1933
Friedrich Jamenfeld 27 September 1927
Friedrich Karniol 28 October 1925
Friedrich Mayer 29 May 1926)
Friedrich-Jacob Kahn 28 February 1926
Fritz Cohen June 1929
Fritz Eichenwald 4 July 1928
Fritz Glaser 15 December 1925
Fritz Markowicz 21 November 1926
Fritz Schmelz 16 April 1922
Fritz Tannenwald 20 June 1924
Gabriel Cohen 6 January 1924
Georg Klarfeld 26 February 1932
Gerd Mayer 26 September 1930
Gerd Rolef 12 July 1929
Gerda Cohn 10 April 1924
Gerda Marchand 30 May 1934
Gerda Marx 25 October 1931
Gerda-Sophie Klein 6 March 1935
Gerhard Friedlander 13 September 1930
Gerhard Hirsch 18 February 1924
Gerhard-Julius Hamm 7 August 1922
Gerhard-Ulrich-Uli Herzberg 2 April 1927
Gert Birnbaum 11 March 1924
Gert Herz 8 March 1925
Gert Heyman 3 April 1929
Gert Wittgenstein 14 November 1923
Gert-Gerd Weinberg 16 December 1924
Gerty-Ada Oberländer 21 December 1924
Gisela Buch 19 October 1924
Gisela Messinger 28 November 1930
Gisela Spicker 20 October 1926
Gisela-Gertrud Wolff 29 December 1926
Gottlieb Franck 21 June 1931
Gregor-Julius Czaczkes 9 February 1923
Grete Oppenheim 26 May 1922
Gretel-Ruth Katz 13 December 1929
Günther Adam 2 November 1925
Günther Cahn 7 July 1925
Günther Glogowski 5 March 1922
Günther Kaufmann 16 November 1922
Günther Kraschewski 21 May 1926
Günther Lebenstein 9 September 1928
Günther Levy 1 August 1925
Günther Vogel 30 July 1925
Günther Wingens 7 January 1932
Günther-Georg Aiminski 2 July 1923
Günther-Georg Höxter 5 May 1925
Günther-Jacob Cahn 22 June 1932
Hanna Grünbaum 14 July 1922
Hanna Kirschner 2 May 1929
Hanna Nagel 26 March 1926
Hanna Offentier 18 January 1923
Hanna Röttgen 10 April 1924
Hanna Schwab 17 October 1923
Hanna Vries-de 20 February 1925
Hanna-Maria Steinbock 3 August 1934
Hannelore Cahn 31 May 1935
Hannelore Hess 29 June 1926
Hannelore Löwenstein 7 December 1924
Hannelore Marx 6 September 1930
Hannelore Nussbaum 21 October 1929
Hannelore Schnellenberg 19 September 1924
Hannelore Schön 22 July 1928
Hannelore Steinmann 11 June 1936
Hannelore Strauss 23 December 1928
Hannelore Thal 4 December 1927
Hannelore Verständig 8 May 1936
Hanni-Bertel Salomonson 29 February 1932
Hanni-Lore Kaufmann 27 June 1930
Hans Frijda 1 September 1927
Hans Juchenheim 25 October 1928
Hans Katz 15 September 1925
Hans Kirchheimer 2 October 1925
Hans Leiser 2 August 1922
Hans Meyer 30 December 1928
Hans-Adolf Neumark 2 June 1922
Hans-Claus Naftalie 16 April 1930
Hans-Dieter Blume 23 November 1921
Hans-Gerd Angress 30 April 1923
Hans-Heinz Ehrenbacher 29 November 1925
Hans-Heinz Heller 5 May 1922
Hans-Helmut Strauss 23 October 1922
Hans-Hugo Joseph 22 July 1924
Hans-Joachim Engelbert 9 October 1925
Hans-Ludwig Cohn 13 February 1924
Hans-Ludwig-Klaus Bartenstein 17 April 1924
Hans-Martin-Heinz Pincus 2 July 1923
Hans-Moritz Lindauer 9 June 1927
Hans-Rolf Horwitz 29 December 1923
Hans-Werner Binheim 24 January 1923
Hans-Werner Mayer 28 September 1927
Hans-Werner Stern 2 March 1924
Hans-Wolfgang Orbach 17 December 1924
Harald Rosenbach 14 March 1924
Harry Cahn 26 October 1927
Harry Gertner 10 November 1928
Harry Harnik 13 May 1926
Hedwig Falkenstein 11 July 1927
Hedy Metzger 24 December 1926
Heinrich Bettelheim 19 August 1924
Heinrich Freitag 24 May 1928
Heinrich Zysmanowics 10 October 1922
Heinz Altmann 13 September 1933
Heinz Rochoz 3 October 1928
Heinz Rothschild 5 June 1923
Heinz Simson 2 February 1927
Heinz Sommerfeld 26 March 1927
Heinz-Alex Schulenklopper 1 October 1922
Heinz-Alexander Mendelsohn 26 June 1922
Heinz-Erich Pfifferling 2 June 1926
Heinz-Günther Joseph 4 October 1922
Heinz-Hieronymus Hanauer 26 May 1925
