Lijst scheepswerven in Nederland
Inhoud
- Lijst scheepswerven in Nederland
- Geschiedenis scheepswerf Vollenhove
- Geschiedenis scheepswerven Groningen
- Geschiedenis scheepswerven in Drente
-
Lijst scheepswerven in Nederland
A
-
van der Aar, Loosduinen. Eerst C.L. v.d. Aar, later H.J. v.d. Aar. De werf moet tussen 1905 en 1932 bestaan hebben. Er werden ondermeer Westlanders en andere boerenvaartuigen gebouwd.
-
Gebroeders Aarts, Willemstad (NB). 1921-1939
-
Van den Adel, Papendrecht. 1884-1927. De werf bouwde voornamelijk Klippers en enkele Hollandse tjalken.
-
Scheepswerf Admiraal, Gebroeders Admiraal, Hasselt, Voor zover bekend actief vanaf 1904 tot 19..
-
Klaas van Aken, Rivierdijk 616, Neder-Hardinxveld (Hardinxveld-Giessendam) 1917 - 1987. Scheepswerf 'De Hoop'
-
Akerboom Bergum Jacht- en Scheepswerf, Oosterse Hei, Bergum. -1963-1979
-
J.C. Akerboom, Barendstraat 21, Boskoop. 1882-1927 Bouwde ondermeer motorscheepjes tot ca. 25 meter. De werf richt zich al spoedig op plezier-, overheids- en directievaartuigen.
-
Scheepswerf Gebroeders Akerboom, Hoge Morsweg 113a, Leiden. van circa 1945 - ????.
-
Scheepswerf Akerboom, Lisse. Ook bekend als Scheepswerf Lisse. 1860-1961?
-
Firma Akerboom, Nieuwkoop. bijboten.
-
H.A. Akerboom, Oegstgeest. 1928 - 1963 Scheepswerf De Meerboom. Bouwde ondermeer kleine motorvaartuigen.
-
Firma Akerboom en van Lent, Kaag / Abbenes. 1923 - 1933. Bouwde kagenaars, maar ging al spoedig over tot de bouw van pleziervaartuigen. Ook bekend als Scheepswerf De Kaag.
-
Firma Akerboom was in het Westland vooral bekend van de bouw van de 'tuindersvlet'. Deze kreeg daardoor de naam 'Kagenaar'.
-
Scheepswerf en Machinefabriek Gebr. Akerboom B.V., Leiden.
-
Firma Akkerman, Schiedam nabij de spoorbrug. Scheepswerf De Schie later (1929) jachtwerf van Kemper.
-
D.L.J. Akkermans, Geertruidenberg. Akkermans koopt in 1923 de voormalige scheepswerf van de gebroeders Tak die dan N.V. Scheepswerf 'De Amer' gaat heten.
-
't Alblas, Hendrik Ido Ambacht. 1986-heden?
-
Alblasserdamsche Machinefabriek, Alblasserdam. Begin 20ste eeuw. Soms onterecht genoemd als bouwer van schepen. Het bedrijf verzorgde de bouw en inbouw van stoominstallaties.
-
Alkema, Makkum. Houtbouwwerf ondermeer bekend van de bouw van Blazers, Tjalken en Pramen. Rond 1840 gesticht door Jan H. Alkema, later voortgezet door zijn zoon Ynte Alkema. Onder andere bekend onder de naam "Scheepswerf Welgelegen".
-
van Aller, Hasselt. In 1874 wordt door Jan van Aller het Scheepstimmerbedrijf "De Hellinge"jk in de stadsgracht van Hasselt overgenomen. In 1890 vertrekt men naar een nieuwe locatie aan het Molenbolwerk. De werf wordt voortgezet als de Erven J. van Aller, later, met drie zonen in het bedrijf, als Firma van Aller. In 1924 neemt Bodewes de werf over. Men bouwde Klippers, Tjalken en Hasselter aken; maar ook Bonzen en Botters en zelfs enkele Kenen.
-
De Alm BV, Nieuwendijk. Jachtbouw en enkele vissersscheepjes.
-
Scheepswerf Alphen, Alphen a/d Rijn; zie P. de Vries Lentsch.
-
Altena Yachting in Geertruidenberg.
-
Scheepswerf Altena, Werkendam. 1957-1964?
-
Kees Amels, Zijlroede, Makkum. Cornelis (Kees) Amels (1882-1944) Scheepswerf Amels.In 1949 wordt de werf overgeplaatst naar de buitendijks gelegen Makkummer Waard. Thans (onder Koninklijke De Vries Scheepsbouw) nog actief in de bouw van luxe jachten. In 1956 sticht men te Lemmer een tweede werf onder de naam 'Scheepswerf "Friesland" NV' en in 1960 sticht men naast de bestaande werf te Makkun de 'Dok- en Scheepsbouw Mij "Makkum" BV'.
-
American Petroleum Compagnie, A.P.C., Rotterdam. circa 1890 - 1910. Bouwde tankscheepjes, dekschuiten en lichters voor eigen gebruik.
-
Scheepswerf 'De Amer', Havenkade 5, Drimmelen. Pleziervaart. van voor 1958 tot na 1975. tussen 1958 en 1974, mogelijk ook eerder en later, onder bewind van Ch. Hitters. De werf bouwde ondermeer de door W. de Vries Lentsch Jr. ontworpen Amerglass 32. Al kort daarna ging dit model geproduceerd worden door Amerglass B.V.
-
Scheepswerf 'De Amer', Geertruidenberg. Tot 1923 zie Gebroeders Tak, vanaf 1923 D.L.J. Akkermans, al spoedig overgaand naar de Gebroeders Nederlof.
-
Scheepswerf 'De Amstel', Ouder-Amstel/Ouderkerk aan de Amstel. 1916-200?
-
NV. Amsterdamse Ballast Mij., Jutphaas. Beter bekend onder de naam scheepswerf 'De Liesbosch'.
-
Amsterdamse Cement-Ijzer fabriek, Amsterdam. 1891-1938? Het bedrijf was in 1911 en 1912 betrokken bij de bouw van ferro-cementschepen
-
Amsterdamse Dekschuiten mij., Prinseneiland, Amsterdam. voor 1953- na 1960.
-
Amsterdamse Droogdok Maatschappij, A.D.M. Meeuwenlaan, Amsterdam. 1877-1986. Men bouwde ondermeer een aantal dekschuiten en sleepboten voor eigen gebruik. Dit vond plaats tussen ca. 1914 en 1960. Het eerste dok, het Koninginnen dok = dok 2, kwam in 1879 in gebruik. Vijf jaar later werd een naast gelegen terrein van de Firma Von Lindern en een dok, het Koningsdok = dok 1*, overgenomen. Vervolgens kwamen het Wilhelmina (1899 dok 3), Juliana dok (1911 dok 4), het Hendrik dok (1924, doi 5 later 4) en in 1965 Dok 5 in gebruik. In 1965 kreeg men een dependance in Havens West. Vanaf 1978 volgde een gedwongen samenwerking met de Nederlandse Dok en Scheepsbouw Maatschappij, waarna de activiteiten naar dit terrein verplaatst werden. Eind 1985 komt er een einde aan deze nieuwe ADM. In relatie tot het Koningsdok worden genoemd de Fa. Nederlandsche Droogdokken, alsmede de Reederij voor Drijvende Droogdokken, Amsterdam (Voorheen houten dokken geëxploiteerd hebbende).
-
Amsterdamse Scheepsbouw Maatschappij, Amsterdam.
-
A.N.D.: zie Appingedam Niestern Delfzijl.
-
Gebr. van den Andel, Papendrecht.
-
Eltje Apol, De Poffert / Hoogkerk. In 1914 begint Eltje Apol op een terrein aangekocht door zijn vader Arend Apol een houthandel en werf. In 1962 wordt de werf verlaten. Het terrein ligt aan de zuidzijde van het Hoendiep, 245 meter oostelijk van de splitsing met De Gave. Het hedendaags adres is Hoendiep 338.
-
A. Apol, Wirdum. Gr.Bol, Lm. Vanaf ca 1899 tot 1954. In 1899 begon de aannemer A. Apol met twee hellingen in 1905 komt daar een kanthelling bij. Al vroeg begeeft de werf zich ook in de schepen handel en verhuur. In 1954 verhuisd naar De Groeve te Appingedam en noemt zich dan N.V. Scheepswerf Appingedam v/h Apol. Apol was vooral bekend van de bouw van de zogenaamde Apol-bollen, die door de werf ten behoeve van de aardappelcampagne en de verveningen verhuurd werden. In latere jaren bouwde de werf kustvaartuigen. De werf te Wirdum werd overgenomen door Bodewes, die het in 1959 door verkocht aan de Firma Higro uit Groningen.
-
C. Appelo Kzn, Zwartsluis. Hier werden o.a.Aak, GroningerTjalk, Tjalk, Klipper, Klipperaak gebouwd. 1878-1963 Ondermeer ook bekend als Gebroeders Appelo en Scheepswerf fa. H. Appelo en Zonen. In 1878 begon Hendrik Appelo in 1878 een scheepswerf kort achter de Arembergersluis aan het Klein Lageland. Rond 1904 verhuist men naar de Nieuwesluis. Aan de samenwerking tussen de Gebroeders Hendrik en Cornelis kwam rond 1910 een eind toen Cornelis een werf aan de Zomerdijk begon. Broer Hendrik ging met zijn zonen Cornelis, Albert en Martinus verder. Rond 1924 is de werf Nieuwesluis ondergebracht in de Firma Appelo. Na noodlottige ongevallen in 1929 op de werf Nieuwesluis wordt enige maanden later de werf notarieel verkocht. De werf, 4 percelen groot, omvatte drie langshellingen van 25 meter. Wel heeft men vergunning tot de aanleg van een dwarshelling met een lengte van 45 meter. Gelijktijdig komt de werf aan de Zomerdijk, drie percelen groot, in de verkoop. De verkoop geschiedde in opdracht van de Weduwe K. Appelo, schoondochter van de grondlegger van de werf Nieuwesluis. Ergens in jaren dertig schijnt er aan de activiteiten op Nieuwesluis een eind gekomen te zijn. De werf aan de Zomerdijk wordt vermoedelijk gekocht door Cornelis Albzn Appelo, kleinzoon van Hendrik en ondergebracht in de N.V. C. Appelo met als directeur A. Appelo en later zijn zoon C. Appelo. De werf ging na de oorlog verder als reparatiewerf tot het in 1963 opgekocht werd door Hilbrand Poppen uit Winsum.
-
Scheepswerf Appingedam voorheen A. Apol, De Groeve, Woldweg 54, Appingedam. De werf kwam uit Wirdum en heeft zich in 1954 te Appingedam gevestigd. In de jaren zeventig (1974?) op gegaan in Appingedam Niestern Delfzijl. Men heeft zich te Appingedam voornamelijk bezig gehouden met de bouw van zeegaande schepen. In de jaren zestig had men als buurman de Groninger Scheepsbouw Maatschappij.
-
Appingedam Niestern Delfzijl, 1973-1980 Fusie van Scheepswerf Appingedam en Niestern, Delfzijl. Ook Scheepswerf Appingedam Delfzijl genoemd. Na 1980 verder als Niestern Sander.
-
Arnhemse Scheepsbouw Maatschappij: zie: Arnhemse Stoomsleephelling Maatschappij.
-
Arnhemse Stoomsleephelling Maatschappij, A.S.M., Arnhemse Scheepsbouw Maatschappij: Gevestigd in Arnhem aan de zuidoever van de Rijn ongeveer tegenover de Nieuwstraat. De werf en machinefabriek werden in 1889 door de directie van de N.V. Stoomboot Onderneming Concordia gesticht, waarbij voormalige chefmachinist van de rederij en constructeur J.J. Prins als directeur aangesteld werd. De werf kreeg de naam de Arnhemsche Stoomsleephelling Mij. Tot ca. 1900 richt de werf zich voornamelijk op het onderhouden en verbouwen van stoommachines en lopen er slechts enkele nieuw gebouwde schepen van de werf. Na 1900 neemt de bouw van stoomschepen, stoombaggermachines en zandzuigers meer serieuze vormen aan. In 1953 wordt de naam gewijzigd in Arnhemse Scheepsbouw Maatschappij. De werf is tot 1978 in bedrijf geweest. Behalve nieuwbouw en reparatie van diverse soorten binnenvaartschepen (onder andere diverse Amsterdamse gemeente ponten) hield het bedrijf zich ook bezig met de bouw van diverse machines, bruggen en bagger- en offshorevaartuigen.Tijdens het hoogtepunt had het bedrijf 600 werknemers in dienst.
-
Firma Asselman, Zomerrak, Sneek. ca. 1840-1920 Houtbouw en reparatie.
-
Albert Aten, Postkade, Stadskanaal. Van voor 1900 tot circa 1916. Men bouwde bolpramen en (bol)tjalken tot ca. 25 meter.Vermoedelijk stond de werf bekend als (bij de) Gele Klap.
-
Scheepswerf Admiraal, Gebroeders Admiraal, Hasselt, Voor zover bekend actief vanaf 1904. Vanaf die jaren lijkt ook Lambert Admiraal actief maar dan voornamelijk als handelaar in sloophout. In 1916 verkoopt hij echter een houten schip en in 1919 enkele houten boten. In 1930 was L. Admiraal nog steeds in de houthandel actief.
-
Appingedam Niestern Delfzijl, 1973-1980 Fusie van Scheepswerf Appingedam en Niestern, Delfzijl. Ook Scheepswerf Appingedam Delfzijl genoemd. Na 1980 verder als Niestern Sander.
-
Firma Asselman, Zomerrak, Sneek. ca. 1840-1920 Houtbouw en reparatie.
-
Scheepswerf Het Avontuur, zie Bierenbroodspot, Amsterdam.
B
-
Barkmeijer Shipyards
-
Gerben Baaij, Bootbouwerij 'De Amstel', Ouder Amstel (Amsterdam) tegenover 't Kalfje. In 1908 afgesplitst van Baaij en Thiebout. Volgens een advertentie lag deze werf naast de Oude Werf. In 1911 wordt men failliet verklaard, daarna schijnt men tot 1914 nog als NV Bootbouwerij voorheen G. Baaij bestaan te hebben. Tevens ontstaat er een N.V. Werf de Amstel onder directie van Thiebout. Men bouwde voornamelijk kleine scheepjes.
-
Baaij en Thiebout, Bootbouwerij 'De Amstel', Ouder Amstel (Amsterdam) tegenover 't Kalfje. Opgericht in 1904 tot circa 1908. Daarna gaat men gescheiden verder. Men bouwde voornamelijk kleine scheepjes. Als Baaij in 1911 failliet gaat, lijkt Thiebout de NV weer over te nemen.
-
Fa. C. Baak, Vinkeveen. Rond 1900. Bouwde houten vrachtscheepjes tot een lengte van 20 meter en van een regionaal type.
-
Scheepswerf 'Baanhoek', voorheen T. Nederlof, Sliedrecht. 1900 - 1925 bouwde voornamelijk baggermaterieel.
-
H. Baan Hofman Machinefabriek en Reparatiebedrijf, Gorinchem. Ook bekend als Baggerbouw H.B.H.. ca. 1943 tot ca. 1982. Bouwer van duwboten en baggermaterieel.
-
D. de Baars, Leidschendam. Bouwer en verhuurder van houten vaartuigen 1846-????. Een voortzetting van de werf van de Vree. Vanaf 1900 worden er ook stalen vaartuigen gebouwd.
-
A. Baars Azn., Sliedrecht. 1898-1996. Gesitueerd aan de Rivierdijk ter hoogte van nr. 276. Bouwer en exploitant van diverse soorten baggermaterieel.
-
C.J. Baars, Ouderkerk a/d Amstel. Zie bij Baas
-
C. Baas, Ouderamstel. 1887 - 1953. Mogelijk een voortzetting van een eerdere houtbouwwerf. De naam Baars (J., C., of C.J.) wordt ook genoemd in verband met meerdere scheepswerven aan de Amstel. Men kent namelijk ook C.J. Baars en G. Baaij.
-
Gebroeders Baas, Zaandam. Ook G. Baas. 1873? - 1902. Bouw van houten dek- en vletschuiten tot circa 18 meter.
-
Bagema B.V, Harderwijk. Bagger en aannemers maatschappij die, eind jaren tachtig, wat materieel voor eigen gebruik heeft gebouwd.
-
Scheepswerf Bak, Broek op Langedijk. Opgericht januari 1924. Tot circa 1940 in bezit van Freek Bommer en gevestigd aan de Zuiderdel, nabij de huidige Stationsweg. Rond 1960 verhuisd naar de Broeckerhoek aan het kanaal Alkmaar - Kolhorn. In 1980 failliet gegaan en over genomen door de familie Bijvoet. Voornamelijk onderhoud van kleine vaartuigen. Vanaf 1960 vooral in de pleziervaart actief.