Heinz-Joachim Unger 26 September 1928
Heinz-Leo Spiegel 4 July 1931
Heinz-Leopold Stroh 4 July 1930
Heinz-Ludwig Lewkonja 19 August 1925
Heinz-Manfred-Meyer Plaut 27 January 1928
Heinz-Siegbert Fischel 3 April 1923
Heinz-Werner Jacks 6 July 1929
Helena Pinczowski 29 April 1925
Helene Goldblatt 15 February 1928
Helene Hausmann 8 October 1924
Helene-Wilhelmine Hirsch 21 December 1921
Helga Gerson 27 April 1927
Helga Gronowski 21 February 1925
Helga assmann 8 February 1931
Helga Rothschild 6 July 1923
Hella Grün 16 July 1929
Helmut Rosenberg 22 March 1924
Helmut Stein 8 February 1926
Helmuth Danziger 31 October 1922
Helmuth Leiser 1 September 1923
Henny Siebzehner 6 January 1936
Henny-Henriette Adler 23 July 1930
Henny-Mirjam Aron 6 November 1922
Henriette-Henny Jong-de 11 November 1926
Herbert Cohen 23 January 1931
Herbert Cohn 22 May 1926
Herbert Fink 5 August 1928
Herbert Grün 31 December 1931
Herbert Herzstein 28 June 1923
Herbert Jong-de 9 November 1923
Herbert Meijerstein 12 June 1922
Herbert Michaelis 11 May 1929
Herbert Sander 30 September 1931
Herbert Strauss 6 February 1932
Herbert Wilp 12 June 1928
Herbert-Kurt Dobriner 1 February 1925
Herbert-Walmar Pick 1 February 1933
Hermann Grünthal 11 May 1925
Hermann Krotowski 25 June 1925
Hermann Passmann 21 September 1929
Hermann Stein 1 January 1922
Hermann Walde-van-de 3 August 1927
Hermann-Avraham Gold 17 October 1933
Hermann-Werner Berger 22 March 1922
Hermine Faktor 21 July 1931
Herta Gelbart 1 August 1926
Herta Lebenstein 26 July 1923
Herta Stern 1 June 1922
Hilde Kain 18 March 1925
Hilde-Hermine Altenberg 21 February 1922
Hildegard Berger 15 May 1927
Horst Eichenwald 13 July 1932
Horst Förster 14 October 1922
Horst Kohls 15 June 1924
Horst Levi 18 August 1923
Horst Steinhardt 27 July 1924
Horst-Friedrich Hamm 24 December 1924
Horst-Werner Lesser 3 March 1929
Ida-Ilse Körner 17 January 1922
Ilse Bruch 16 January 1934
Ilse Brüll 28 April 1925
Ilse Haas 22 July 1934
Ilse Isaak-Hirschberg 22 August 1922
Ilse Rolef 12 July 1929
Ilse Rose 14 January 1926
Ilse-Inge Wallenstein 17 January 1927
Inge Grosz 22 April 1929
Inge Lichtenstein 4 February 1930
Inge Löwenstein 15 October 1923
Inge-Marga Meierhof 1 July 1930
Ingeborg Gerson 10 July 1924
Ingeborg Kraschewski 15 November 1924
Ingeborg Sternberg 23 April 1922
Ingeborg-Emilie Neumann 29 July 1927
Ingeborg-Hertha Angress 24 June 1928
Ingrid Gronowski 25 May 1928
Irene Lion 30 June 1925
Irene-Reni Guthmann 23 July 1935
Irene-Sophia Schwarz 27 March 1931
Irmgard Augstukalski 28 July 1927
Irmgard Guenzburger 26 January 1924
Isaak Buchen 5 September 1928
Isi Tiefenbrunner 11 November 1925
Isidor Mechlowitz 24 September 1924
Israël Teitelbaum 27 January 1925
Iwan Vries-de 23 October 1931
Jacob Apfelbaum 28 September 1929
Jakob Gertner 7 January 1931
Jakobine Klejnmann 12 June 1922
James Friedlander 2 August 1928
Joachim Schaumberg 14 April 1932
Johanna Grünebaum 24 December 1925
Johanna-Hanna Moses 20 April 1935
Josef Auszenberg 29 August 1933
Josef Brückner 15 December 1922
Josef Prager 22 October 1929
Josef Rosenbaum 8 April 1926
Josef Rubens 22 October 1929
Josef Silberberg 10 April 1923
Josef Strauss 6 October 1924
Josef Waldmann 4 March 1925
Joseph Cahn 25 August 1925
Josna-Kurt Goldschmidt 30 June 1925
Judith Heilbronn 29 April 1927
Julia Falkenstein 14 October 1922
Juliana Cohen 9 March 1923
Julius Bass 29 April 1923
Julius Mannheimer 16 October 1922
Julius Spicker 23 August 1924
Julius Sussmann 24 January 1922
Julius-Usher-Yelndi Edelstein 7 December 1924
Jürgen Levy 10 June 1927
Karl Cahn 18 March 1931
Karl-Albert-Peter Wolf 7 May 1923
Karl-Friedrich Lewkowitz 10 September 1922