-
Leendert Bakhuizen, Dorpsstraat (ongeveer het huidige nr. 176) Capelle a/d IJssel. Rond 1800 stichtte Leendert Bakhuizen op voornoemde locatie een scheepsbouwwerf. In 1839 zette zijn zoon Pieter Bakhuizen de werf voort. Pieter schijnt goede zaken te doen want in 1849 en 1852 komen er twee werven bij. De eerste ongeveer bij het huidige Dorpsstraat 142-146, de tweede er vlak naast ( t.h.v. 156). Vanaf 1853 komt zoon Leendert de zaak versterken en men noemt zich van dan af Fa. P. Bakhuizen en Zoon. In 1955 koopt Pieter op eigen naam nog een werf. Deze ligt ongeveer ter hoogte van nummer 90, het huidige Vuykpark. Als Pieter Bakhuizen in april 1863 sterft, wordt Leendert nu tevens verantwoordelijk voor de werf op nummer 90. Leendert doet daarop de leiding over de werf op nummer 142-146 over aan Arie de Zanger. In 1872 sterft Leendert en zijn kinderen zijn te jong om het bedrijf voort te zetten. Alleen Dorpsstraat 90 en 142-146 blijven als scheepswerf in gebruik. Nummer 142-146 komt in handen van Jacob en Gijsbert Vis.
-
Pieter Bakhuizen, Dorpsstraat (ongeveer het huidige nr. 90, Vuykpark) Capelle a/d IJssel. In 1855 begon Pieter Bakhuizen hier zijn vierde werf, die drie jaar later door zoon Leendert Bakhuizen voortgezet zal worden. In 1872 sterft Leendert Bakhuizen en na een kort intermezzo met Buijs en Offerman wordt in 1874 de werf door Frans van Dijk voortgezet. In 1897 komt de werf in het bezit van Adrianus Vuyk.
-
Jachtwerf Bakker, Alkmaar.
-
S. Bakker, Gasselternijveen. ca. 1873 - 1890 bouwde houten tjalken.
-
Bakker & Co, Kinderdijk. Bouwde rond 1912 enkele kraanpontons.
-
Bakker, Krimpen a/d Lek.
-
Bakker, Noordeinde Giethoorn. Punterwerf.
-
Fa. C. Bakker, Papendrecht. 1915?
-
Staal- en IJzergieterij Bakker en Co., Ridderkerk.
-
Scheepswerf A. de Bakker, Rotterdam. 1925 - 1931 ? Men bouwde voornamelijk sleepschepen. Nieuwbouw en Scheepsreparatiebedrijf A. de Bakker, Rotterdam.
-
Firma Bakker, Papenpad 40, Zaandam. 1880? tot jaren vijftig. Bouw en verhuur van schuiten.
-
Firma Bakker en Stroo te Wormerveer.
-
Firma Bakker en Kuijper, Schoorldam.
-
Fa. Bakker & Prins, Hansweert.
-
Familie Balk, Elburg. 1802- Reparatiewerf houtbouw visserij. Nieuwbouw heeft zich na 1900 beperkt tot een aantal kleine vaartuigjes. Sinds de jaren vijftig overgang naar staalbouw, pleziervaart en kleine beroepsvaart. In 2008 verlaat de laatste telg van de familie Balk de werf en komt deze in handen van de stichting behoud Elburger Botters.
-
G. Barkmeijer, Aalsum
-
Barkmijer, Dokkum.
-
Gerrit Jans Barkmeijer, Briltil. Bouwde Groninger Bollen en tjalken, skutjes. 1839-19?? Eerst G.J.Barkmeijer, vanaf 1857: Berend Barkmeijer (zoon van G.J.), later voortgezet door zijn zoons Freerk, Klaas en Alle. vanaf 1887 staalbouw. Na 1921 Barkmeijer & Koning.
-
Jan Barkmeijer, (Zoon van Douwe) Birdaard. 1889-1902? Houtbouw. Hij vestigde zich op de werf van B. v.d. Werf. In 1902 biedt hij de werf met bijbehorende huizen te koop aan.
-
Gerrit Barkmeijer (Zoon van Douwe), Dokkum (Aalsum) Scheepswerf 'De Nijverheid'. Bouwde skutjes en klipperaken 1880 1911 - 19??
-
Alle Barkmeijer (Zoon van Gerrit Jans), Eendrachtskade ZZ, Groningen. 1854-1878+ Na 1878 overgenomen door Botje, Ensing en Co.
-
Gerrit Jans Barkmeijer, Nienoord. 1827-1839+ verplaatst naar Briltil.
-
Gerrit Jans Barkmeijer, Nietap, 1813-1827+ verplaatst naar Nienoord.
-
Barkmeijer, Nordhorn. Bouwde Groninger tjalken
-
Gerrit, Jan, & KunjeBarkmeijer, (Kinderen van Berend) Woudvaart, Sneek. Door Berend in 1889 gesticht als 'IJzeren scheepsbouwwerf Sneek' in 1898 kwam de werf geheel in eigendom van Gerrit en Jan. Er werden voornamelijk skûtsjes en tjalken gebouwd. In 1906 wordt het laatste schip door Barkmeijer gebouwd. De werf gaat echter pas in 1908 over in handen van Minnes Molles van der Werf uit Kootstertille. Deze wordt opgevolgd door zijn zonen Molle en Gerlof. Daarop volgende eigenaren zijn ondermeer J.T. Fikkers, B.J. Fikkers, en A Nugteren. Sinds 1962 is de werf in handen van v.d. Meulen, thans gespecialiseerd in houtbouw van traditionele jachten.
-
Douwe Barkmeijer, (zoon van G.J.), Hellingstraat 10, Stroobos. Bouwde skutjes en klipperaken, 1850 - heden? Scheepswerf Caspar Di Robles. Ook Tj Barkmeijer, Gebroeders Barkmeijer en Scheepswerf en Machinefabriek Barkmeijer Stroobos NV Later vooral nieuwbouw kustvaarders
-
Gebroeders Barkmeijer, aan het Koningsdiep te Vierverlaten. Scheepswerf 'De Koningspoort' 1930-1977. De gebroeders, Tammo, Gerrit en Popka, kwamen van Stroobos. Op 31 december 1956 gingen de gebroeders uiteen; Tammo en zijn zoon Douwe zetten de werf voort. In 1972 werd de werf verkocht aan de CSM en aansluitend voor een periode van 5 jaar gehuurd. Eind 76 viel het doek. Daarna is nog een klein gedeelte van de helling tot 1990 in stand gehouden. Een deel van de inventaris komt uiteindelijk in Rotterdam waar een nieuwe werf met de naam 'Koningspoort' op 16 september 1983 geopend wordt.
-
Barkmeijer, Zuidhorn. = Barkmeijer, Briltil.
-
van Beek, Delft. 1928.
-
Johannes van Beek, Drimmelen, 1949.
-
van Beek, Krimpen a/d Lek.
-
H.J. van Beekum, Hansweert. Scheepswerf Zeeland. Vermoedelijk rond 1902 gesticht. In juni 1926 falliet verklaard. Ook bekend als firma Gebroeders Ribbens, C. Bakker & Co. De werf bouwde voornamelijk sleepschepen met een lengte van 50 meter en meer. Later vestigde zich hier Scheepswerf Reimerswaal.
-
Firma Beenhakker, Kinderdijk. circa 1943 - 1984 of later. Bouwd vooral stalen 'schippersboten
-
Scheepswerf De Beer, Zuiddijk, Zaandam. (Direct ten zuiden van Vooruit, Zaandam.) 1958 - 27-7-1964 Scheepswerf De Beer kwam voort uit de in 1920 opgerichte (kano)werf Kraaier, een eenmansbedrijf aan het einde van de Zuiddijk te Zaandam.
-
Firma Beerden, Nijmegen. Rond 1930.
-
Beffers en Zn, Scheepswerf 'Het Groenland', Amsterdam. ca. 1960-1999. Scheepswerf aan de tweede Wittenburgerdwarsstraat 33-35 (tegenwoordig nabij 133) te Amsterdam. De werf is een voortzetting van de in 1855 door Gerrit Broerse gestichte werf Het Groenland. Jan Beffers (1851-1914) huurt rond 1910 - 1912 één van de hellingen op de Het Groenland. Hij verhuist daarna zijn activiteiten naar het Marinedok. Zijn zoon Simon moet bij aanvang van de Tweede Wereldoorlog het marineterrein verlaten en keert als huurder op Het Groenland terug, er werden bijna uitsluitend dekschuiten (dekaken) op stapel gezet. Men bouwde voornamelijk dekschuiten tot een lengte van ruim 35 meter.
-
Zand- en Grindbedrijf De Beijer, Leuth.
-
v.d. Beldt en Donker, Enkhuizen.
-
Th van den Beldt en Js Heijman, Heiligenweg, Enkhuizen. 1915 - 1921. Bouwde stalen visschouwen (Lemsterschouw). Van den Beldt begint daarna de werf in West-Graftdijk.
-
Rieuwert van den Beldt, Oude-Wetering (Leimuiden). 1956 - ? Bouwde o.a. sleepboten.
-
Theun van den Beldt, West-Graftdijk. Scheepswerf: 'Voorwaarts'. 1921-jaren 90. Vrij kleine werf of eigenlijk twee werfjes met elk een helling, die ongeveer haaks op elkaar lagen. Bouwde vroeger met enige regelmaat sleepboten en vissersschepen. In 1952 namen zijn zoons Rieuwert en Theun het bedrijf over, maar 4 jaar later begint Rieuwert te Oude Wetering voor zich zelf een werf. In de laatste jaren van het bestaan te Graftdijk nog maar weinig activiteiten voor de beroepsvaart.
-
Scheepswerf A. van Bennekum, Sliedrecht. Circa 1950 -1972. Bouwde voor de binnenvaart voornamelijk sleepboten. In de jaren 70 overgegaan in andere handen en verder gegaan onder de naam Deltawerf. De werf gevestigd geweest aan de Rivierdijk ongeveer ter hoogte van nummer 276.
-
Bennik en Lenning Amsterdam. Men bouwde in 1928-1929 een aantal (dek)schuiten tot een lengte van 22,5 meter
-
Scheepswerf Bennik, Arnhem. Soms ook geschreven als Bennink.
Gevestigd te Arnhem, gelegen aan de IJssel op enige afstand van de IJsselkop. Opgericht eind 19de eeuw. Voornamelijk nieuwbouw. Sinds 1970 bouw- en reparatiewerf voor pleziervaartuigen met 2 man personeel. Ook wel bekend als Gebroeders Bennik, Westervoort.
-
Bennik, Vreeswijk. Deze werf schijnt ergens rond 1903 aangelegd te zijn en al rond 1905 overgenomen te worden door van Zutphen uit Wilnis.
-
Bennik, Westervoort. Zie Bennik, Arnhem.
-
Berendse, Nijmegen. Bouwde rivierschepen
-
John Berg & Bakhoff, Delft.
-
Joh. v.d. Berg, Delfzijl. 1899-1909. Schepen tot 45 meter waaronder ook stoomschepen.
-
Scheepswerf en Machinefabriek Firma Joh. Berg, Farmsum.
-
Hendrik van den Berg, Grintwal - Buiten Enkpoort, Hasselt. 1924-1957. Bouwer van kleine sleepboten, opdrukkers en roeiboten. Ook bekend als Eerste Hasselter bootjesmakerij. Het bedrijf werd verkocht aan Johan en Gerrit Snijder.
-
Gebroeders van de Berg, Hoogezand. 1955. Schijnt alleen woonarken-kantoorschepen gebouwd te hebben.
-
J. Berg jr., Borgercompagnievaart - Oosteinde, Sappemeer. Later Noorderstraat 308. De familie Berg was reeds voor 1843 actief in Sappemeer. In 1843 hadden Jelle Gerrits Berg en zijn neef Roelf Feddes een werf in Sappemeer, terwijl zijn broer Roelof Gerrits Berg er zelfs twee werven bezat. Rond 1864 is het Jan Berg jr. die daar tot ca. 1903 een werf voert. De familie heeft ook een aantal zeegaande schepen gebouwd. In 1903 verplaatst men het bedrijf naar Delfzijl. Daarna vestigt zich op het terrein eerst de Werf van Smit en daarna de Firma Wolthuis.
-
G. v.d. Berg, Zwartsluis. 1854-1864. Houtbouw. Verder onbekend.
-
Berg en Hulshof, Delfzijl. Rond 1905. Bouwdeeen (zeegaande) schroefsleepboten en sleepscheepjes.
-
Werf C. Berghouwer, Bleekerstraat 8 Zaandam. ca. 1850- ca. 1950 Werf had een sleephelling.
-
Harm Jans Berghuis, Hoogeveen. 1851.
-
Maatschappij voor scheeps- en machinebouw 'Bergsche Maas', Heusden. Opgericht voor 1906. In juni van dat jaar werd de Maatschap namelijk omgezet in een NV. Bekend is dat de werf door fa. De Haan en Alta, later fa. De Haan en Oerlemans werd voortgezet.
-
van den Berk, Alphen aan de Rijn. 1875 - 1885 Werf had houten bokken en aanverwanten.
-
G. van den Berk, Beneden-Leeuwen. Waarschijnlijk in 1923 begonnen aan de Ringkade, maar in verband met overlast, in 1924, verhuisd naar de Meelfabriek aan de dijk. Bouwer van parlevinkervaartuigen / ventersboten. Later A.W. v.d. Berk. In 1970 ging het bedrijf over op Woudenberg en Zoon welken thans een jachtwerf exploiteren.
-
Scheepswerf Bernhard Amsterdam: H. Bernhard, N.A. Bernhard sr., H. Bernhard.
-
Scheepswerf Het Jacht, Looijerssloot / Lijnbaansgracht, Amsterdam. 1855 - 1931. Werf bouwde dekschuiten, jachten, enz. zowel in hout als in staal. Dekschuitenverhuurderij.
-
Scheepswerf Het Jacht, Grote Haven, Nieuwendam / Amsterdam. 1899 - 1973. Voornamelijk dekschuiten, ook enkele sleepboten. Tevens dekschuitenverhuur.
-
Scheepswerf Baas Kater, Durgerdam. 1923.
-
Scheepswerf onbekend, Groentemarkt, Marnixstraat, Amsterdam. Mogelijk beperkt tot de bouw van 10 schuiten voor (verhuur aan) de Gemeente Amsterdam. Ergens tussen 1887 en 1896.
-
Scheepswerf onbekend, 1900-1906, Zaandam.
-
Scheepswerf De Overtoom, Oostzanerdijk 19, Oostzaan / Amsterdam. Van 1909-1914 H. Bernhard. Vanaf 1916-1982 N.A. Bernhard jr. en vervolgens C.M. Bernhard. Bouwt dekschuiten, sleepboten en diverse andere vaartuigen.
-
Scheepswerf onbekend Tussen 1914 en 1916 is op de Werf S. Seijmonsbergen actief.
-
Werf v/h J.C. Rijkhoff, Bickersgracht 60, Amsterdam. 1920-1923 . Dekschuitenwerf.
-
Scheepswerf Beudeker, Sluissloot, Zaandijk. 1950-1955? Voornamelijk bouw van poldervaartuigen.
-
Beudeker, Veerdijk, Wormer. tot 1925. Daarna worden terreinen in beheer bij de exploitatiemaatschappij Saenden (deze maatschappij behoorde aan de firmanten van Bloemendael & Laan uit Wormer) verhuurd aan de Zaanlandsche.
-
Werf: Gebr. Beugelsdijk, in Rijpwetering.
-
G.J. Beurs en Zonen, Harmen Jansweg 45, Haarlem. 1915 - 1925(?) Scheepswerf Het Spaarne. Ook geschreven als Beus
-
van Beveren, Leiderdorp. Mogelijk 1900 tot 1920. Bouwde tjalkjes maar ook beurtscheepjes
-
Gebroeders van Beveren, Zoeterwoude. Ook bekend als Scheepswerf 'De Rijn'. In 1804 gesticht door Abraham de Bie en in 1887 overgenomen door de familie van Beveren. Rond 1890 volgt de omschakeling naar ijzerbouw. In 1907 volgde de uitbreiding met de naast gelegen werf van Kok. In 1950 schakelde men over op de jachtbouw. In 1964 werd het bedrijf beëindigd. Men bouwde en verzorgde het onderhoud van westlanders en andere tuindersschuiten.
-
Firma Gebroeders Bezemer, Wantij, Dordrecht. De bouwactiviteiten begonnen in 1947 en in de jaren zestig te eindigen. Tegenwoordig schijnt men zich bezig te houden met de productie van lieren, hijswerktuigen e.d. Er is een relatie met de naastliggende werf De Watergeus, die zich meer op de watersport richtte.
-
Gebr. Bierenbroodspot, Vierwindenstraat, Amsterdam. Ook bekend als Scheepswerf 't Avontuur. Er naast lag Scheepswerf d' Risico van Pijlman. De familie begon in 1885 maar de werf stamt naar het schijnt uit 1627.
-
Scheepswerf De Biesbosch, Dordrecht. Op 13 januari 1917 door D. Kooyman en J.J. Hulsman opgerichte machinefabriek. In 1924 overgenomen door de Franse Firma Compagnie Francaise de Navigation Rhenane. In 1929 uitgebreid met terrein en machines van Scheepswerf Dordrecht. In 1968 werd scheepswerf en machinefabriek H.J. Koopman NV overgenomen. In 1979 werd het faillissement voorkomen door oprichting van een nieuwe BV Scheepswerf en Machinefabriek De Biesbosch-Dordrecht In juni 2000 failliet gegaan. De Biesbosch werd ondermeer bekend van de bouw van Franse motors en duwbakken.