Karl-Nathan Goldschmidt 29 November 1926
Karla Eigenfeld 25 May 1929
Karola-Erna Gerson 5 December 1921
Klaus Angress 27 January 1933
Klaus Gurau 12 July 1925
Klaus Vogelsang 19 June 1922
Klaus-Ludwig Schnellenberg 2 March 1927
Kurt Bodenheimer 20 August 1929
Kurt Brünell 28 May 1925
Kurt Cahn 10 April 1929
Kurt Handgriff 23 December 1923
Kurt Landmann 22 November 1921
Kurt Pollack 16 March 1924
Kurt Rosenbaum 2 April 1927
Kurt Rosenberg 18 February 1925
Kurt Sander 12 June 1927
Kurt Stiefel 20 June 1928
Kurt Weintraub 1 July 1922
Kurt-Alfred Kuhn 21 May 1928
Kurt-Heinz Hirschberger 24 October 1923
Kurt-Manfred Lehrberger 25 June 1923
Lazar Wolloch 22 April 1922
Leib Laub 21 April 1924
Lena Markowicz 19 March 1922
Lena-Lenchen Klarfeld 25 June 1925
Lene Berkowicz 28 January 1927
Leo Feigenblatt 24 August 1922
Leo Feingold 5 March 1929
Leo Häusler 13 October 1923
Leo Hofmann 19 December 1926
Leo Verständig 30 August 1922
Leo-Albert Cohen 6 October 1924
Leo-Joë Dienstfrei 14 November 1923
Leo-Moses Rozenszajn 13 March 1935
Leo-Simon Kahn 3 May 1926
Leopold Wolitzer 12 September 1926
Leopold-Salli Mayer 4 January 1923
Lia Treff 5 November 1924
Liane Moses 25 October 1928
Liesel Mendel 16 May 1924
Lieselotte Meyer 5 February 1925
Lieselotte Michel 5 July 1926
Lilli Kellner 12 July 1925
Lion Salomonson 7 July 1930
Liselotte Friesem 22 March 1930
Liselotte Kahn 10 August 1923
Lore Goldschmidt 2 November 1925
Lore Juchenheim 25 May 1926
Lothar Halpern 2 November 1930
Lothar Metzger 27 October 1929
Lotte Adler 8 February 1925
Lotte Auszenberg 23 December 1931
Lotte Brück 11 July 1922
Lotte Laufer 12 February 1923
Lotte Neumond 10 June 1922
Lotte Stern 8 June 1925
Lottie Neumann 30 August 1922
Ludwig Neustädter 16 August 1925
Luise-Susi Verständig 31 March 1931
Lutz-Peter Schiff 9 September 1926
Magdalena Valk 28 September 1933
Malvine Kohn 23 September 1929
Manfred Böhm 3 February 1927
Manfred Buchen 1 January 1935
Manfred Feingold 14 May 1934
Manfred Fischel 1 February 1925
Manfred Friedländer 25 February 1922
Manfred Jacobsohn 14 October 1922
Manfred Levi 11 March 1922
Manfred Rübner 11 July 1924
Manfred Schwab 14 September 1924
Manfred Schwab 17 May 1925
Manfred-Jacob Grünebaum 30 May 1927
Marcus Fränkel 8 July 1930
Marga-Rosalie Laskowitz 30 April 1924
Margarete Sander 19 March 1927
Margit-Juta-Ruth Schwab 10 November 1927
Margot Abrahams 30 January 1929
Margot Brückheimer 21 November 1926
Margot Cahn 3 August 1923
Margot Freilich 28 February 1928
Margot Geber 2 January 1927
Margot Hoschander 19 September 1924
Margot Kohn 16 November 1927
Margot Neidel 28 June 1922
Margot Schriesheimer 15 October 1927
Margot-Alice Coper 29 April 1925
Margot-Margarethe Lilienfeld 13 October 1928
Maria-Miriam Fischer 29 October 1923
Marianne Bernheim 12 February 1926
Marianne Epstein 18 December 1925
Marianne Glogau 28 January 1924
Marianne Seelig 11 September 1926
Marianne Weil 20 January 1923
Marie-Luise Weinberg 13 September 1929
Martha Berkowicz 29 December 1922
Martin-Herbert Goldschmidt 3 November 1926
Mary Ehrenreich 17 February 1922
Mathilde-Ruth Weisner 7 May 1922
Max Ardel 18 July 1923
Max Flaksbaum 1 January 1925
Max Rack 18 May 1925
Max Rechtschaffen 21 November 1925
Max Unger 29 August 1923
Max-Michael Berger 11 February 1926
Meier-Max Turteltaub 8 January 1925
Meinhardt Rechtschaffen 19 March 1927
Meta Rosenbaum 6 January 1925
Mignon-Violetta Fischel 19 July 1926
Miriam Ahrend 28 May 1928
Mirjam Deresiewicz 7 July 1923
Mirjam Scheiner 31 December 1938
Mirjam Schöner 29 June 1935
Moritz Körner 18 January 1929
Moritz Zimmer 1 February 1923
Nathan Mandel 4 June 1926
Necha Einhorn 26 November 1931
Norbert Ament 5 March 1927
Norbert Goldberg 8 September 1930
Norbert-Willi Schweitzer 26 December 1923
Paul Sonnenberg 4 July 1925
Paul Zaitschek 27 November 1925
Paul-Bernhard Lesser 18 April 1925
Paula-Minna Getzler 9 October 1926
Pepi Weiszbard 22 January 1933
Peter Goldmann 27 January 1923
Peter Wohlmuth 30 May 1923
Peter-Ferdinand-Moritz Meyer 5 December 1922
Peter-Heinz Mühlrad 29 September 1926
Peter-Sidney Marcuse 29 January 1923
Philipp Judesis 8 July 1925
Philipp-Walter Cremer 8 May 1923
Rachel Fallmann 11 May 1925
Rachel Friedmann 23 May 1931
Ralf Fränkel 16 June 1936
Ralph Sieburth 10 April 1923
Recha Häusler 4 July 1930
Regina Ohringer 7 May 1926
Reiner-Josef-Albert Herz 26 May 1930
Renate Borchert 14 February 1925
Renate Chaim 16 February 1928
Renee Fink 4 October 1929
Renée Panner 21 June 1927
Richard-Leo Weiss 28 June 1926
Rita Laboschin 30 October 1927
Robert Dürheim 14 July 1925
Robert-Hermann Seelenfreund 18 January 1935
Robert-Ludwig Schönenberg 31 May 1922
Robert-Moritz Weil 23 March 1928
Rolf Blankenstein 12 September 1924
Rolf-Walter Barasch 17 January 1925
Rosa Ehrenreich 8 February 1924
Rosa Elyasewitsch 17 January 1926
Rosa Grünberg 2 April 1925
Rosa Schlamowitz 11 July 1929
Rosa Spiegel 2 January 1931
Roschen Freilich 31 August 1923
Rosel-Rosa Cohen 20 July 1925
Rosemarie Hess 29 June 1926
Rosemarie Oppenheimer 9 December 1924
Ruben Ohringer 25 December 1923
Rudi Wetzlar 28 January 1934
Rudi-Rudolf Eichberg 18 November 1930
Rudolf Gellert 11 February 1925
Rudolf Isaak 30 July 1925
Rudolf Moses 19 June 1927
Rudolf-Max Bartenstein 12 May 1928
Ruth Bogen1 May 1932
Ruth Elyasewitsch 22 March 1932
Ruth Gappe 4 October 1928
Ruth Geber 21 August 1925
Ruth Harf 1 March 1938
Ruth Hiller 30 March 1928
Ruth Landau 19 April 1931
Ruth Lissauer 8 January 1924
Ruth Löwenstein 20 May 1923
Ruth Marx 3 January 1927
Ruth Meyer 17 December 1929
Ruth Nathan 30 May 1927
Ruth Nussbaum 11 April 1928
Ruth Pestachowsky 28 October 1922
Ruth Stroh 9 July 1923
Ruth Tobias 11 December 1928
Ruth-Fanny Hanover 13 August 1923
Ruth-Helene-Henriette Lilienfeld 31 October 1930
Ruth-Johanna-Recha Nathan 28 March 1927
Ruth-Marion Meyer 7 September 1925
Ruth-Marion Weile 25 June 1928
Sabine Neis 6 December 1927
Salla Auszenberg 10 August 1929
Salli Zimmer 5 September 1928
Sally-Sali Goldblatt 7 August 1925
Salo-Erwin Kwiat 3 April 1931
Salomon-Walter Reinheimer 27 September 1925
Sami Diament 6 December 1927
Samuel Grosz 13 April 1922
Samuel-Josef Horowitz 10 July 1931
Sara-Edith Bravmann 17 December 1921
Schaya-Oskar-Charly Rosenberg 6 June 1922
Scheindel-Lotte Friedman 3 August 1929
Selma Fischer 9 May 1925
Semi Hofmann 4 January 1929
Senta Berg-ter 17 December 1929
Senta Nussbaum 17 April 1922
Senta-Ursula Pander 7 December 1925
Sidonie-Toni Schuster 24 April 1926
Siegbert Fischel 11 December 1923
Siegbert-Ferdinand Hiller 14 October 1929
Siegbert-Leo Adler 13 December 1924
Siegfried Brauer 15 September 1922
Siegfried Stapler 11 November 1921
Siegmund Hoffmann 31 August 1925
Siegmund Schwinger 26 January 1926
Sigmund Tobias 1 July 1935
Simon Hoffmann 27 March 1927
Simon Reifen 10 July 1922
Simon Rosenbaum 20 September 1928
Sitta Compart 3 November 1926
Sofie Panner 11 February 1929
Sonja-Sophie Lebenstein 18 October 1928
Sophie Endel 3 July 1922
Steffi-Hilde-Leonore Wittelshöfer 1 May 1929
Susi-Ernestine-Albert Herz 2 December 1928
Sybille-Ruth Oppenheimer 25 August 1932
Sylvia Kohn 5 January 1928
Sylvia Messinger 11 January 1927
Thea Kahn 5 April 1925
Thea Klarfeld 1 May 1927
Thea Margulies 19 June 1926