-
Bieze en Oorburg, Beneden Dwarsdiep, Veendam. 1931 - ? Voortzetting van de werf van L. Wolthuis.
-
Bijholt, de naam Bijholt wordt geregeld geschreven als bijLholt.
-
Bijkers Aannemersbedrijf NV., Gorinchem. Ook bekend als IJsselwerf Gorkum. Van voor 1946 tot na 1964.
-
N.V. Bouw en Montagebedrijf Bijker, Zwijndrecht.
-
Scheepswerf Bijl, Nieuw-Lekkerland; zie W en C Stam.
-
Firma Bijlholt, Foxhol / Foxholsterbos - Hoogezand - Martenshoek. In 1733 begonnen aan de werfkade t.h.v. het huidige nummer 10. In 1969 verhuisde men naar de Scheepswerf Foxhol van de gebroeders Müller aan de W.A. Scholtenweg nr. 26. Deze werf lag tussen de "Volharding" van Bodewes met de naast gelegen lierenfabriek van E.H. Bodewes aan de westkant en de aardappelmeel fabriek van W.A. Scholtens aan de oostkant. Men bouwde ondermeer Groninger bollen en Tjalken, Klipperaken, Steilstevens, Luxe-motors en opdrukkers. Sinds 1983 een onderdeel van Damen Shipyards Gorinchem, die naar sommige bronnen beweren ook al het terrein van Bodewes bezat. Later (na 1994) gaat de werf tot circa 2010 Damen Shipyards Foxhol heten. Na 2010 maakt het bedrijf een doorstart als Shipyard Constructions Hoogezand bv.
-
Bijlholt, P.W., Groningen. 1765 - 1792+
-
Bijlsma, Lemmer. ???? - 2003
-
G. Bijlsma, Wartena. Ook bekend als Scheepswerf Volharding. Skûtsjes, Sleepboten. 1903-2003, in de latere jaren vrijwel alleen nieuwbouw coasters. De werf is een feitelijke voortzetting van een oudere werf, die tot 1889 van de familie geweest was. In 1996 opende men in Lemmer een tweede werf. In 2003 ging de werf in Wartena failliet en in 2004 werd de werf in Lemmer verkocht aan Veka Shipyard. In 2007 ging men opnieuw van start; dit maal in samenwerking met Veka Lemmer.
-
fa. Wed. Abr. Blaak & Zn, Hoogezand. 1853 - 1969+ Bouwde houten reddingboten, sloepen, brandingboten, schippersboten, vletten, vissersboten, bijboten.
-
J. Blanken, Het Haagje, Hoogeveen. - Ergens rond 1867 opgericht en geëindigd ergens rond 1895. Bouwde houten (Hoogeveense) pramen.
-
D. Blankevoort en Zn B.V., Lisse. Baggerbedrijf.
-
Scheepswerf Blijlevens, Oosterhout.
-
Scheepswerf De Bloementuin, Muiden; zie Schouten.
-
Scheepswerf J. Blom en Zonen, Hindelopen. Plm. in 1965 begonnen en rond 1988 geëindigd. Bouwde veel pleziervaart maar ook enkele schepen voor de binnenvisserij tot lengtes van ruim vijftien meter.
-
Jan en Cornelis Blom, Keeten, Capelle a/d IJssel. Rond 1804 huren Jan en Colenis Blom van Fop Mijnlieff een terrein (ongeveer t.h.v. wat thans de Nijverheidsweg 130 is) en vestigen daar een scheepswerf. Rond 1821 komt aan de huur een einde. Klaas Kok en later Arie Kok en Johannes Hoogendijk zetten hier de werkzaamheden vanaf 1824 voort.
-
De Bock & Meyer, Oude Wetering. Scheepswerf "De Herstelling". Vanaf ca. 1903 tot 2010. Veel motorschepen, later jachtbouw. In 2010 failliet verklaard en gesloten.
-
J. Bocxe, Aarlanderveer. Jan Bocxe vestigd zich in 1821 op een bestaande werf te Aarlanderveen. Na een Willem en een Jan, verplaatst de derde Jan de werf in 1913 naar het Noordeinde en in 1927 naar de Hoekse Aar te Ter Aar.
-
Firma H.F. Bocxe en Zonen, Delft. In 1988 neemt de firma uit Ter Aar de werf 'Vrijenban' van H. Boot over en heeft deze nog steeds in bedrijf. Naast reparatie is er ook nieuwbouw tot een lengte van ca. 40 meter.
-
J. Bocxe, Ter Aar. Voorheen gevestigd te Aarlanderveen sticht in 1927 een nieuwe werf aan de Hoekse Aar. Nadat de werf in 1945 overgenomen wordt door Hein Bocxe wordt het in 1974 de Firma H.F. Bocxe en Zonen. De werf blijft tot 1996 in bedrijf waarna men de activiteiten concentreert op de werf in Delft.
-
Fa. De Bode, Boveneind, Krimpen a.d IJssel. 1927-1930. De werf was buitendijks, aan de IJssel, gelegen ten noorden van de afwatering bij de Breekade. (Ongeveer de huidige IJsseldijk Oost 97) Voorheen de werf van Cornelis Vermeulen en later van Gerardus van Leeuwen uit Scheveningen die er haringloggers bouwde. Men bouwde motorvrachtschepen van ca. 24 tot 44 meter. Het terrein is bij rivierverbreding in 1940 vergraven. Iets verder stroom opwaarts had men als buurman de Firma De Weduwe A. van Duijvendijk.
-
Jac. Bodewes, Bergum (Sumar). De werf werd in 1956 gesticht en in 1980 aan Damen Shipyards verkocht. De werf bouwde voornamelijk zeegaande schepen. Na de naamsverandering bij de werf van Jac. Bodewes te Hoogezand werd de naam te Bergum gewijzigd in N.V. Scheepswerf 'Hoogezand' Bergum.
-
Gebr. Bodewes, Foxhol. 1919- heden?. Ook bekend als Bodewes Scheepswerf Volharding. Later Bodewes Gruno Foxhol. (W.A. Scholtenweg / Scheepswervenweg).
-
Gebroeders Bodewes te Hoogezand/Martenshoek, de scheepswerf Jachtwijk, en een scheepswerf Jac. Bodewes aan de Werfkade in Hoogezand, de scheepswerf 'Hoogezand'.
-
Lierenfabriek H E Bodewes. De lieren fabriek zat tussen de scheepswerf Bodewes en de scheepswerf Bijlholt in. De lieren fabriek werd na 1945 verplaatst naar de Werfkade te Martenshoek, in de voormalige machinefabriek Fulton.
-
Ton Bodewes N.V., Franeker. 1957-1991 Bouwde ondermeer vissersvaartuigen, motorjachten, vrachtschepen en dergelijken. De bouwhelling was 40 meter lang. Verder ook bekend als reparatiewerf.
-
J.H. Bodewes, Groningen. Ook bekend als Scheepswerf Hoornsche Diep (Hoornsediep). De werf werd in 1933 door J.H. Bodewes en A.J. Dutmer gesticht. De leiding van de werf was hoofdzakelijk in handen van de A.J. Dutmer. De werf legt na 1948 meer op de bouw van coasters en keek daarom na naar een geschikte lokatie daarbij scheidden de wegen van Dhr. Bodewes en Dutmer zich. In die tijd waren er echter een aantal gerechtelijke uitspraken over samenwerking met de bezetter die voor scheepsbouwers Bodewes niet geheel gunstig waren. Mogelijk heeft dit tot de scheiding bijgedragen. Dhr. Dutmer vertrok naar Meppel om samen met Dhr. Worst een nieuwe scheepswerf Worst en Dutmer op te zetten. De werf aan het Hoornse diep heeft onder leiding van Hermanus Bodewes tot 1956 bestaan. Daarna zette hij het bedrijf, nog steeds werkend onde onder de naam J.H. Bodewes N.V., voort op de voormalige werf van Apol te Wirdum. Dat plezier was echter van zeer korte duur. In het voorjaar van 1959 werd de werf al weer verkocht.
-
Scheepswerven v/h Gebr. G en H. Bodewes, Hasselt. ca. 1920 tot heden (2013) Voortzetting van de werf van Van Aller, Nevenbedrijf van: G & H Bodewes, Martenshoek.
-
Jac. Bodewes, Werfkade 74, Hoogezand. ca. 1940 tot 1989. Ook bekend als: Jac. Bodewes Scheepswerf Hoogezand. en later als N.V. Scheepswerf 'Hoogezand', Hoogezand. De werf heeft slechts sporadisch binnenvaartschepen gebouwd.
-
Bodewes Scheepswerven Hoogezand. Feitelijk ontstaan in Martenshoek. Zie G en H Bodewes, Martenshoek.
-
Scheepswerven Bodewes.
-
Gebroeders Bodewes, Lobith. Scheepswerf de Hoop, Lobith Tolkamer.
-
Bodewes Martenshoek.
-
Geert Joosten Bodewes, 1785-1854. 'Stamvader' van het scheepsbouwers geslacht Bodewes. De werf werd vermoedelijk begin negentiende eeuw (1812?) gesticht.
-
Gerardus Johannes Bodewes (1829-1892 tweede generatie), Martenshoek, Westerbroek. Derde zoon van stamvader Geert Joosten Bodewes. Als zijn vader in 1854 overlijdt zet hij de werf voort. Hij wordt op zijn beurt opgevolgd door zijn zoon Harmannus.
-
Harmannus Halbanus (Mans) Bodewes (1859-1957 derde generatie), Martenshoek, Westerbroek, Lobith. De tweede zoon van Gerardus Johannes is Harmannus Halbanus (Mans) Bodewes komt in 1875 het bedrijf van zijn vader versterken. De werf in Martenshoek wordt in 1877 aan J.F. Verstockt (gehuwd met Hendrika Bodewes) verkocht en er wordt een werf in Westerbroek gekocht. Middels een tussentijds faillisement ging de werf te Westerbroek van vader op zoon en dus op naam van Mans. Deze verkocht in 1879 de werf aan Berend Niestern. Mans verhuisde naar Lobith-Tolkamer om daar met enkele familieleden een nieuw bedrijf te beginnen.
-
Gerardus Harmannus Bodewes (1856-1942 derde generatie), Martenshoek. 1882-1889. Gerardus Harmannus was de oudste zoon van Gerardus Johannes Bodewes. Deze begon in 1882 eveneens een werf in Martenshoek. Hij verkoopt deze werf in 1889 aan zijn neven de Gebroeder G. & H. Bodewes en vertrekt net als zijn broer Mans naar Lobith.
-
Gebr. G. en H. Bodewes, Werfkade Martenshoek. G en H Bodewes waren zonen van Wijnandus Bodewes Wnz. Voluit heten ze Geert Bodewes (1856-1928 derde generatie) en Harmannus Wijnandus Bodewes (1858-1912 derde generatie). Deze zonen kopen in 1889 de werf van hun oom Gerardus Harmannus Bodewes. Reeds in het volgende jaar werden de activiteiten uitgebreid met een nieuwe werf genaamd Scheepswerf Jachtwijk. Negen jaar later kochten zij na het faillisement van Niestern en Ten Velde deze werf, die vroeger van Harmannus Halbanus (Mans) Bodewes geweest was, terug. Deze werf gaat dan "Werf bij huis" genoemd worden. In 1916 verkregen zij de werf van Verstockt, ook al een voormalige Bodewes werf. Deze was direct naast hun eerste werf gelegen. Ondanks deze overname bleef de werf Werf Verstockt genoemd worden en kende de werf ook een grote mate van onafhankelijkheid. Men beschikte tevens over een eigen machinefabriek onder de naam Fulton. In januari 1912 werd de firma omgezet tot de N.V. Scheepswerven voorheen Gebr. G. en H. Bodewes. De NV ging in 1937 failliet waarna een groot deel overgenomen werd door H.W. Bodewes. Het werd vervolgens onderdeel van Bodewes Scheepswerven Hoogezand, Bodewes Shipyards en sinds december 2012 als Royal Bodewes, scheepswerf Jachtwijk en Verstockt. Werf Bij Huis ging echter naar de Verenigde Groningsche Scheepsbouwerven.
-
Wijnandus Bodewes (1816-1889 derde zoon van stamvader Geert Joosten). Martenshoek (Ook wordt Hoogezand vermeld). Sticht in 1839 een werf. Deze werf wordt later door zijn zoon, ook Wijnandus geheten, voortgezet.
-
Wynandus Bodewes Wzn.. 1868 - 1932 (derde generatie) Martenshoek,(Hoogezand). Zet de werf van zijn vader voort. Wijnandus Wzn. heeft geen mannelijke opvolgers en via zijn broer Harmannus (1859 - ????) wordt de werf in 1915 door de Gebroeders Fikkers overgekocht. Deze werf lag pal naast de reeds bestaande werf van G. en H. Bodewes aan de Werfkade te Martenshoek. Ook deze Bodewes blijkt zuidwaarts te trekken want hij overlijdt in 1932 in Echt, Limburg.
-
Harmannus Halbanus Bodewes, Millingen. Harmannus nam in 1896 de werf van Jacob van Lier die failliet gegaan was, over. In 2014 werden de werfactiviteiten op die plaats beëindigd. Werf had een grote dwarshelling, nieuwbouw en reparatie. In dezelfde regio hadden de broers Bodewes de Scheepswerven De Hoop te Pannerden en De Hoop in Lobith-Tolkamer. Later werd de werf in Millingen onderdeel van Damen Shipyards Gorinchem. Harmannus Halbanus Bodewes was afkomstig van de scheepswerf De Hoop te Lobith die hij samen met zijn broer Geert in 1889 gesticht had.
-
Bodewes, Pannerden. Scheepswerf De Hoop Pannerden.
-
J. Bodewes, Sappemeer. In 1836 door Joost Bodewes (zoon van Geert Joosten Bodewes) gesticht.
-
Harmannus Halbanus (Mans) Bodewes, Westerbroek, 1877-1887.
-
Firma J.H. Bodewes, Wirdum. 1956 - 1959.
-
Fa. de Boef, Papendrecht. 1963.
-
C. Boekel, Amsterdam. 1893 - 1950. De scheepstimmerwerf was gelegen aan de Kostverlorenvaart en had als toenmalig adres De Wittenstraat 174. Men bouwde en verhuurde dekschuiten (dekaken) en pramen (bakken/arken).
-
Engel Boele, Alblasserdam. 1859-1883. Kleine werf.
-
Fa. Boele, Bolnes/Slikkerveer. 1871-1987. Het begon met de werf van Pieter en Cornelis Boele te Slikkerveer 1854-1870. In 1861 bouwden zij hun eerste ijzeren schip. Na het overlijden van Cornelis in 1870 komt de werf aan Pieter Boele Pzn. De Weduwe C. Boele sticht met haar 4 zoons in 1871 van het kapitaal dat zij verworven heeft, een paar honderd meter verder op de werf: de Weduwe C. Boele en Zonen. In 1890 trekt de weduwe zich terug en worden haar zoons de eigenaren. In 1920 wordt de werf verkocht aan Schram te Bolnes, maar de naam verdwijnt pas in 1925 als Schram ook deze werf onder de naam 'Piet Hein' brengt.De werf P. Boele Pieterzn ging in 1887 over in handen van zijn zoons Maarten Pieter en Pieter Cornelis en werd omgedoopt in Firma P. Boele Pzn. In 1896 werd een paar kilometer westelijk te Bolnes, in samenwerking met Arie Nijs den Oude (directeur van scheepswerf gebroeders Pot) een tweede werf gesticht. Deze kreeg de naam Boele en Pot. In 1915 kwamen beide werven onder de naam N.V. Boele's scheepswerven en machinefabriek. Beide werven bedreven zowel nieuwbouw als reparatie en zowel voor de binnen- als ook voor de zeevaart. Alleen beschikte de werf in Bolnes een eigen (stoom)machinefabriek. In 1921 werd de werf te Slikkerveer min of meer stilgelegd. In 1929 tijdens een opleving in de scheepsbouw weer actief geworden om uiteindelijk in 1932 definitief gesloten te worden. De werf te Bolnes komt ondanks grote moeilijkheden de zware tijden van de jaren dertig en de Tweede Wereldoorlog door. Na de jaren 80 gaat het echter slechter. In 1987 wordt de werf failliet verklaard.
-
Boele & Pot, Bolnes (soms ook als Slikkerveer): ca. 1896 - 1915.
-
J. Boelen J.Rzn., Grote Bickerstraat 6, Amsterdam. Ook bekend als Scheepswerf De Haan. Voornamelijk zeevaart, maar bouwde ondermeer ook radersleepboten voor gebruik op het Noord-Hollandskanaal en Zuiderzee. Rond 1890 beëindigd.
-
Boelen en Boissevain, Huizen. Deze uit Amsterdaafkomstige heren stichtten in 1859 een werf te Huizen. Al in 1868 werd de werf overgenomen door Jacob Schaap.
-
Klaas en Sjoerd de Boer, Dominee Veenweg 1, De Knipe, Frieskand. van voor 1930 tot ca. 1964. Bouw verhuur en onderhoud van Knypster pramen en andere boerenschuiten en vaartuigen. Beschikte over drie sleephellingen (oplopen) te beschikken.
-
Gebroeders de Boer, Lemmer. 1877-1960 Bouwer van tjalken, aken, klippers en diverse andere soorten schepen maar vooral bekend door de bouw van Lemmeraken. IJzerbouw vanaf 1901. De werf werd in 1960 door H. Poppen afkomstig uit Winsum opgekocht.
-
Wilke de Boer, Marktkade / Eerste Valthermond, Musselkanaal. Als nadere plaatsaanduiding zegt men bij 'De IJzeren klap'. De werf werd in 1871 aangelegd en 1905 uitgebreid met een werf voor het bouwen van ijzeren schepen. Wilke de Boer overlijdt in 1917, 83 jaar oud. Zoon Willem heeft de werf van zijn vader overgenomen, maar hij gaat in 1912 failliet. De bouwhelling had een capaciteit van ca. 24 meter.
-
Hendrik de Boer, Hoek schoolkade/Cereskade, Musselkanaal. mogelijk 1889 tot uiterlijk 1917, het jaar waarin hij overlijdt. Ook lijkt hij na 1907 nog 2 jaar de werf van G.B. Meijer aan de Marktkade voortgezet te hebben.
-
J.A. de Boer, Hendrik Westerstraat, Oude Pekela. Deze werf bouwde Aak, GroningerBollen, Klipperaken, Steolsteven en Tjalken ca. 1887-1937. Ook bekend als Gebroeders De Boer.
-
L.J. de Boer, Sliedrecht. circa 1930 tot heden. Voornamelijk reparatie en verbouw van schepen. Nieuwbouw van motorvaartuigen tot circa 20 meter.
-
Sibbele De Boer, Kerkplein, Zaandijk. Reparatiewerf houten schepen. ????-1899 De werf geniet bekendheid als 'De werf achter de kerk'. De werf is eerst van Sibbele de Boer, later van zijn zoon Jan. Nieuwbouw en reparatie van houten schepen tot 45 ton. (Beperking door de Zaandijkersluis) Na het overlijden van Jan de Boer in 1899 wordt de werf door de notarissen Walig en M.Donker ondergebracht in de Zaanlandsche Scheepsbouw Maatschappij. De werf moet gevestigd geweest zijn aan de Nieuwe Vaart, tegenover de Nieuwe Vaartkade ongeveer ter hoogte van de Domineestuin.[ppp
-
Steven Boersma Dedemsvaart / Avereest (1845-1852). De werf, voorheen van Andries Lucas Mol, lag bij de hoek van Het Rak met de huidige Langewijk.
-
Boerma, Kiel-Windeweer (sinds 1821 gem. Hoogezand) en Martenshoek (gem. Hoogezand). van voor 1845 tot en met 1904. Soms wordt de naam geschreven als Boerema. De eerste generatie scheepsbouwers bestond uit Harmannus Jacobus (1807-1878); Conraad (1809-1867) en Wilhelmus (1823-1898). De tweede generatie waren de zoons van Conraad: Johannes Wijnandus (1852-1921) en Wijnandus Johannes (1856-1902), de zoons van Wilhelmus: Wijnke (1852-1930) en Harmannus Wijnandus (1858-????) en de zoon Roelf (1836-1911) van hun Grietje. Conraad met zijn zonen hadden een werf te Martenshoek. Men (mogelijk de eerste generatie met Harmannus en Wilhelmus) zat te Kiel aan het Kielsterdiep tegenover het huidige Sluisweg 46, te Kiel-Windeweer. Op deze werf vestigde in 1904 Albert Wolthuis. Men bouwde ondermeer tjalken.
-
Boerma, Sappemeer.
-
Boerma, Wildervank.
-
Boerma, Martenshoek. 1889 - 1922. Eerst W en H Boerma, vanaf ca. 1902 J.W. Boerma en vanaf ca. 1920 de Weduwe Boerma. In 1922 wordt het de werf van H.P.J. Thiecke. De werf blijft echter tot 1929 in het bezit van de weduwe J.W. Boerma.
-
Jan Boertjes, Contre Escarpe, Tholen 1869-1873.
In 1869 huurt de uit Puttershoek afkomstige Boertjes een bestaande scheepshelling te Tholen alwaar men ondermeer de veerschuiten van de overzet over de Eendracht droogzet. Als Boertjes in 1873 komt te overlijden, neemt Dirk Pzn. Duivendijk de huur over. De werf schijnt eerst in handen van de veerman M.A. Witte en later van zijn Weduwe geweest te zijn. -
Machinefabriek Bolnes, De Zaag, Bolnes / Krimpen a/d Lek. Onder directie van J.H. en later C.W. van Cappellen. Gevestigd op het terrein van de voormalige scheepswerf Rotterdam.
-
Scheepswerf E.J.Bok en Zonen, Kleine Kattenburgerstraat nr. 176 Amsterdam. Scheepswerf 'De Zwarte Raaf'. Voornamelijk zeevaart. Firma schaeklt vanaf 1900 over op de bouw en verhuur van dekschuiten.
-
R. Boltje en Zonen B.V., Hasselt (Ov). Omstreeks 1956 opgericht en beeindigt omstreeks 1973.
-
Scheepswerf Freek Bommer, Broek op Langedijk. ca. 1920 tot circa 1940.Gevestigd aan de Zuiderdel, nabij de huidige Stationsweg. Rond 1940 overgenomen door de firma Bak. Voornamelijk onderhoud van kleine vaartuigen.
-
NV. Scheepswerf voorheen Bonn en Mees, Rotterdam. In 1867 opgezet met een droogdok ten behoeve van de scheepswerf van Jan Smit uit Alblasserdam. Het dok lag een eind westelijk van de Veerdam aan de zuidoever van de Nieuwe Maas tegenover het park. In 1874 wordt de zelfstandige gemeente Katendrecht samengevoegd met Charlois op 6 december 1894 volgt annexatie door de Gemeente Rotterdam. In 1887 doet J. Smit de werf over aan zijn zwager en toenmalige bedrijfsleider Hillrich Jan Bonn en 1888 wordt er een partnerschap aangegaan met Joan Mees. Na het graven van de tweede Kattendrechtse haven rond 1899 verplaatsen de activiteiten zich verder naar het westen naar Charlois (Gem. R'dam). De werf ligt dan aan de Doklaan bij het begin van de Maashaven. In 1927 wordt het bedrijf omgezet in een N.V. In 1931 stoppen de scheepsbouwactiviteiten en gaat men verder met de exploitatie van drijvende bokken. In of tijdens de tweede wereldoorlog verdwijnen de dokken aan de Maashaven.
-
Jan Boomsma, Oppenhuizenweg, Sneek. Scheepswerf De Houkesloot. Jaren twintig tot in de jaren 60.
-
Scheepswerf en Machinefabriek Boon, Molema en de Cock, Hoogezand-Sappemeer. Oorspronkelijk aan de Verlengde Zuiderstraat, later was dit de Hoofdstraat ter hoogte van perceel nr. 80.
-
Hendrik Boot 1818-1899. Stichter Scheepswerf "H. Boot & zonen" gemeente Vrijenban, later Delft. Jacobus Hendriksz Boot 1853-1922. Scheepswerf H. Boot & zn. (Voorheen Scheepswerf H. Boot). Zoon van Hendrik Boot.
Cornelis Boot 1857-1926. Scheepswerf H. Boot & zn. (Voorheen Scheepswerf H. Boot). Zoon van Hendrik Boot.
Hendrik Boot (2) 1893-1978. Scheepswerf H. Boot & zn. Delft. Zoon van Cornelis Boot, kleinzoon van Hendrik Boot.
Willem Boot 1890-1962. Scheepswerf H. Boot & zn. Delft. Zoon van Cornelis Boot, kleinzoon van Hendrik Boot.
Gegevens en de liggers op S2HO: Firma H. Boot & zonen, Scheepswerf Vrijenban, Delft. -
Wouter Boot, (1820-1902) Broer van Philippus en Hendrik Boot,De Dageraad, Woubrugge, 1847-1893.
Jacobus Boot (1855-1897) Scheepswerf De Dageraad, Woubrugge. Zoon van Wouter Boot. Theo Jacobus Boot (1918-1996), Scheepswerf De Dageraad, Woubrugge. Kleinzoon van Jacobus Boot, zoon van Hendrik Jacobus Boot 1888-1956. -
Wouter Adrianus Boot (1878-1957) Scheepswerf De Dageraad, Woubrugge. Zoon van Jacob Boot en kleinzoon van Wouter Boot.
-
Jacobus Hendrik Boot (1911-1997) Scheepswerf De Dageraad, Woubrugge. Zoon van Wouter Adrianus Boot.
-
Philippus Boot 1824-1902. Vader van Dirk, Pieter en Jacobus Boot. Broer van Wouter en Hendrik Boot. Scheepswerf: De Vooruitgang, Gouwsluis (Alphen), 1851 - 1887.
-
Dirk Boot, 1859-1922. Zoon van Philippus Boot. Scheepswerf Boot, Zoeterwoude, zou tussen 1880 - 1887 van Dirk Boot geweest kunnen zijn.
-
Scheepswerf: De Vooruitgang, Gouwsluis (Alphen), 1887 - 1921.
-
Scheepswerf: De Industrie, Alphen a/d Rijn, 1908 - 1921. Daarna tot zijn overlijden in 1922 medefirmant van D. & Joh. Boot N.V. De firma die zowel Scheepswerf 'De Vooruitgang' als de de scheepswerf en machinefabriek 'De Industrie' bestierde.
-
Johannes Boot, 1886-1949, Zoon van Dirk Boot. Kwam rond 1910 bij zijn vader op de Scheepswerf 'De Industrie' in dienst en had vooral de leiding over de aldaar gevestigde machinefabriek waar onder zijn leiding de Industrie motoren ontwikkeld werden. In 1919 wordt de motorenfabriek ondergebracht in de Firma Joh. Boot. (Nieuws van de dag 27-9-1919) In 1921 wordt Johannes medefirmant van N.V. D. & Joh. Boot. Tot wannerr hij directeur bij de NV blijft is niet bekend. Zijn zoons Dirk Boot 1913-1997 en Lourens Boot (1915-1985) worden later eveneens directeuren van de firma.
-
Gerrit Boot. 1889-1931. Zoon van Dirk Boot. Directeur van 'De Vooruitgang'.
-
Petrus Johannes Cornelis Boot, 1924-1988. Zoon van Gerrit Boot 1889 - 1931. Kleinzoon van Dirk Boot (1859-1922). Directeur van De Vooruitgang en De Industrie. Directeur 'Boot Lemmer NV'.
-
Dirk Gerard Boot, 1921-1988 Directeur 'Boot Lemmer NV' Broer van Petrus Johannes Cornelis.
-
Jacobus Boot , 1854-1924. Scheepswerf 'De Waard', Leiderdorp (Leiden) en 'De Hoop', Leiden. Zoon van Philippus Boot.
-
Pieter Boot, 1861-1946. Scheepswerf 'De Waard', Leiderdorp (Leiden) en 'De Hoop', Leiderdorp/Leiden. Zoon van Philippus Boot, Broer van Jacobus Boot (2).
-
Pieter Boot jr., 1890-1872. Scheepswerf 'De Hoop', Leiderdorp/Leiden. Zoon van Pieter Boot, Kleinzoon van Philippus Boot.
-
Philippus Boot , 1896-1974. Scheepswerf 'De Hoop', Leiderdorp/Leiden. Zoon van Pieter Boot, Kleinzoon van Philippus Boot.
-
Scheepswerven van familie Boot: Scheepswerf "Vrijenban" 1849-1988. Gevestigd aan de Rotterdamseweg 466 eerst nog in de gemeente Vrijenban, maar later opgegaan in de gemeente Delft. De werf werd gesticht door Hendrik Boot en zal waarschijnlijk als Scheepswerf H. Boot bekend gestaan hebben. Vanaf 1884 wordt dat Scheepswerf H. Boot en Zonen en weer later (rond 1895?) Firma H. Boot & zonen. Dezen zonen waren Jacobus Hendriksz. Boot en Cornelis Boot. In 1915 valt voor het eerst de term 'Scheepswerf Vrijenban'. De werf beschikt dan over twee dwarshellingen resp 60 en 75 meter lang. J en C Boot werden opgevolgd door de zonen van Cornelis; te weten Hendrik en Willem Boot. Vanaf eind jaren dertig gebruikt men in advertenties meestal de naam H. Boot & Zonen, Scheepswerf 'Vrijenban' De werf werd op 1 januari 1988 over genomen door Fa. H.F. Bocxe en Zonen uit Ter Aar.
-
Scheepswerf De Dageraad, Woubrugge. In 1847 koopt Wouter Boot (1820-1902) van Leendert van Dietje een scheepswerf met twee langshellingen aan de Heimanswetering te Woubrugge. Hij noemt deze 'De Dageraad'. Vanaf 1880 wordt de werf door zijn zoon Jacobus Boot geleid. Deze neemt de werf in 1893 geheel over. Als Jacob in 1897 door verdrinking om het leven komt, zet zijn vrouw samen met zijn zoon Wouter Adrianus Boot de werf voort. De werf te Woubrugge krijgt dan de naam Weduwe J. Boot - Scheepsbouwwerf 'De Dageraad'. Bij de overgang naar ijzerbouw in 1901 is men gedwongen een tweede terrein een eind in zuidelijke richting, binnen de gemeente Oudshoorn gelegen, in gebruik te nemen. In 1914 wordt het nog resterende deel van de houtbouwwerf in Woubrugge opgeheven. In 1918 wordt Oudshoorn bij Alphen a/d Rijn gevoegd. In 1947 verlaat Wouter Adrianus de in 1917 gevormde NV Scheepswerf 'De Dageraad' en worden Jacobus Hendrik Boot en Theo Jacobus Boot de nieuwe directeuren. In 1969 legt Jacobus Hendrik zijn functie bij de scheepswerf neer. De werf blijft uiteindelijk tot 1981 onder leiding van de Familie Boot. In 1982 wordt de werf aan de Woubrugseweg 15 te Alphen a/d Rijn te koop aangeboden.
-
Scheepswerf Boot, Rijndijk, Zoeterwoude. Werf heeft slechts van 1880 tot 1887 bestaan.
-
Scheepswerf 'De Vooruitgang', Steekterweg Gouwsluis. 1851-1970(1976) In 1851 gesticht door Philipus Boot. Vanaf 1887 was zijn zoon Dirk Boot de eigenaar. De werf was toen uitsluitend geschikt voor houtbouw en beschikte over twee houten langshellingen (sleephellingen) en men bouwde schepen tot ca. 16 meter lengte. Onder Dirk Boot volgt de overschakeling naar staalbouw en naar grotere schepen. In 1894 lopen er reeds schepen van meer dan 45 meter van stapel. Vanaf 1910 overschijdt men de 60 meter. Sinds 1908 vallen zowel de scheepswerf 'De Vooruitgang' als de scheepswerf 'De Industrie' onder dezelfde directie. Rond 1910 komt Gouwsluis administratief onder Alphen aan de Rijn. In 1922 worden de bedrijven ondergebracht in Naamloze vennootschappen. In een advertentie uit 1928 spreekt men daarom van NV Scheepswerf 'De Vooruitgang' v/h de Firma D. Boot Alphen a/d Rijn. Een verandering treedt op rond 1930 als men gaat spreken van NV Scheepswerf 'De Vooruitgang' v/h de Firma's D. & Joh. Boot Alphen a/d Rijn. 'De Vooruitgang' werd, samen met 'De Industrie' (machinefabriek en werf) in 1970 overgenomen door NV Klip uit Opperduit / Lekkerkerk en ondergebracht bij T. van Duijvendijk's scheepswerven b.v.. De bedrijven gingen toen ook de naam 'Van Duijvendijk' dragen. Soms wordt echter ook gesproken van Scheepswerf Klip Alphen. Lang heeft dat niet geduurd, want in 1976 ging niet alleen 'De Industrie' maar ook 'De Voortuitgang' failliet.
-
Scheepswerf 'De Industrie', Alphen, 1908-1970. Dirk Boot neemt op 2-10-1908 een bestaande werf, genaamd 'Dwarshelling' en de schuitenverhuurderij van de Firma Mijs & Co in Alphen aan de Rijn over. De werf bevond zich aan de Wilhelminalaan en lijkt over een grote dwarshelling en een kleine langshelling te beschikken. Hier wordt eind 1910 de machinefabriek 'Industrie' onder de Firma Joh. Boot opgericht. Daar ziet in 1911 de eerste Industrie scheepsmotor het daglicht. In augustus 1917 werd de motorenfabriek 'Industrie' verder uitgebreid en in december 1930 verhuisde men naar een nieuwe fabriek in de Prins Hendrikstraat tegenover het Rietveldse pad. In 1925 zijn de Firma's onder gebracht in drie verschillende NV's. Te weten: NV v/h Fa D. Boot scheepsbouwwerf Gouwsluis, NV v/h Fa D. Boot scheepsbouwwerf Wilhelminastraat 50 Alphen en NV v/h Fa Joh. Boot scheepsbouwwerf Wilhelminastraat 50 Alphen. Men voerde ook de volgende namen: "de N.V. v.h. Fa's D. en Joh. Boot te Alphen a.d. Rijn" en ook "N.V. Scheepsbouwwerf De Vooruitgang v.h. Fa's D. en Joh. Boot te Alphen a.d. Rijn". Na de tweede wereldoorlog lijkt de firma NV D. & Joh. Boot kantoor te houden bij de motorenfabriek aan de Gouwsluiseweg. De werven zitten nog op de oude adressen. De motorenfabriek produceerde na de oorlog voornamelijk motoren met groot vermogen ontworpen voor de kust- en zeevaart. De maleise in de Nederlandse scheepsbouw van de jaren zestig-zeventig strekte zich ook uit tot de firma Boot, waardoor in 1970 'De Industrie' (machinefabriek en werf) samen met de scheepswerf 'De Vooruitgang' overgenomen werden door NV Klip uit Lekkerkerk en onder gebracht werden bij T. van Duijvendijk's scheepswerven b.v.. De bedrijven gingen toen de naam Van Duijvendijk dragen. Soms wordt echter ook gesproken van Scheepswerf Klip Alphen. Lang heeft dat niet geduurd, want in 1976 ging niet alleen 'De Industrie' maar ook 'De Voortuitgang' failliet.