Theodoor-Maximiliaan Beer 12 August 1933
Theodor Werthan 14 June 1926
Tobias Feigenblatt 8 March 1925
Trude Keller 13 March 1928
Trude-Pia Graetzer 15 March 1928
Uri Strauss 27 April 1933
Ursula Schwabe 29 October 1925
Ursula-Fanni Lorch 7 September 1930
Ursula-Ilse-Berta Katz 8 December 1928
Ursula-Lore Bein 26 May 1925
Vera Nothmann 9 June 1929
Vera Pick 4 April 1925
Walter Bach 29 November 1929
Walter Basch 13 June 1922
Walter Beck 6 April 1932
Walter Eichberg 7 October 1932
Walter Eylenburg 14 December 1929
Walter Kral 6 September 1926
Walter Lederer 17 May 1924
Walter Meyer 1 June 1922
Walter Salmon 18 September 1929
Walter Sander 13 September 1933
Walter-Josef Siegel 2 January 1923
Walter-Otto Dreyfus 13 March 1926
Werner Friedlander 4 June 1923
Werner Horn 7 March 1930
Werner Joseph 21 February 1928
Werner Röttgen 19 July 1922
Werner Silberberg 15 December 1922
Werner-Arthur Teitz 18 January 1925
Werner-Hugo Katz 28 February 1925
Werner-Ludolf Grünbaumn 20 December 1923
Werner-Meier Strauss 10 May 1923
Werner-Moritz Abraham 16 April 1924
Werner-Moritz Schuster 20 October 1930
Wilhelm-Alfred Wieselthier 17 July 1922
Willi Simons 15 September 1924
Willy Gelbart 15 July 1923
Wilma Landau 18 June 1931
Wolf-Willy Geber 2 April 1933
Wolfgang Lissauer 14 December 1921
Wolfgang Luft December 1934
Wolfgang-Erich Stein 2 January 1924
Yvonne Seelenfreund 22 November 1936
In Nederland waren eind jaren dertig zo’n 50 opvangkampen voor Joodse kinderen die alleen uit Duitsland en Oostenrijk waren gevlucht. Hoe het deze kinderen is vergaan, is lang onduidelijk gebleven. Miriam Keesing brengt hun lot in kaart. Op 4 mei sprak ze daarover in Amsterdam, samen met Mirjam Weitzner, die in zo’n opvangkamp heeft gewoond.
“Kristallnacht maakte veel Joden die nog in Duitsland woonden duidelijk dat ze echt niet konden blijven” In de dagen en weken die volgden, stuurden veel ouders hun kinderen op reis. In Londen vond overleg plaats over de opvang van Joodse vluchtelingen. Ook de Nederlandse regering kondigde aan 1500 kinderen op te willen nemen. Ze kwamen met de zogenaamde kindertransporten de grens over. Dat waren door de overheid georganiseerde treinen, maar ook door ouders zelf georganiseerde groepen, zoals bij Weitzner. In totaal kwamen ongeveer 2000 Joodse kinderen uit Duitsland en Oostenrijk naar Nederland.
In de weken die op de Reichspogromnacht in 1938 volgden, stuurden veel ouders hun kinderen op reis
De opvang van de kinderen en ook van volwassen vluchtelingen na de Reichspogromnacht was een verandering van het Nederlandse toelatingsbeleid voor Joodse vluchtelingen. Dat was vanaf 1935 steeds strenger geworden. Na de Anschluss van Oostenrijk in 1938 kondigde minister van Justitie Carel Goseling zelfs aan alle vluchtelingen terug te willen sturen. Alleen bij acuut levensgevaar wilde hij een uitzondering maken. De dreigende deportatie naar een concentratiekamp viel daar niet onder.
Nederland telde ongeveer vijftig opvangkampen voor Joodse kinderen die uit Duitsland waren gevlucht. Het vluchtelingenkamp aan het einde van de Zeeburgerdijk was van november 1938 tot en met maart 1940 in gebruik. De voormalige herberg deed dienst als bestuurskantoor. Hoewel de Nederlandse regering in het begin alleen kinderen wilde toelaten die familie hadden in Nederland, mochten de kinderen niet bij hun familie wonen. Families die een kind naar Nederland wilden halen, moesten 50 gulden per maand betalen voor hun onderhoud, toen veel geld. “Het beleid was op ontmoediging gericht en niet op integratie” Maar kinderen die illegaal naar Nederland kwamen, werden niet teruggestuurd.