-
Scheepswerf Boot Lemmer N.V., mei 1971 - najaar 1976. Voortzetting van Scheepsbouw Lemmer NV van dhr L.J. IJben die in het voorjaar van 1971 failliet ging. Het lijkt er op dat de laatste directeuren uit Alphen aan de Rijn, Dirk Gerard Boot en Petrus Johannes Cornelis Boot, hun geluk met een andere werf gingen beproeven. Lang heeft dat dus niet geduurd, want de werf ging in het najaar van 1976 reeds failliet.
-
Scheepsbouwerij 'De Waard', Leiderdorp, 1877-1913. De werf werd gesticht door Pieter en Jacobus Boot, zonen van Philippus Boot en stond op het laatst ook bekend als Scheepswerf Gebroeders Boot. De werf verdween bij de verbetering van het Rijn-Schiekanaal in 1913. Vanaf 1903 werden nieuwbouw opdrachten voornamelijk uitgevoerd door Scheepswerf 'De Hoop' Leiden. Scheepswerf 'De Waard' was gevestigd aan de Oude Rijn ter hoogte van de huidige Krefeldlaan. Het gebied van de Waard behoorde tot 1920 tot Leiderdorp, daarna werd het Leiden.
-
Scheepswerf De Hoop, Leiden. 1903-1979. Ook bekend als Scheepswerf Gebroeders Boot. De werf lag oorspronkelijk ten Noorden van de Spanjaardsbrug maar schoof door uitbreidingen meer noordwaarts tot de huidige Zijloever nummer 70. Men dient de werf niet te te verwarren met Scheepswerf De Hoop van de gebr. Tijssen, te Leiden. In 1903 namen Pieter en Jacobus Boot de aan de Zijl gelegen terreinen van de, inmiddels failliete 'Maatschappij De Zijl' over. De locatie behoorde toen nog tot Leiderdorp. In 1920 werd de naam gewijzigd in N.V. Gebroeders Boot, in 1927 wordt het Scheepsbouw- en reparatie werf 'De Hoop' voorheen Gebroeders Boot Leiden. Directeuren zijn dan Philippus Boot (2) en Pieter Boot jr.. Tussen 1963 en de sluiting van de werf in 1979 voert de werf de naam Scheepswerf Boot, Leiden. In 1965 komen de aandelen van de werf in handen van de NV Scheepshelling Maatschappij Scheveningen. Deze maatschappij gaat in 1979 failliet en sleurt de Leidense werf mee in zijn val.
-
Scheepswerf De Boot, Amsterdam; zie J. Hammer of Groen van Waarder.
-
Boot, Sappemeer. 1929 - ????
-
Firma Bootsman, Gerrit Bolkade, Zaandam. 1961-1965 Ook bekend als Scheepswerf De Uitkomst.
-
Firma Borsius en van der Leije, Middelburg. Omstreeks 1896 tot na 1898.
-
Wolter Jans Bos, Dedemsvaart. Hij werd opgevolgd door Jan Wolters Bos (1854-1865). De scheepmakerij was ongever t.h.v. het huidige Langewijk 404.
-
H. Bos, Dedemsvaart. 1903-1909. Volgde Slager op de werf aan Het Rak op. Vanaf 1913 leidt J.A. Fernhout de werf.
-
J.J. Bos, Echtenerbrug / Delfstrahuizen. Deze werf bouwde o.a. Aak, Tjalk, Visaak. ca. (1860)- 1888 - 1892 - 1910. In 1892 verhuisd de werf en komt aan het Hellingpad onder Echten te liggen. In 1910 wordt de werf verkocht aan Ate Pieters van der Werff, uit Gorredijk.
-
Gebroeders Bos, Friesche Straatweg 79, (Kostverloren / Reitdiep) Groningen. De werf schijnt rond 1900 gesticht te zijn. Voor zover bekend liep in 1936 het laatste nieuwbouw schip van de Gebr. Bos van deze werf. Over het verdere verloop is bekend dat in 1954 de Gebroeders van Diepen de werf huurden en de huur toen overgenomen werd door Botje, Ensing en Co.
-
Scheepstimmerwerf van Wolter Jans Bos, Aengwirderweg, Terband. Bouwer van houten Veenbokken e.d.
-
Fa. Bos & Dijkman, Ruischerbrug, Groningen. 1924-1928.
-
Scheepswerf Bosch, Houthavenkade, Zaandam. Reparaties. Tot jaren zeventig?
-
Bos en Kalis, Sliedrecht / Papendrecht 1967-1982. Ook geschreven als Boskalis. Heeft af en toe materieel voor eigen gebruik gebouwd. De werf zit in Papendrecht te zitten, terwijl de baggermaatschappij zijn zetel in Sliedrecht heeft. De firma schijnt een voortzetting te zijn van de Fa. Kraaijeveld en Van Noordenne.
-
C. Bosman, Alkmaar. Scheepswerf 't Hondsbosch. Bosman, misschien beter bekend van de Alkmaar Packet, kocht in 1870 de reeds bestaande scheepswerf 't Hondsbosch. Deze lag naast de werf Nicolaas Witsen in Alkmaar. Beide werven lagen aan de Eilandswal. In 1870 werden echter nadat de voorraden en gereedschappen verkocht waren de terreinen van de voormalige scheepswerven 't Hondsbosch en Witsen aan de Eilandswal door de gemeente Alkmaar te koop aangeboden. In 1875 blijkt er wederom een werf Het Hondsbosch te bestaan. In die jaren valt echter de naam van Dhr. J.C. Malefijt. Pas in 1883 valt de naam van dhr. D Bosman en Zn. In 1906 werd het NV Scheepswerf en Machinefabriek 't Hondsbosch. In 1951 werd de werf gesloten.
-
Botje, Ensing en Co., Groningen. 1878 - 1966 In 1878 begonnen aan het Hoendiep ZZ 10, later de Eendrachtskade ZZ, voorheen de werf van Barkmeijer. In 1906 wordt gaat men Scheepswerf en Machinefabriek voorheen Botje, Ensing & Co heten. In 1954 wordt er aan het Reitdiep / Friesestraatweg 79 een tweede werf, de voormalige werf van de Gebroeders Van Diepen, geopend. In 1964 komt het bedrijf in financiële problemen, die het niet meer te boven komt. Januari 1966 valt het doek voor beide werven. Men heeft voornamelijk stoom- en motorschepen gebouwd.
-
Botje & Ensing, Hoogezand.
-
Botman & zn, W., Bovenkarspel: Schuitenwerf. Bouwer van ondermeer stekerveldschuiten.
-
L. Botter, Hoogeveen. Omstreeks 1878 - eindigt activiteiten na 1892. Bouwde houten (Hoogeveense) pramen.
-
W.F. Bouhuis, Durgerdam. 1924-1959 voortgezet door P. Bouhuis. Bouwde kleine houten vissersschepen en boerenschuiten. De werf was achter de dijk gelegen. Later bouwde men voor de pleziervaart. De andere werf te Durgerdam was de werf van Baas Kater.
-
Firma A. Bouman en Zoon, Coevorden. Scheepswerf De Klop. Gesticht in 1914. Tot circa 1930 de werf van K.R. Telgenhof. Naast reparatie op een dwarshelling bouwde men ook baggermaterieel, sleepboten, spitsen, e.d. De werf werd opgeheven in 1980.
-
Boutens en Kouwenhoven, Delft. Gesticht omstreeks 1921 tot na 1931. Mogelijk ook zonder van Kouwenhoven actief geweest en ook bekend als Scheespwerf De Concurent v/h firma Boutens en Zn.
-
Pieter en/of Jan Willem Bouter, Ouderkerk a/d IJssel. Ook bekend onder de naam De Toekomst 1886-1899. De werf lag oostelijk naast de huidige Houtzaagmolen. De eigenaar van de werf was Arie Hoogendijk hij verhuurde de werf, voorheen de werf van Van Duijvendijk aan Bouter.
-
R. Brandsma, Dongjumervaart, Franeker. ca. 1870-1919 Bouwde Aken.
-
Firma J. Brandsma, Rohel (Achtkarspelen). De werf is in 1898 in het bezit van Jan Brandsma, zoon van Brandsma uit Franeker, gekomen en altijd houtbouw werf gebleven. Sinds de twintiger jaren van de twintigste eeuw betrof dat natuurlijk in hoofdzaak pleziervaartuigen.
-
Den Braven: scheepsreparatiewerf aan de kleine haven te Nieuwendam. Den Brave nam in 1975 een deel van Scheepswerf Het Fort van de firma de Vries Lentsch over. Het eerste schip dat gehellingd werd was een coaster die veel te zwaar voor de helling waardoor de belangrijkste helling van deze werf onbruikbaar werd. Niet bekend is hoe lang het bedrijf daarna nog bestaan heeft.
-
Breebot Grevelingenstraat 1, 2e Merwedehaven, Dordrecht. 1957-1984 Ook bekend als N.V. Scheepswerf en Reparatiebedrijf Breebot. In 1985 overgenomen door Boskalis. N.V. Aannemersbedrijf v/h T. den Breejen van den Bout te Berg en Dal kocht op 20 maart 1956 het terrein aan de Merwede haven en bracht deze in bij de scheepswerf. Men hield zich bezig met de bouw van vaartuigen voor de waterbouw.
-
Firma Jac. den Breejen en Zn., Hardinxveld-Giessendam. 1947-heden (2013). Tegenwoordig Den Breejen Shipyard geheten.
Gegevens en de liggers op S2HO: Scheepswerf Fa. Jac. den Breejen en Zn., Hardinxveld-Giessendam. -
Scheepswerf Breek, Landsmeer. Tegenover 't Schouw aan de invaart van de Broekervaart gelegen.
-
Breko, Papendrecht: in 1974 begonnen als motoren- en machinerevisie en -reparatie bedrijf. Toen gevestigd aan het Westeind nabij de uitmonding van 'De Geul' in de Noord. Eind jaren tachtig verhuisd naar het Oosteind, 'Ketelhaven' naast scheepswerf Slob, alwaar men de beschikking over twee stevendokken heeft. Vanaf 2000 meer activiteiten op het gebied van afbouw van schepen. In 2019 werden de activiteiten uitgebreid met de Scheepswerf Hemiksem, België.
-
Breman, Zwartsluis. Beter bekend als grofsmederij, ankerspecialist. Minder bekend van de bouw van schepen. In relatie tot dit laatste wordt de naam ook vaak geschreven als Breeman. Als bouwwerf van binnenvaartvrachtschepen en vissersvaartuigen vallen jaartallen tussen 1958 en 1966.
-
Willem Breurken, Klaprozenweg 71, Amsterdam N. 1928-heden. Thans geleid door Richard Breurken en beter bekend als Scheepswerf Stella Maris. Men beschikt over hellingcapaciteit tot 30 meter.
-
van der Brink, Loosduinen.
-
K.A. Van Brink N.V., Waalhaven Pier 8, Rotterdam. ca. 1944 tot omstreeks 1972.
-
Ewout van den Broek, Weverseinde 41-43, (Westhavenzijde) Puttershoek. 1857 - 1867 - 1872 - 1916. Ewout van den Broek (1814-1867) heeft het vak geleerd op de werf van Pieter van Duivendijk, oostelijk van het veer. Hij trouwt met de dochter van zijn baas Janna van Duivendijk. In 1857 begint hij westelijk van het veer een werf. Na zijn overlijden wordt hij in eerste instantie door zijn weduwe en vanaf 1872 door zijn zoons Pieter Jacobs en Thomas van den Broek opgevolgd. Als in 1916 de werf opgeheven wordt is de zoon van Pieter Jacobs, Leendert van den Broek de eigenaar.
-
H. Broek, Meppel. Eerste helft negentiende eeuw tot circa 1865. Gevestigd waar thans de Harm Smeengekade is. De werf werd over genoemen door van Goor.
-
Gebr. Broek, Zwartsluis. 1858-1965. Werf 'Broek'
-
W. Broek, Zwartsluis. 1865-1871.
-
Scheepswerf Broekerhaven, Buitenhaven, Broekerhaven. Vanaf midden 19de eeuw waren er actief. Funis, Weduwe Funis, Klaas Weeteling, Simon Botman 1900-1940?, Wijnand Peetom, Willem Beemster, Simon Jordens. De werf werd rond 1970 gesloopt.
-
J.F. Broekhoven B.V., Maarsen. Aannemer bagger- en oeverwerken. Heeft materieel voor eigen gebruik gebouwd.
-
Fa. J.G. Bröerken, Westerbroek. Thans Madepolderweg 10. 1940-1976 Ook bekend als Scheepswerf "Westerbroek" bouwde voornamelijk zeegaande vaartuigen. Voorheen de werf van Wortelboer. Werd later Scheepswerf Leeuweke en weer later Scheepswerf 'Het Leeuwendeel'. Beide Jachtwerven. Voordien was Bröerken actief op de Scheepswerf Foxhol van Muller en Bröerken.
-
Gerrit Broerse, Scheepswerf 'Het Groenland', Amsterdam. 1855-1999. Scheepswerf aan de tweede Wittenburgerdwarsstraat 33-35 te Amsterdam. Eerder Het Dijkje geheten. De werf werd in 1855 door de, in 1812 te Amsterdam, geboren Gerrit Broerse gesticht. De werf zou zijn naam ontlenen aan het feit dat hier eerst een tuinderij gevestigd was. In 1894 neemt de zoon van Gerrit, Dirk Broerse Gzn., de leiding over. Deze behoudt de leiding tot ca. 1935. Vermoedelijk wordt de werf eerst geleid door zijn zoon Jan en daarna door zijn kleinzoon Gerrit (1919-....). Rond 1959 neemt Simon Beffers de werf, waar hij tot dan toe alleen huurder van was, in zijn geheel over. Naar het schijnt heeft de werf weinig aan nieuwbouw gedaan. Voor zover bekend zijn er alleen dekschuiten (dek aken) op stapel gezet. De werf schijnt rond 1910 over vier sleephellingen te beschikken. Men bouwt in die tijd dek aken tot ca. 20 meter.
-
Firma J.D. Brouwer, Schoten, Haarlem. Scheepswerf Neerlandia, nieuwbouw tot 100 meter. Van voor 1909 tot na 1915. De werf is een voortzetting van de werf van Brouwer en Van Dijk.
-
Brouwer en Van Dijk, Haarlem. Scheepswerf Neerlandia.
-
Weduwe K. Brouwer, Zaandam. 1856 - heden? Vroeger gelegen tussen de Gedempte Gracht en de Stationsstraat daarna aan de Hoogendijk 17 + Rustenburg 105. Sinds 1995 aan de Zomerdijk / Vredeweg op het terrein waar vroeger de Zaanlandse gevestigd was. Helling tot 60 meter. Dok 95 x 16 meter Stevendok. Tot ca. 1936 actief als bouwer van Westlanders, Dekschuiten. De firma hield zich vroeger ook veel bezig met dekschuitenverhuur. De werf Rustenburg/Noordsebos werd in 1920 gesticht door de N.V. Motorenvereniging "Voorzaan". De oprichters daarvan zijn Jan Brouwer, Klaas Brouwer en Jelis Hermanus Brouwer. Directeur is Jan Brouwer. Rond 1960 wordt de werf verlaten en afgebroken.
-
Aloysius de Bruin, Zierikzee. Aloysius de Bruin koopt in 1915 de werf van Van de Velde en doet die in 1921 over aan van Duivendijk uit Bruinisse. De werf was ingericht op de reparartie van houten visserschepen.
-
Bruijs Jacht en Staalbouw, Bergen op Zoom. 1957 - heden. Heeft sporadisch voor de beroepsvaart gebouwd.
-
Scheepswerf B van Brussel, Hasselt (Ov). Jaren vijftig. Heeft enkele motorsleepboten gebouwd.
-
Abraham Buijs 's Gravenweg (ca. 231), Capelle a/d IJssel. 1894-1912. Voornamelijk bouw en onderhoud van boerenvaartuigen. De werf was een voortzetting van de werf van Jan Hollander.
-
Gebroeders Buijs, Krimpen a/d IJssel. 1895 - heden. Thans gevestigd aan de Stormpolderdijk 9-11. De werf werd door Jab Buijs gesticht en in 1895 door zijn weduwe en zonen voortgezet. Rond 1930 traden de gebroeders Cornelis Marinus en Arie Nicolaas Buijs toe tot de firma. Pas in 1946 stapte men over op staalbouw. Vanaf de jaren zestig lijken ze vaste voet in de bouw van binnenvaartschepen verworven te hebben.
-
Scheepswerf W. Buitendijk, Dorpsstraat 113, Hendrik Ido Ambacht. Men zat aan de Waal (Het Waaltje) die verbinding had met de Oude Maas en de Noord. In 1937 werd dit N.V. Scheepswerf voorheen W. Buitendijk. Circa 1924-heden. De werf bouwde in de eerste jaren onder andere roeiboten, roeiers vletten en enkele sleepboten. Na 1947 verhuisde men naar een locatie aan de Noord; Veerweg 59a.
-
Schuitenwerf Buiten Verwachting, Amsterdam: zie Arien Gouwrok.
-
Scheepswerf Buitenweg, Vreeswijk. 1856-199?. De werf was eerst gelegen in het oude dorp vlak bij de toeleiding naar het Spuikanaal. Begin 20ste eeuw verhuist de werf naar een locatie aan de Vaartse Rijn iets ten noorden van het toenmalige dorp naar het terrein van de scheepssloperij Pallada. De werf stamt van circa 1800 en was eerst van Coenraad van Dijk. In 1856 komt de werf in het bezit van Arie Buitenweg uit Oudshoorn bij Alphen a/d Rijn. In 1936 wordt het Scheepswerf Nooit Gedacht van de Gebroeders Buitendijk. In 1980 is het de B.V. Scheepswerf en Machinefabriek Buitenweg. Eind jaren negentig wegens ruimte gebrek en steeds strengere milieueisen gesloten. Sinds 2006 weer in bedrijf als Museumwerf Vreeswijk; een reparatiewerf voor oude schepen.
-
Scheepswerf De Buitenwerf, Groningen
-
Scheepswerf De Bult, Bosweg 22, Nienoord.
-
Bultjer, Ditzum. Bouwde botters.
-
G.W.J. van der Burg, 's-Gravelandschepolder 75, Schiedam. (Nabij de Spoorbrug) 1910-1914. Later de werf van J.J. Rutgers. Ook bekend als Scheepswerf De Schie.
-
Burgerhout's Machinefabriek en Scheepswerf, Westerstraat, Rotterdam. Het bedrijf werd in 1853 gesticht. De eerste 12 jaar bouwde men stoommachines en ketels, daarna ging begon men ook met constructiewerk en scheepsbouw. Als officiele oprichting wordt daarom ook 1865 genoemd. In 1910 verplaatste het bedrijf naar de Kreekweg. Het beschikte toen over een electrische dwarshelling van 115 meter, terwijl de stoomketels reeds electrisch gelast werden.
Men fabriceerde korte tijd ook Burgerhout-Nobel-motoren. In 1932 raakte het bedrijf in moeilijkheden. De terreinen werden verkocht aan de buurman NV Machinefabriek en Scheepswerf P. Smit Jr. -
Firma Bus, Moerdijk
-
Bustra, Nieuw Amsterdam. Bouwde Turfbokken en deed aan reparatie.
-
Bataviawerf
-
Scheepswerf Bocxe
C
- Camminga, Wormerveer. Jachtbouw.
- Ten Cate, Harderwijk. Eind 19de eeuw houtbouw, visserij. In 1905 opgekocht door de concurent Johan Oost en geliquideerd.
- Barteld Pieters Catz, Nijehaske. Midden negentiende eeuw. Bouwer van houten tjalken.
- J.L. Ceuvel, Hoogte Kadijk, Amsterdam. Scheepswerf De Vredenhof. Ca. 1827 tot 1967. Soms geschreven als Keuvel. Later vooral bekend als De Weduwe Jeltje Ceuvel. De Vredenhof was vanaf ca. 1827 van Paul van Vlissingens Amsterdamse Stoomboot Maatschappij. In 1938 wordt Johannes Lodewijk Ceuvel voor het eerst als scheepstimmerbaas / scheepsbouwmeester vermeld, zijn zoon Johannes Coenrad wordt daar later scheepsbouwkundige. In 1864 overlijdt Johannes Lodewijk, waarschijnlijk volgt zijn zoon hem op. Na liquidatie van de Koninklijke Fabriek van Van Vlissingen (1871?) wordt de schoonvader van Johannes C. Ceuvel, houthandelaar Sebbelee, de nieuwe eigenaar van de Vredenhof. Tussen de Vredenhof en het Kromhout lagen de werven 'Klandermolen' en 'De Oude Hoop' die rond 1874 door J.L. Ceuvel overgenomen werden. Al deze gebouwen en terreinen gingen De Vredenhof heten. Na het overlijden van J.C. Ceuvel in 1884 wordt de weduwe J. Ceuvel-Sebbelee eigenaresse van de werf. In 1911 nam men de naast gelegen terreinen van D. Goedkoop, Scheepswerf 't Kromhout, over. In 1967 werd Ceuvel overgenomen door NV Machinefabriek en Scheepswerf De Volharding, Korte Papaverweg, Amsterdam N. Het bedrijf aan de Hoogte Kadijk sloot kort daarop en werd in 1973 museumwerf 't Kromhout en het Kromhout (motoren) museum. J.L Ceuvel huurde tussen 1852 en 1862 tevens de werf de Dageraad aan het eind van de Hoogte Kadijk.
- Ceuvel-Volharding, Korte Papaverweg Amsterdam.
1967 - 2002. Gelegen aan het Johan van Hasseltkanaal West.
In latere jaren beschikte de werf over een hydraulische schepenlift 80 x 11meter (de eerste in Europa), een stevendok 36 x 10 meter en twee, 20 meter lange, langshellingen.
Voorheen was dit de NV Machinefabriek en Scheepswerf De Volharding, een direct voortvloeisel van de werf van de Firma Nanninga, Meijer en Groot. - De Citadel, Jutphaas. Bouwde begin twintigste eeuw wat materieel voor N.V. Mij tot Aanneming van Waterbouwwerken v/h A. Hofman.
- Scheepswerf Clausen Pont, Gouderak 1959 - 1970.
Het handelt zich hier om de voormalige werf van Wortelboer en daarvoor de Weduwe A van Duivendijk, Gouderak. Het bedrijf is later naar Waddinxveen verplaatst. - Scheepswerf van Closset, St. Pieter, Maastricht. circa 1900-1921. Houtbouwwerf aan de blekerij te Sint Pieter. Men had ondermeer een overdekt gegraven dok. Van 1850 tot ca. 1900 was de werf in handen van de familie Jodogne.
- Scheepswerf Concordia Amsterdam
- Scheepswerf Concordia, Damsterdiep, Delfzijl. Tegenover de Fivelingosluizen. ca. 1896 men bezat minstens drie langshellingen. Niet ver hier vandaan lag scheepswerf "Phoenix".
- Scheepswerf Conrad, Spaarndammerweg, Haarlem. De werf was gevestigd aan de binnenhaven bij het Noorder Buitenspaarne. De binnenhaven was gelegen tussen de Werfstraat en de Paul Krugerkade. De werf begon in 1882 onder de naam Firma Geboeders Figée. één der firmanten Thomas Figée start echter een jaar later op het zelfde terrein de Scheepswerf Conrad. Later krijgt hij als mede firmanten Pieter Goedkoop en C.T en J.E. Stork. In 1889 wordt de naam NV Scheepswerf Conrad voorheen Thomas Figée & Co.In 1941 wordt een groot deel van de activiteiten naar de overkant van het Spaarne, aan de Waarderweg 80 verplaatst. De oude firma wordt geliquideerd en de activiteiten aan de Waarderweg gaan verder onder de naam Stork-Hijsch. De oude werf en machinefabriek, aan de Spaarndammerweg 120, wordt ondergebracht in de NV Holland Nautic. Later wordt dit de Maatschappij tot Exploitatie van de Scheepswerf en machinefabriek Holland Nautic. In 1956 wordt het complex verkocht aan Reinder Zwolsman en op 2 december 1957 hield het bedrijf op te bestaan. Bouwactiviteiten komen terug aan het Spaarne als op het terrein van Stork-Hijsch onder de naam van Werf Conrad-Stork N.V. circa 20 snijkopzuigers met een lengte van ca. 22 meter gebouwd worden. Dit vond plaats tussen 1964 en 1968 komt het laatste schip van de werf.Door al de jaren heen heeft het bedrijf zich voornamelijk bezig gehouden met de bouw van baggermaterieel. Ook de werf van de Nederlandsche Scheepsbouw Maatschappij aan de Conradstraat te Amsterdam werd in de volksmond 'Scheepswerf Conrad' genoemd.
- Conrad, Zuiddijk / Oosterwerf, Zaandam. 1913-1940. Volgens berichten heeft de werf aan binnenvaartschepen alleen in de jaren 1929-1930 een 15-tal Kempenaars voor de NV Transport Maatschappij Terneuzen / G.F.P v.d. Peijl gebouwd. Gelijktijdig werden er bij Conrad in Haarlem nog eens 23 van deze schepen gebouwd. Verder heeft deze werf vermoedelijk alleen zeegaande vaartuigen gebouwd.
- N.V. Constructie-, Onderhouds- en Constructielasbedrijf, C.O.C., Dordrecht. 1964 Bezat waarschijnlijk geen 'eigen werf', maar werkte vermoedelijk op het terrein van Scheepswerf De Biesbosch. Bouwde midden jaren zestig enkele beunschepen.
- Gebr. E. en M. Coops, Hoogezand (Martenshoek). Bouwede Aken en Luxe moterschepen. ca 1880-1983, daarna Coops & Nieborg en als scheepswerf van minder belang. Verder is er nog sprake van een samenwerking van de Gebroeders Coops en Bernard Fikkers die tot de oprichting van de Martenshoekster Scheepsbouw Maatschappij leidde. De werf zat eerst aan het Winschoterdiep bij de Kalkwijk (ongeveer Hoofdstraat 130, t/o de Rembrandtlaan) Rond 1955 verhuist men naar het Nieuwe Winschoterdiep even ten westen van de Winkelhoek.
- Coupier, Groot-Ammers..Bouwde Open (boeren) vaartuigen
- Croles, IJlst. 17??-19011. Al in de 18de eeuw was er een werf van Croles in IJlst. Men bouwde diverse soorten vaartuigen, zowel klein als zeegaand. In 1895 begint men de ijzeren scheepsbouw. In 1900 overlijdt J.J. Croles en raakt de werf in het slop. De werf wordt rond 1903 ondergebracht in de Friese Scheepsbouwmaatschappij (voorheen J.J. Croles).
- Scheepswerf 'Czaar Peter', Kalf 3, Zaandam. 1901-1958-1972. Ook geschreven als Zaar Peter en als Tsaar Peter. Onderdeel van de Zaanlandse Scheepsbouw Maatschappij. Motorschepen, dekschuiten, bakken, enz
D
- Damen Schelde Naval Shipbuilding
- Damen Shipyards Group
- Damen Verolme Rotterdam
- Scheepswerf van Diepen
- Scheepswerf De Dageraad, Funenkade / Sarphatistraat, Amsterdam. Houtbouwwerf aan de Nieuwevaart in het hoekje tussen de Hoogtekadijk en de Sarphatistraat.
De werf bestond reeds voor 1852. Tussen 1852 en 1862 schijnt J.H. Ceuvel (moet waarschijnlijk J.L zijn) huurder van het terrein geweest te zijn. Later wordt dat J.L. Ceuvel en na diens overlijden neemt zijn weduwe de werf aan de Schans bij de Funen over. De bouw van minstens vijf schepen (zeegaand) wordt vermeld. November 1874 worden bestaande gebouwen verwijderd voor de aanleg van een brug ter vervanging van de Outenwaalsbrug. Deze nieuwe brug (ca.1877) kreeg de naam 'Dageraadsbrug'. - Scheepswerf De Dageraad, Woubrugge.
- Van Dalen en Vermeulen, Papendrecht. Bouwde sleepboten rond 1932.
- A.J. van Dam, Zestienhovensekade, Overschie. 1890-1941 Bouwde westlanders, pakschuiten en veel motor(beurt)scheepjes. Van Dam overleed in 1920 de werf bleef echter tot 1941 bestaan.
Sommige bronnen noemen 1898 als oprichtingsjaar. Van Dam stichtte samen met de heren Helbers en Van Roon ook de NV Overschiese Motorenfabriek 'A.J. van Dam & Cie' - Scheepswerf P van Dam, Westerdijk 25, Oude Wetering (Leimuiden). Htj. 1865 - 1933 - heden. Begonnen als houtwerf. Voor 1895 over geschakeld naar staalbouw, vanaf jaren twintig motorschepen, maximale lengte ca. 30 meter. In de jaren dertig werd het accent verlegd naar de pleziervaart.
- Electrische Scheeps- en Grofsmederij A.C. van Dam, Havenstraat, Vlaardingen (1822-1922)
Leendert van Dam nam in 1822 een reeds bestaande werf over. Na zijn overlijden werd van 1870 tot 1884 Cornelia van Dam eigenaar. Ze werd opgevolgd door Leendert van Dam II. Vanaf 1910 tot het faillisement in 1922 was Abraham Cornelis van Dam de eigenaar. De werf legde zich toe op de bouw van zeegaande vissersschepen en is tot in de twintigste eeuw houten loggers blijven bouwen.
In 1850 kocht Leendert van Dam een tweede werf, De Hoop, aan de Kortedijk hoek Schiedamsedijk, Vlaardingen. Van 1866 tot 1870 is de werf in handen van Abraham van Dam en Willen van der Windt. De werf wordt daarna door de familie van der Windt voortgezet. - Damen Shipyards Bergum, Bergum, Sumar. 1980-2013. Hield zich voornamelijk bezig met zeegaande schepen.
- Damen Shipyards Foxhol, Scheepswervenweg 13, Foxhol, Hoogezand. Verwierf in 1980 het terrein van Bodewes en in 1984 het terrein van Bijlholt. De werf ging in 2010 failliet maar maakte een doorstart als: Shipyard Constructions Hoogezand bv.
- Damen Shipyards Gorinchem, Gorinchem. ? - heden? Scheepswerf en moederbedrijf van meerdere andere scheepswerven
- K. Damen, Hardinxveld-Giessendam 1966 - heden? Motorvlet. Later mogelijk Gebroeders Damen geheten.
- P. Damen en Zn, Sliedrecht. Actief rond 1960
- Machinefabriek Delfshaven, Rotterdam. Zie Firma H. de Ridder, Rotterdam.
- Fa Dekker, Diemerzeedijk, Amsterdam-Diemen. Van voor 1963 tot in de jaren 80. Voornamelijk jachtbouw (Defender jachten). Bouwde in 1963 ook een rondvaartboot van bijna 16 meter.
- MGF Dekker Azn Grind- en Zandbaggerbedrijf N.V., IJzendoorn - Sliedrecht -1950 - 1968+. Bagger en zandwinnings materieel. Ook bekend als N.V.H. Hovestadt en A Dekker' Grint- en Zandhandel. Deze onderneming ging achter in 1941 failliet.
- Petrus Dekker, Meppel. 1806-1851. Een voortzetting van de werf van Timmerman in het centrum van Meppel.
- N.V. M.G.F. Dekker, Sliedrecht. Baggermaterieel.
- N.V. scheepswerf Delfzijl, Delfzijl. Mogelijk bedoelt men echter N.V. Scheepswerf Delfzijl v/h Gebr. Sander.
- Deltawerf, Sliedrecht. Ongeveer ter hoogte van de Rivierdijk nummer 276. 1972 - 1987. Bouwde voor de binnenvaart duwboten en sleepboten tot een lengte van ca. 25 meter.
- Scheepswerf 'Den Hoorn' Eig. A.H. Winkes, Schipluiden. Boerenvaartuigen.
- Gebr. van Diepen, Groningen. Op de door de Gebroeders Bos gestichte werf aan de Frieschestraatweg bij Kostverloren. In 1954 neemt Botje, Ensing en Co. de huur van de werf van de gebroeders over.
- Gebr. van Diepen, Waterhuizen 8, Waterhuizen. 1878-heden. Opgericht door Jan van Diepen. Rond 1902 een samenwerking aangegaan met zijn broer waarna het bedrijf Scheepswerf Gebr. J. en H. van Diepen ging heten. Zij werden opgevolgd door hun zonen. tussen 1960 en 1995 werd het bedrijf geleid door J. van Diepen. Daarna werd het tot in 2002 Scheepswerf van Diepen B.V.. In de laatste periode werden nieuwbouw kustvaarders gebouwd. Later kwamen op deze locatie Maas Shipyard en weer later Groningen Shipyards.
- Machinefabriek Diepenveen, Lels en Smit, Kinderdijk. 1856-1901-1921. De fabriek werd in 1856 opgericht door J & K Smit en L. Smit & Zoon, dhr. Diepenveen werd als directeur aangesteld. Men zat echter min of meer boven op het terrein van L. Smit Kinderdijk, die hun westerbuur was. In 1901 werd de naam Machinefabriek 'Kinderdijk' al bleef de oude firma naam nog lang rond waren. In 1921 trok L. Smit terug en stichtte een eigen machinefabriek.