In de opvangkampen voor de Joodse kinderen heersten slechte leefomstandigheden
Vanaf midden 1939 mochten steeds meer gevluchte kinderen bij pleeggezinnen wonen. “De regering had door dat de kampen te duur waren, omdat veel families geen 50 gulden per maand konden betalen”. De meeste volwassen vluchtelingen verhuisden naar opvangkamp Westerbork, dat vanaf 1942 door de Duitsers werd gebruikt als doorgangsstation naar de vernietigingskampen.
Van de twaalfhonderd kinderen die in Nederland bleven, heeft de helft het overleefd
Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog was ongeveer een derde van de kinderen doorgereisd naar andere landen, zoals Engeland, de VS en Palestina. “Van de twaalfhonderd die hier nog waren, heeft de helft het overleefd” Ze zijn ondergedoken of teruggekeerd uit concentratiekampen. Velen van hen hadden geen familie meer. En als ze die wel hadden, verliep de hereniging vaak moeilijk.
Opvang tehuizen / -locaties waar Joodse vluchtelingen kinderen in Nederland werden ondergebracht
Amerongen, Huize Ons Bliscap
Amsterdam, Boys Orphanage "Megadle Jethomim"
Amsterdam, Burgerweeshuis
Amsterdam, Girls Orphanage Rapenburgerstraat
Amsterdam, Lloyd Hotel
Amsterdam, Oostelijke Handelskade 12
Amsterdam, Plantage Franschelaan 13
Amsterdam, Portuguese Boys Orphanage Abbi Jethomim
Amsterdam, Quarantine facility Zeeburgerdijk
Amsterdam, Valkenburgerstraat 186
Amsterdam, Vondelhof
Arnhem, “Jongenshuis”
Arnhem, Huize Sonsbeek
Bergen (N-H), Koloniehuis “Zeehuis”
Beverwijk/Wijk aan Zee, Emmahuis
Den Dolder, Vakantiehuis C.I. Weeshuis
Den Haag Loosduinen, Ockenburgh
Den Haag, Huize ten Vijver
Den Haag, Jewish Orphanage “Ezer Jatom”
Dieren, Johanneshof
Driebergen, Huize Kraaybeek
Driebergen, Ons Boschhuis
Eersel, Sint Jacobus Gesticht (Koloniehuis)
Eindhoven, Dommelhuis
Elden – Hachshara Huize Voorburg
Etten-Leur, IGKR Liesbosch
Franeker, Kibbutz
Gorssel, Jeugdherberg “De Kleine Haar”
Gouda Burgerweeshuis
Gouda, Catharinahoeve
Haarlem, Quaker School aka Institute Pollatz
Hummelo/Laag-Keppel, Huize Voorburg
Leiden, Centraal Israelitisch Wees-en Doorgangshuis “Magaseh Le Jethomim”
Losser, K.L. Smit-oord, aka de Zandbergen
Mijnsheerenland, Hof van Moerkerken
Monster, ter Heide aan Zee, Israëlitische Gezondheidskolonie
Ommen, Quakerschool, Kasteel Eerde
Rheden, Rivierenhuis de Steeg (Koloniehuis)
Rijswijk, Huize Cromvliet
Rijswijk, Huize Overvoorde
Rotterdam, Achterklooster/Hoogstraat
Rotterdam, Hotel Holland America Lijn
Rotterdam, Israëlitisch Weeshuis “Megadle Jethomim”
Rotterdam, Quarantine Beneden Heijplaat
Rotterdam, Westersingel
Ruinen (Hoogeveen), Noorderhuis (Koloniehuis)
Soesterberg, Bondshuis N.P.B.
Steenwijk, Fredeshiem
Utrecht, Centraal Israelitisch Weeshuis “Miflat Yatom”
Wieringen, Werkdorp
Joodse kinderen na WOII
In de oorlog waren het joodse kinderen. Ze waren ondergedoken of verbleven in kampen. Na de oorlog waren het joodse wezen en kwamen ze veelal terecht in Joodse weeshuizen. Ze werden naar Israël overgebracht voor hun veiligheid en voor de opbouw van het land.
In alle landen die door de Duitsers bezet waren, zijn na de oorlog problemen ontstaan over joodse kinderen die bij niet joden waren ondergedoken. In het net opgerichte JCC zaten vertegenwoordigers van verschillende joodse verzetsorganisaties die de belangen behartigden van de joden. De meeste joden waren ondergedoken èn afhankelijk geweest van niet joden. Het bestaan van aparte niet-joodse verzetsgroepen die joodse kinderen hadden ondergebracht en het ontbreken van een ondergronds joods netwerk waarin joden zich als joodse gemeenschap hadden gemanifesteerd, maakte de verhoudingen in Nederland ongelijk.