- Frans van Dijk, Dorpsstraat (ongeveer het huidige nr. 86) Capelle a/d IJssel. Voorheen de werf van Bakhuizen. In 1891 verder als Gebroeders van Dijk en in 1897 overgenomen door Adrianus Vuyk.
- Frans van Dijk, Lage dijk, Spaarndam. Scheepswerf Hollandia. In 1912 kreeg van Dijk toestemming een werf te Spaarndam te vestigen. Houten langshelling waarop stalen schepen gebouwd werden. De werf ging in 1917 failliet en werd door C. Stapel overgenomen.
- Coenraad van Dijk, Vreeswijk (bij de oude sluis). Vanaf ca. 1800 tot 1855. De werf gaat dan failliet en word gekocht door P.J.M. van der Muelen, de burgemeester. Eerst verhuurd aan A. Stekelenburg en per 1/6/1856 aan A. Buitenweg.
- Constructiewerkplaats v/h J. Dirven, Rotterdam. Bouwde kleine sleepboten / sleepvletten.
- Scheepswerf Dodewaard, Dodewaard. 1953-2010 Vroeger voornamelijk bekend als Scheepswerf Hendriks, alwaar deze familie tot in de jaren zestig de scepter zwaaide. Van 1953 tot 1986 werkte men echter onder de naam Scheepswerf Dodewaard BV. Daarna wordt het Dodewaard Shipyard B.V.. Rond 2010 ging de werf over naar Shipcon B.V..
- Jacob van der Does, Haven, Raamsdonksveer. ???? tot 1923. Vervolgens verkocht aan P.L. Tak. Later bekend wegens jachtbouw. Mogelijk moet het 'Doest' en niet 'Does' zijn.
- N.V. Dok- en Scheepsbouw Mij Makkum, Makkum. Bouwde o.a passagiersschip.
- Scheepswerf De Dollard, Landsmeer. Zie P. Doornbos.
- Scheepswerf Domaco B.V., Heeselt (Gld).
- Scheepswerf 'De Donge', Raamsdonksveer. 1872 - 2012. Naar men zegt begonnen als werf voor de bouw van roeiboten. Volgens het telefoonboek uit 1915 was de werf in die jaren in het bezit van D.P. van Suijlekom. Eind twintigste eeuw nam de werf de gehele oostelijke oever van de Donge tussen de haven invaart en de oude spoordijk in beslag. De werf werd in 2012 gesloten.
- van Dongen, Hedel. tot ca. 1908. Later mogelijk de werf van Maastricht.
- van Dongen, Sluiskant 30-32 (t.h.v. Houtwerf), Leidschendam. Van voor 1932 tot na 1973. .
- Gebroeders van Dongen, Oostzaan. Voor zover bekend heeft de werf rond 1908 enkele schepen gebouwd. De werf stond ook bekend als Koningin Wilhelmina. De werf ging in november 1908 failliet.
Het gaat om de voormalige werf van Pauw. Juli 1909 wordt de werf door Bernhard Nieuwendam overgenomen. Het wordt dan scheepswerf De Overtoom. - C. van Dongen, Zaandam. 1903 - 1909. dek- en andere schuiten.
- NV A.A. van Donkelaar Noordendijk, Dordrecht. rond 1925. Vermoedelijk alleen reparatie.
- Firma P. Doornbos, Scheepswerf De Dollard, Landsmeer. circa 1957 mogelijk 1950 tot circa 1964. Gelegen aan de Broekervaart nabij Het Schouw.
- Scheepswerf Doornbos, Tjamsweerd / Damsterdiep - Appingendam. 1949 Nieuwbouw (zeegaande schepen) en reparatie (dwarshelling).
- Jh. Doornbos, Scheepswerf De Vlijt, Martenshoek.
- Scheepswerf Doornbush, Winsum, Obergum. 1961 - 1978 Voortzetting van de werf van Poppen. Dwarshelling met vijf hellingwagens. Eind jaren zeventig wordt het bedrijf beëindigd.
- NV Scheepswerf Dordrecht, Dordrecht. 1909-1929. Het bedrijf, onder directie van J.J.W. Bijvoet werd in 1929 overgenomen door Scheepswerf De Biesbosch.
- Scheepswerf De Dordrechtsche Sleephelling, Papendrecht: zie C. Gips, Dordrecht.
- Draaisma, Dokkum
- Draaisma, 't Vliet, Franeker. Scheepswerf 'Welgelegen'. ca. 1868 - heden. Vooral bekend van de bouw van een flink aantal tjalken. Rond 1868 volgde Klaas Draaisma zijn baas en schoonvader op de werf aan het Vliet op. In 1874 overleed Klaas en werd hij door zijn Johannes opgevolgd. In 1897 begint men met de bouw van stalen schepen. In 1972 wordt het een Vennootschap onder Firma met de naam: Scheepswerf en Machinefabriek Welgelegen K. Draaisma. Vanaf 1985 is de werf zich meer gaan richten op de kleine beroepsvaart en de pleziervaart. In 2001 wordt het bedrijf naar meer westelijk gelegen industrieterrein verplaatst. Vanaf dan gebruikt men geen dwarshelling meer maar een drijvend dok. Men geeft het bedrijf op de nieuwe locatie de naam Shipdock Draaisma B.V.. Het oude terrein blijft in gebruik als jachtwerf. Tot 2009 blijft het bedrijf in de familie, daarna wordt het bij gebrek aan opvolgers verkocht aan Dirk van Dellen en Rienk Bijlsma.
- Scheepswerf Draghorn, Amsterdam.
- Firma G.J. Drenth, Veendam. 1897-1905 Bouwde Bolschepen en tjalken. Men zat op de hoek van het Beneden Dwarsdiep en het Westerdiep/Beneden Verlaat. De werf werd overgenomen door de Gebroeders Grol.
- Firma H. Drenth, Oude Pekela. 1872 - ?? Lijkt voornamelijk in de zeevaart actief geweest te zijn. Er is later (rond 1940) nog wel sprake van een baggermolentje wat hier gebouwd zou zijn en een machinefabriek.
- Firma Drenth, Zwartsluis - Zwolle. In 1976 gestart in Zwolle, Later verhuisd naar de Kranerweerd te Zwartsluis. Bovenwaterlijnreparaties, Schroevendok.
- Scheepswerf Dreumel, Dreumel. In 2013 failliet gegaan.
- Drevers, Voorschoten.
- J. Drewes & co., Groningen. 1899-1932 De werf was gelegen aan het Winschoterdiep. Volgens sommigen zou de werf 'Gideon' heten, maar de werflocatie was Gideon (thans Duinkerken straat). Men had daar van west naar oost de werf van de 'Noord Nederlandse Scheepswerven', De werf van de 'Scheepsbouw Unie' (voorheen Niestern en Kuiper en daarvoor Drewes) en De scheepswerf 'Gideon voorheen J. Koster Hzn'.
- Joh. Drewes, Hoogezand. 1898.
- Gebroeders R. en J. Drewes, Meppel. Bouwde Aken ca. 1900 - 1912. De broers Drewes waren afkomstig uit de scheepsbouwersfamilie in Groningen. Tijdens een onenigheid met een klant (en dat was niet de eerste keer) werd Roelof Drewes doodgeschoten. Nog hetzelfde jaar, 1912, sloot men de werf.
- Firma van Driessen, Deest.
- Firma F. Driessens, Weert. Beter bekend als de Weerter Scheepsbouwmaatschappij. 1896 - maart 1995. In 1896 nam Johannes Judocus Driessens het scheepstimmerwerfje de familie Rutten uit Heijthuijsen over. De werf was niet lang na het gereed komen van de Zuid-Willemsvaart gesticht. Rond 1906 schakelt men over op staalbouw en niet lang daarna vormt men de NV. Weerter Scheepsbouw Maatschappij. Men bouwde ondermeer een flink aantal kempenaars. Deze kenmerkten zich door hun forse laadvermogen bij de maximale afmetingen van 50 x 6,6 meter. Afgeladen op de maximaal toegelaten diepgang van 1,9 meter nam men circa 440 ton mee. Door de ligging aan relatief klein vaarwater kreeg de werf het tegen het eind van de twintigste eeuw moeilijk. In mei 1995 sloot men de deuren.
- Scheepswerf S. Drijver, Grou. Ook bekend als Scheepswerf De Pôlle. 1861 - 1946. Mogelijk bouwer van houten tjalken, skûtsjes, pramen e.d. Met zekerheid bouwer van enige stalen zeilschouwen. De werf werd in 1946 overgenomen door W.H. Postma.
- Scheepswerf Duba, Prinseneiland 34, Amsterdam. ca. 1984 -1994. Kleine onderhoudshelling.
- Du Croo & Brauns, Valkenweg / Meeuwenlaan, Amsterdam. 1909-1974. Ook bekend als DuCroBa. Fabrikant van (smal)spoormaterieel, constructiewerken en machines. In 1966 gefuseerd met Jonker van het Bickerseiland en in 1968 overgenomen door Lubbers-Hollandia. Het bedrijf lijkt rond 1974 gesloten te zijn.
- Duijvendijk wordt ook geschreven als van Duivendijk, van Duyvendijk en van Duivendijck.
- T. van Duijvendijks Scheepswerf N.V., Alphen a/d Rijn. De werf omvat zowel de scheepswerf De Vooruitgang, als ook de werf en machinefabriek De Industrie. Beide voorheen in het bezit van de familie Boot.
- Leendert Leendertszoon van Duijvendijk, Beneden Haastrecht 1876 - 1887 Mogelijk reeds in 1856 begint hij te Gouderak ter hoogte van het Beijerseweggetje een werf, die hij in 1875 om onbekende redenen weer verlaat. De werf in Haastrecht is vermoedelijk niet meer dan een werkplaats waar men houten schouwen voor de boeren uit de omtrek repareerde en bouwde. Vermoedelijk lag het vlakbij waar het boezemwater van Bergambacht in de Hollandse IJssel uitmondt. Het werfje heeft tot 1887 bestaan.
- Pieter Dzn van Duivendijk, Bruinisse, 1893 - heden Scheepswerf Weltevreden . In 1893 koopt de uit Tholen komende Pieter Dirkzoon van Duivendijk (1864-1908) twee percelen die tesamen de scheepswerf van Silius Dominicus van Weezel vormden. Het ene perceel is binnendijks gelegen bouwwerf en een buitendijks gelegen reparatiewerf met twee hellingen. De werf zou aan de oostzijde van de huidige haven gelegen hebben en droeg korte tijd de naam scheespwerf Weltevreden. In 1908 wordt de werf overgenomen door zijn oudste zoon Dirk Pieterzn van Duivendijk (1884-1971). Van de drie andere zoons begint de jongste Johannes Pzn. later een scheepswerf in Zierikzee. De scheepswerf draait bijna uitsluitend op de vissersvloot, die uit houten schepen, voornamelijk Hoogaarzen en Blazers, bestaat. In 1947 vormt Dirk met zijn zoons Pieter, Leendert, Jan en Melis de Firma D. van Duivendijk en Zn.. Na de oorlog komen pas de ijzeren schepen in zwang; de omschakeling van de reparatiewerf volgt in 1950. In 1952 vervangt men de sleephellingen, door een wagenhelling. In 1974 wordt Melis Dirkz. van Duivendijk (1920-1997) de eigenaar van de werf. Hij verkoopt in 1988 de werf aan zijn zonen Dirk en Leendert Meliszn. Sinds 1991 is de naam Scheepswerf van Duivendijk B.V. Heden is de werf nog steeds in bedrijf en ook nog steeds heeft men de visserij als klant.
- Dirk Lzn van Duivendijk, Bruinisse, 1964 - heden. Reparatie en onderhoud van jachten en kleine bedrijfsvaartuigen. tussen 1964 en eind jaren zeventig ook nieuwbouw van stalen jachten.
- Cornelis en Jan Pzn. van Duivendijk, Geertruidenberg 1842 - 1847 - 1875 - ????. In 1842 koopt Pieter Czn.van Duivendijk uit Puttershoek voor zijn zoons Cornelis (1813-1905) en Jan (1816-1888) een werf te Geertruidenberg (ongeveer bij de huidige Jacques Stalkade). Jan Pieterz. gaat in 1847 terug naar Puttershoek om daar de leiding op zich te nemen. Vanaf 1875 is de leiding van de werf vermoedelijk in handen van Pieter Czn. van Duivendijk (1850-1924). Vanaf 1890 lijkt de werf op ijzerbouw over te willen stappen. De naam IJzeren scheepmakerij P van Duivendijk duikt op. Alhoewel de werf in 1896 en een redelijke hoeveelheid nieuwbouw had gaat de werf in 1900 failliet. De werf kende slechts één langshelling en men leek zich voornamelijk op de regionale markt te richten, waarbij reparatie
Via de nieuwe eigenaar H.J. van Alphen komt de werf in 1902 in handen van Teunis Oostlander. - Leendert Leendertszoon van Duijvendijk, Beijerseweggetje , Gouderak 1856 - 1875 Leendert Leendertszaan (1820 - 1896) is een zoon van Leendert Corneliszn uit Ouderkerk. Mogelijk reeds in 1856 begint hij te Gouderak ter hoogte van het Beijerseweggetje (het huidige veerstalblok 3) een werkplaats of werfje voor de reparatie van schepen. Erg groot scheeps schijnt het niet geweest te zijn. In 1870 wordt er serieus in de werf geïnvesteerd. Om onduidelijke redenen wordt de werf in 1875 verkocht aan zijn neef Nicolaas Corneliszoon van Duijvendijk. Leendert verhuist naar Haastrecht alwaar hij opnieuw een werfje begint.
- Nicolaas Corneliszoon van Duijvendijk, Beijerseweggetje , Gouderak 1875 - 1889. Nicolaas Czn. (1848-1889) is de zoon van Cornelis Lzn uit Ouderkerk ad IJssel. Over de geschiedenis na het overlijden van Nicolaas in 1889 is weinig bekend. Tot 1903 blijft zijn Weduwe Annigje de Jong eigenaresse. In 1915 is er weer een scheepsbouwer actief, die echter al in 1917 weer failliet gaat.
De werf was zowel op het gebied van nieuwbouw als van reparatie actief. Er werden ondermeer vrachtscheepjes van ca. 30 ton (16-18 meter) gebouwd. - Roeland Leendertzoon van Duijvendijk, Gouderak-Stolwijkersluis 1859 - 1888 - 1906 . Roeland Lzn. (1806-1888) is een zoon van Leendert Corneliszn uit Ouderkerk die tot 1959 een werfbedrijf te IJsselmonde had. Na verkoop van die werf vestigt hij zich op de linkeroever van de IJssel een paar honderd meter stroomafwaarts van de Mallegatsluis te Gouda (thans is dat ongeveer Gouderaksedijk 66). Naar het schijnt bedrijft men uitsluiten houtbouw. Van de vier zoons van Roeland wordt de jongste, Aart Roelandzoon van Duivendijk (1850 - 1906) de opvolger. Deze komt in 1906 te overlijden waarna zijn weduwe Lena Vermeer de leiding van de scheepswerf op zich neemt. De werf krijgt dan de naam de Weduwe A van Duivendijk, Gouderak.
- Weduwe A van Duivendijk, Gouderak 1909 - 1932 - 1940. Ook bekend als (NV) Scheepsbouwmaatschappij De IJsel.
Na het overlijden van haar man Aart Rzn. van Duivendijk houdt zijn weduwe nog zeven jaar lang de leiding over de werf, waarop ook de drie volwassen zoons van Aart werkzaam zijn. In 1916 breiden de drie zoons, Johannes Azn., Roeland Azn. en Aart Azn., de werf aanmerkelijk uit. Na het overlijden van de Weduwe in 1932 komt het tot verkoop van de werf. De nieuwe eigenaar is NV P.J. Endeburg's Zeilmakerij en Scheepstuigerij. De naam wordt dan Gebroeder van Duijvendijk, Gouderak, waaruit af te leiden valt dat de werf door de broers gehuurd wordt. In december 1940 wordt de werf opnieuw verkocht. De werf komt dan kortstondig in handen van Willem Jalink, een advocaat uit Scheveningen, die de werf in maart 1941 verkoopt aan Overmaat en Rijnders.
De werf heeft naast binnenvaartschepen waarschijnlijk ook een enkel zeeschip gebouwd. - Gebroeders van Duivendijk, Gouderak 1892 - 1932 - 1940.