Vanuit de overtuiging dat ‘het belang van het kind’ centraal moest staan had een aantal verzetsmensen in Amsterdam in 1944 al het een en ander op papier gezet waaruit bleek dat de Samenwerkende Ondergrondse groepen voor het Kinderwerk een belangrijke rol wilde spelen in de toekomst van alle oorlogspleegkinderen. Wees of geen wees. Ouders die niet binnen een maand iets van zich hadden laten horen, zouden de ouderlijke macht pas weer krijgen als bleek dat er sprake was van ‘geschiktheid’. De opstellers waren tegen de heroprichting van een aparte joodse gemeenschap. Deels om de scheiding tussen joden en niet joden ongedaan te maken en voor een ander deel omdat in christelijke kringen werd gedacht dat het voortbestaan van het joodse volk naast de christelijke eigenlijk een onregelmatigheid was. De JCC wilde alle kinderen zonder meer terughalen naar de joodse gemeenschap. Net als voor 1940 zou een joodse voogdijvereniging moeten beslissen over de joodse kinderen, vond de JCC.
Op 14 mei 1945 had de Voogdijcommissie voor Oorlogspleegkinderen (OPK) de deuren van een pand in Amsterdam geopend en de JCC mocht bij de minister ook een voordracht voor joodse commissieleden doen. Andere vertegenwoordigers van de joodse gemeenschap, voornamelijk zionisten, richtten in augustus 1945 een eigen voogdijorganisatie op: Le-Ezrath Ha-Jeled (Het Kind ter Hulpe). Men hoopte dat deze organisatie op termijn de OPK zou kunnen vervangen. Le-Ezrath had tot taak, zo staat in de oprichtingsstatuten, ‘…zich te belasten met de duurzame opvoeding en behartiging van belangen van en samenhangende met de voogdij van de Joodsche kinderen…’. Hiermee werd Le-Ezrath de opponent van de OPK. Bij de oprichting van Le-Ezrath werd bepaald dat de kinderen in instellingen moesten worden geplaatst. De OPK en veel joden waren tegen de opvoeding in tehuizen omdat de kinderen wellicht orthodox-religieus of zionistisch zouden worden beinvloed.
Van de ongeveer 4000 kinderen die na de oorlog opdoken is bijna de helft herenigd met een of beide overlevende ouders. Veel pleegouders hebben kinderen aan de ouders teruggegeven zonder dat de OPK zich daarmee heeft bemoeid. Maar vooral over de ongeveer 1370 weeskinderen onder de vijftien jaar over wie de OPK advies moest uitbrengen ontstonden tussen 1945 en 1949 conflicten.
De joodse minderheid in de commissie OPK wilde plaatsing van de kinderen in een milieu dat de ouders zouden hebben gewenst: orthodox, zionistisch of liberaal. De problemen ontstonden vaak over kinderen van meer geassimileerde ouders. De commissieleden bepaalden dan of joden voldoende joods waren geweest en op basis daarvan werd bepaald of een kind in een joods milieu werd teruggeplaatst. Ook al benadrukte men steeds dat ‘het belang van het kind’ voorop stond, in de praktijk werd er toch vooral over de hoofden van de kinderen beschikt en ging het veel meer over de joodse identiteit en het al dan niet herstellen van de joodse gemeenschap. In juli 1949 werd de OPK ontbonden en werden de overgebleven zaken aan de Raad voor de Kinderbescherming in Amsterdam overgedragen.
‘De Nederlandse overheid wilde vooral oplossingen vinden in het belang van het kind. Het moeilijkste was natuurlijk: kinderen die het goed hebben bij pleegouders, om die weg te halen uit de vertrouwde gezinsomgeving en in een of andere inrichting te zetten, terwijl het voor dat kind zelf misschien veel beter zou zijn geweest om ze daar te laten. In de kinderverzorging geldt het gezin toch altijd nog als de ideale plaats waarin een kind kan worden opgevoed. Het ging de Nederlandse regering niet zozeer om de religieuze achtergrond van de kinderen als wel om het belang van het kind zelf.’
Een deel van de joodse pleegkinderen heeft het moeilijk gehad door het verlies van de ouders, de breuk met de vertrouwde omgeving en het verlaten van het pleeggezin. Sommigen bleven in pleeggezinnen waar ze het niet naar hun zin hadden. Anderen moesten hun zorgzame pleeggezin verlaten en verhuizen naar een kindertehuis. Veel kinderen hebben het kindertehuis, ondanks het afscheid van het pleeggezin, toch als zeer prettig ervaren.
Nederlandse joden in Palestina probeerden de regering ervan te overtuigen dat wederopbouw van de joodse gemeenschap in Nederland een verloren zaak was en dat de zionistische oplossing en emigratie van joden naar Palestina moest worden gestimuleerd.
‘De toekomst van de joodse gemeenschap werd door de buitenwereld en vooral door de zionisten als afgelopen beschouwd. Hadden helemaal geen toekomst meer: het jodendom in Nederland was uitgeroeid, dat zou zich nooit meer herstellen. Zeker niet in Europa. Voor de toekomst en de opbouw van het jodendom in Nederland werd geen halve cent gegeven. En dus moest je, vooral na 1948, naar Israël natuurlijk. De enige toekomst voor joden is het joodse vaderland. Daar zal nooit meer een pogrom zijn, daar zul je nooit meer vervolgd worden. De enige manier om je joodse identiteit nog te bewaren.’
In 1952 vertrokken 20 kinderen uit de Berg-Stichting met de trein naar Marseille. Daar vandaan vertrok een boot naar de Israëlische havenstad Haifa. Een jaar later vertrokken nog eens 15 kinderen. Uiteindelijk zijn 219 oorlogspleegkinderen vanuit Nederland in Israël terecht gekomen. Vanuit de Berg-Stichting zijn 35 jongeren naar Gvar Am verhuisd.
Britse religieuze en overheidsinstanties voerden tussen 1938 en 1948 talloze transporten uit met als doel om Joodse kinderen te redden van de nazi’s. Duizenden jonge Joden en Jodinnen werden op die manier gered van de Holocaust.
Interessant en nuttig om te weten over de Joodse gemeenschap in Duitsland, aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog.
De Joden – zowel orthodoxe als geassimileerde – maakten met 525.000 mensen in 1933 minder dan één procent van de Duitse bevolking uit. Van deze groep hadden liefst 100.000 mannen gediend in het Duitse leger tijdens de Eerste Wereldoorlog. 35.000 van deze Joodse Duitsers kreeg een oorlogsonderscheiding, 12.000 sneuvelden er.
Aan de vooravond van Hitlers machtsovername was de Joods-Duitse gemeenschap in overwegend in goede doen. Ze werkten met name in de financiële sector (zoals het bankwezen en de goudhandel), de juridische sector (advocaten en rechters) en de culturele en entertainmentindustrie (filmwereld, schrijvers, journalisten, musici en kunsten).
Hitlers Neurenbergse rassenwetten van 1935 leidden tot een grote uittocht van de Joodse gemeenschap uit Duitsland:
“De Rassenwetten van Neurenberg, ‘de meest duivelse wetgeving uit de geschiedenis van Europa’, zetten de meest lankmoedige Joden op scherp. Eind 1937 had 25 procent van de Joodse bevolking van Duitsland het land al verlaten en nog veel meer Joden waren dringend op zoek naar een inreisvisum voor elk land dat zijn deuren maar open wilde zetten.”
De Kristallnacht van 1938 leidde tot een nieuwe golf van smeekbedes vanuit Duitsland richting het buitenland om Joodse kinderen op te nemen, zowel weeskinderen als kinderen van ouders die de bui voelden hangen en hun kroost in veiligheid wilden brengen. Het ging op dat moment om 60.000 à 70.000 kinderen.
Britse initiatieven
In 1938 kwamen vanuit Britse overheidskringen initiatieven tot de oprichting van een British Committee for the Care of Children from Germany. Er werd aan de oprichting van deze organisatie – die ook kinderen uit Oostenrijk en Tsjechoslowakije zou halen – geen publieke ruchtbaarheid gegeven. De Joodse gemeenschap in Groot-Brittannië beloofde alle onkosten te betalen, een belofte die zij ook gestand deed in de jaren 1930. In allerlei Britse steden werden regionale commissies opgericht. In september 1939 waren er twaalf regionale comités en 65 gebiedscomités, een aantal dat tijdens de oorlog steeg naar 175 gebiedscomités.
Afscheidsrituelen bij treinstations, waar ouders hun kinderen op de trein zetten en vaak zelfs achterbleven ‘om nog wat zaken te regelen’. Sommige ouders bedachten zich vlak voor het afscheid en trokken hun kinderen alsnog uit de trein:
“De taferelen bij het afscheid waren vaak chaotisch.
Opvangproblemen
De transporten volgden twee hoofdroutes: per trein vanuit steden als Berlijn, Frankfurt en Wenen, of per schip vanuit Bremerhaven (de haven van Hamburg) naar Southampton. Als de kinderen aangekomen waren, kwamen ze vaak in kindertehuizen terecht of bij christelijke pleegouders. Verscheidene Joodse kinderen werden in deze gezinnen door de ouders gedoopt, ondanks toezeggingen aan de Joodse ouders dat dit bij kinderen tot 16 jaar niet zou gebeuren.
De reden van de plaatsing in niet-Joodse gezinnen, was het tekort aan opvangplekken in Joodse families in Engeland. Kwam er achteraf een plek vrij, dan werden kinderen in meerdere gevallen – onder druk van Joods-orthodoxen – uit gezinnen weggehaald, soms zelf na een jarenlang verblijf in een harmonieus gezin.
Problematische hereniging
Na de oorlog konden slechts enkele honderden van de tienduizenden Joodse kinderen met hun ouders herenigd worden, wat uiteraard vooral door de Holocaust kwam. De hereniging van de uit ballingschap teruggekeerde kinderen met hun ouders was om diverse redenen doorgaans zeer problematisch.