In 1892 kopen de drie zoons van Roeland Lzn van Duivendijk uit Gouderak, te weten Nicolaas, Jan en Aart, de werf van Eykenaar, die aan de oostzijde van hun eigen scheepswerf "De IJsel" grenst. De werf omvat ondermeer 14 dwars en langshellingen. De werf staat daarna bekend als Gebroeders van Duijvendijk. In 1906 overlijdt eerst Aart Rzn. en vervolgens Jan Rzn. De overgebleven broer Nicolaas besluit de werf te verkopen. De nieuwe eigenaren worden H.M. Degenaar en B. Tans beiden uit Rotterdam. Nicolaas blijft bij hen in dienst. In 1909 wordt de werf dan "De Kroonprinses" geheten verkocht aan Albertus en Jan Prins. Een jaar later wordt de werf, als "De Kroonprinses der Nederlanden" doorverkocht aan de firma H. van Vlaardingen, die op de tegenoverliggende oever een werf had maar i.v.m. de uitbreiding van de kaarsenfabriek moet verhuizen. Op de Kroonprinses werden meer en ook grotere schepen gebouwd dan op de naastliggende 'De IJsel'. - Cornelis Janszoon van Duijvendijk, Veersche dijk (thans ca. nr 161), Hendrik Ido Ambacht 1848 - 1861- 1878. Cornelis Janszn van Duijvendijk (1807 -1861) is een kleinzoon van Cornelis Jansz. uit Lekkerkerk. Hij koopt in 1848 een bestaande werf met twee hellingen van scheepmaker Jan van den Berg. Een jaar later verwerft hij de werf met helling van zijn directe buurman Burgemeester Roodenburg van H.I.A. Als in 1861 Cornelis overlijdt wordt de werf geveild. De werf wordt opgekocht door J.H. Coert. Deze verhuurt een deel aan Cornelis Jansz. zijn zoon Huig van Duijvendijk (1831-1903). Als in 1878 de huur van deze werf afloopt, vertrekt Huig naar Ridderkerk - Bolnes om daar in loondienst te gaan werken. Huig heeft uitsluitend reparaties verricht, terwijl zijn vader zich juist toelegde op de bouw van zeegaande schepen. Als in 1882 de nieuwe eigenaar van de terreinen D.W. van Meeteren overlijdt, wordt het terrein (pas in 1886) waarop dan nog altijd een helling blijkt te zijn, verkocht aan de bekende scheepssloper Frank Rijsdijk.
- Roeland Leendertzoon van Duijvendijk, Dorpsstraat (Bovenstraat), IJsselmonde 1857 - 1859. Roeland Lzn. (1806-1888) is een zoon van Leendert Corneliszn uit Ouderkerk. Hij vertrekt rond 1840 naar Krimpen a/d IJssel en koopt in 1857 een scheepmakerij te IJsselmonde. Twee jaar later verkoopt hij de werf aan scheepsbouwer Herbert Lans uit Stormpolder. Met het geld sticht Roeland nog het zelfde jaar te Stolwijkersluis een nieuwe scheepswerf.
- Johannis Leendertzoon van Duijvendijk, Boveneind (ongeveer het huidige IJsseldijk Oost 7), Krimpen aan de IJssel 1881 - 1939 - 1949.
Johannis Lzn. (1814-1889) is tot dan toe werkzaam geweest op de werf van zijn vader Leendert Cnz. en later zijn broer Jan te Ouderkerk (ODK-1) als hij met zijn vijf zoons in 1881 een werf op de grens van Krimpen en Ouderkerk begint. De werf richt zich zowel op reparatie (hout en ijzer) als op de nieuwbouw van ijzeren en stalen schepen. Er werden voornamelijk kleinere schepen vermoedelijk voor de regionale vaart, maar toch ook enkele rivier schepen gebouwd. Na het overlijden van Johannis neemt zijn weduwe Machdalena van Mourik (1818-1907) de leiding over. In 1899 geeft zij de leiding aan haar zoons, van wie Marinus rond 1884 het vak vaarwel heeft gezegd. - Firma Weduwe Johannes van Duijvendijk wordt de naam waaronder de broers, Leendert (1842-1910), Jan (1843-1923), Nicolaas (1847-1919) en Cornelis (1860-1940) de werf beheren. Na het overlijden van de oudste broer, Leendert, neemt Cornelis de leiding over. In 1925 is van de firmanten alleen nog Cornelis in leven en nemen de neefs Johannes Lzn. (1876 - 1947) en Johannes Jansz. (1880 - 1967) de leiding op zich. In 1931 volgt een officiële overdracht. Ook daarna blijven de twee neven Johannes Lzn., bijgenaamd IJzeren Hannes, en Johannes Jansz., bijgenaamd Houten Hannes, de firma naam Weduwe Joh. van Duyvendijk voeren. Alleen de IJ is verandert in een Y. In 1939 wordt de firma, in verband met rivierverbetering, een stuk van de werf grenzend aan de rivier ontnomen. Bij de afhandeling van de onteigening komt men in het bezit van de voormalige werf van A.J. Otto en Zonen bij de Kortlandse sluis. Johannes Lzn. gaat met zijn zoons naar de Kortlandsesluis. Johannes Janszoon blijft met zijn zoon Jan (1916-1970) op de verkleinde werf. De gezamelijke firma splitst zich pas in 1943. De firma op nummer 7 heet van dan af aan Weduwe Joh. van Duijvendijk en Zoon; de tweede firma bij de Kortlandsesluis Vof Joh. van Duyvendijk. In 1949 wordt de firma van Johannes Jansz.opgeheven. De nieuwe eigenaar wordt Van Zoelen, deze schijnt nog wel enige tijd de firmanaam te voeren.
- Vof Johannes van Duyvendijk, Kortlandse sluis, IJsseldijk 191 (tegenwoordig 361-363) Krimpen a/d IJssel 1940 - 1947 - 1966 - 1978 - 2004. De werf van Johannes Leendertzn. van Duijvendijk is gelegen op het terrein waar voorheen de Scheepswerf A.J. Otto en Zonen gevestigd was. Otto heeft echter al in 1910 de terreinen ter veiling aangeboden. Wat daarna gebeurt is is niet bekend, maar in 1939 blijkt de Nederlandse staat de eigenaar te zijn. Volgens omschrijving zou er nog steeds een scheepswerf ingericht geweest zijn. Het duurt echter enige jaren voordat de werf op volle kracht kan draaien (de oorlog zal daar ook debet aangeweest zijn). Als in 1947 Johannes overlijdt zetten zijn zoons Leendert (1910 -1991) en Arie (1914 - 1994) de Vof voort. In 1966 wordt het de N.V. Joh. van Duyvendijk. In 1978 neemt de volgende generatie, te weten drie zoons van Leendert en eentje van Arie de onderneming over. In juni 2004 wordt de werf gesloten. Her duurde vrij lang voor dat het eerste nieuwe schip van stapel liep, dat was namelijk pas in 1954. Halverwege de jaren negentig gaat men zich meer op het afbouwen van elders gebouwde casco's richten.
- Dirk Janszn. van Duijvendijk, 'Griendinge', Lekkerkerk 1763 - 1771 - 1810 - ?. In 1763 koopt Jan Dirkszn. voor zijn oudste zoon een meer westelijk gelegen stuk buitendijksland, waar Dirck een scheepswerf begint. Dirk overlijdt in 1771, zijn weduwe beheert daarna de werf. Dirks zoon Teunis, geboren 1769, krijgt rond 1810 de zeggenschap over deze werf en besluit de activiteiten te verplaatsen. De nieuwe werf ligt oostelijk van de Griendinge.
- Jan Dzn. van Duijvendijk, Lekkerkerk - Opperduit. 1735 - 1869, 1893-1914. Ook bekend als Scheepswerf 't Zandje. In 1735 huurt Jan Duijvendijk van de familie Prins te Lekkerkerk een erf met scheepmakerij, die hij in 1737 in eigendom verkrijgt. De werf ligt oostelijk van Lekkerkerk, bij Opperduit, ten westen van 't Zandje. Jan Dirkszn. van Duijvendijk overlijdt in 1769. De werf wordt voortgezet door zijn weduwe Willemijntje Schilt en hun jongste zoon Cornelis van Duijvendijk. Van de twee andere zoons begint Dirck Jansz. een werf op de Griendinge te Lekkerkerk, terwijl Maarten Jansz. naar Krimpen vertrekt en een ander beroep kiest.
- Cornelis Jansz. van Duijvendijk, 1777 - 1816. Na het overlijden van zijn moeder, eind 1777, zet Cornelis de werf voort. Cornelis sterft in 1816 en wordt door zijn zoon Jan Czn. van Duijvendijk opgevolgd. De andere zoons van Cornelis, Leendert en Pieter, hebben het nest reeds verlaten en zijn respectievelijk een werf in Ouderkerk aan de IJssel en Puttershoek begonnen.
- Jan Corneliszn. van Duijvendijk, 1816 - 1826 - 1830.
Jan Czn. en zijn vrouw overlijden in 1825, resp. 1826. De werf wordt in eerste instantie, tot ca. 1830, geleid door Jan Czns. schoonzoon Thomas Hoogendoorn, waarna de zoons van Jan Czn., Arie Janszn. en Cornelis Janszn de werf voortzetten. De derde zoon, Jacob Janszn., sluit zich hier later bij aan. - Arie Janszn. van Duijvendijk en broers, 1830 - 1850 - 1869.
Van de broers Arie, Jacob en Cornelis begint Jacob in 1839 een werf te Papendrecht (PPD-1), Cornelis neemt in 1848 een werf te Hendrik Ido Ambacht (HDK-1) over. Arie blijft op de werf 't Zandje. Arie trouwt in 1848 met Annigje Visser, de weduwe van van Dirk Tzn. van Duijvendijk. Als Arie Jansz. in 1850 komt te overlijden zet zijn weduwe Annigje Duijvendijk-Visser de werf voort. Zij hertrouwt in 1851 met Jacob de Jong uit Dordrecht. Bij het overlijden van Annigje in 1869 vervalt ook het laatste aandeel in de scheepswerf aan Jacob de Jong en komt er (tijdelijk) een eind aan de werf Duijvendijk.
Er werden op deze werf uitsluitend houten schepen voor de binnenvaart gebouwd. Ze staan onder andere omschreven als bouwers van zandaak, boejeraak, overdekte aak, paviljoen poon, enz - Teunis van Duijvendijk Janszn. 1893 - 1914.
Na de periode met Jacob de Jong komt de werf in handen van Jan van Leeuwen, scheepsbouwer (1877-1892) en Zeeger Vink, bakker (1892-1893). In 1893 koopt Teunis van Duijvendijk Janszn. het buitendijkse deel van de werf terug. De werf blijft tot 1914 in bedrijf waarna deze afgebroken wordt. - Teunis Dirkszn. van Duijvendijk, Opperduit Lekkerkerk ca. 1811 - 1875 - 1888). Deze werf ligt een paar honderd meter westelijk van 't Zandje. Nadat Teunis vanaf 'De Griendinge' verhuisd is, lijkt het goed te gaan met de werf. In 1837 worden de naast de werf gelegen terreinen, die al reeds enige tijd gehuurd werden, gekocht. Teunis overlijdt in 1843. Zijn zoons, Dirk Tzn. en Jan Tzn. volgen hem op. Dirk Tzn. geboren 1806, overlijdt in 1847, waarna zijn weduwe Annigje Visser de nieuwe compagnon wordt. Kort daarop trouwt de weduwe met Arie Jansz. van Duijvendijk en wordt ze door Jan Tsn. uitgekocht. Rond 1854 begint Jan Teunisz. op buitendijkse gronden een eindje ten westen van zijn huidige werf een tweede werf ; in de boeken 'de kleine werf' genoemd, terwijl de eerste werf, in de boeken de 'oude werf' genoemd, verder wordt uitgebouwd. Op de 'kleine werf' werden (voornamelijk) schepen voor de zeevaart (barken) gebouwd. De 'kleine werf' heeft vermoedelijk tot 1874 bestaan.
. Onder de houten schepen die gebouwd werden bevonden zich onder meer boeieraken, paviljoentjalken, boeierschuiten, hektjalken, alen in diverse maten, als ook een statieaak. Verder werden er de nodige schouwen gebouwd. - Teunis Janszn. van Duijvendijk, Opperduit, Lekkerkerk (LKK-3) 1888 - 1964.
Teunis Jansz. is al 13 jaar op de werf van zijn vader actief als deze volledig in zijn bezit komt. In 1918 komt Teunis te overlijden en nemen zijn zoons Arie A. van Duijvendijk en Gerard van Duijvendijk de leiding over. Samen met Teunis weduwe Leentje van Duijvendijk-Hoogendijk vormen ze de vennootschap 'T. van Dijvendijk's Scheepswerf' te Lekkerkerk. Onder deze naam blijft de werf bestaan.
Na de oorlog wordt Carlos Koert van Duijvendijk (een zoon van Jan van Duijvendijk, die een broer van Arie A. en Gerard was) beherend vennoot en later directeur. Eind 1963 wordt de werf verkocht aan voormalig werknemer Adri Klip waarna de onderneming nog tot 1976 onder de zelfde naam blijft voortbestaan. Kort nadat de werf verkocht is, verwoest een brand een groot deel van de daar op staande loodsen.
De werf heeft een groot aantal verschillende scheepstypen en soorten gebouwd. De werf begon met het bouwen van traditionele types als schouwen, tjalken, klippers, e.d. De bouw van kleinere schepen neemt, ook al zijn ze van ijzer of staal, vrij spoedig af. Daarna worden er tot in de jaren twintig klippers en sleepschepen tot circa 80 meter lengte gebouwd. Na de oorlog motorschepen bouwt men onder meer motorschepen tot 80 meter lengte. - Leendert Czn. van Duivendijk, Ouderkerk a/d IJssel 1804 - 1831 - 1851 - 1875 - 1885 . Later De Toekomst geheten. Leendert (1774-1831) is de zoon van Cornelis Jzn. van Duijvendijk uit Lekkerkkerk In 1804 koopt hij een stuk grond, tussen de Dorpstraat en de rivier, aan de westzijde van het dorp. (tussen het huidige Dorpsstraat 94 en de molen). Zeventien jaar later volgt er een kleine uitbreiding.
Na zijn overlijden, zijn 5 zoons zijn dan 10 tot 26 jaar oud, neemt zijn weduwe Neeltje Roelandt's Broere de leiding over. Zij sterft in 1851. Op dat moment zijn er nog vier zoons op de werf actief. Bij het verdelen van de erfenis komt de werf aan Jan Leendertzoon van Duijvendijk na het vertrek van twee van de broers in 1856 en 1857 voert hij met zijn broer Johannis de werf. Jan Leendertzoon overlijdt in 1875. Zijn kinderen, Leendert en Neeltje zijn op dat moment minderjarig. Johannis Leendertzoon en zijn zonen zetten de werf voort. In 1881 krijgt Leendert Janszoon de volledige zeggenschap over de scheepswerf. Zijn oom Johannes Lzn. vertrekt naar een terrein op de grens van Ouderkerk en Krimpen om daar een scheepswerf te beginnen. Rond 1884 begint Leendert Jzn. met de bouw van ijzeren schepen. In april 1884 loopt het eerste ijzeren schip, het lichterschip Wilhelmina, van stapel. Het is tevens het eerste ijzeren schip dat in de gemeente gebouwd werd. De overschakeling lijkt geen succes. Faillisment volgt en eind dat jaar wordt de scheepswerf geveild. Een belangrijk deel komt in het bezit van Arie Hoogendijk molenaar van beroep. Hij verhuurt vervolgens de werf aan Pieter en/of Jan WIllem Bouter. - Cornelis Leendertzoon van Duijvendijk, Ouderkerk aan de IJssel 1846 - 1896 -1897. Cornelis Leendertzoon (1804-1873) is de oudste zoon van Leendert Czn. van de werf bij de Dorpsstraat in Ouderkerk, In 1846 koopt Cornelis een stuk land een eindje ten Noorden van het dorp (ongeveer ter hoogte van waar tegenwoordig zich IJsseldijk Noord 69 bevindt). In 1860 wordt het terrein uitgebreid. Na het overlijden van Cornelis neemt zijn weduwe Johanna Karreman de zaken waar. Zij komt in 1896 te overlijden. De 68-jarige zoon Leendert Corneliszoon (1828 - 1906) komt bij de verdeling van de erfenis in het bezit van de werf met wat er bij hoort. Een jaar later reeds schenkt hij de werf aan zijn neef Cornelis Snoeij, die dan al geruime tijd op de werf actief is. Zie verder bij Cornelis Snoeij.
- Cornelis Ariezoon van Duijvendijk, Ouderkerk a/d IJssel 1908 - 1916 . Cornelis Ariezoon (1873 - 1945) is een kleinzoon van Cornelis Leendertzn. Hij begint in 1908 een werf op de Molenplaats (ca. IJsseldijk West 18). In 1916 verhuist hij de werf naar een terrein ten noorden van het dorp (ca. IJsseldijk Noord 52). Hij bouwt er voornamelijk kleine vaartuigen, roeiboten, schouwen, vletten, later ook kleine motorbootjes, leurbootjes en veerbootjes. In 1936 wordt het bedrijf omgezet in een vof onder de naam C. van Duijvendijk en zoon. Na het overlijden van zijn vader neemt zijn zoon Teunis Czn. het bedrijf over. Van 1945 tot 1955 is Arie de Koning uit Krimpen a/d IJssel medefirmant. Het bedrijf wordt in 1978 opgeheven.
- Jacob van Duivendijk Jansz., Noordhoek, Papendrecht 1839 - 1895 - 1908 - 1928. Ook bekend als De Hoop geleidt ons. Jacob van Duijvendijk Janszn (1815-1866) is en zoon van Jan Czn. van Duijvendijk uit Lekkerkerk. Hij koopt in 1839 een stuk buitendijkse grond en het buitenbeloop van de berm van de dijk om daar een scheepswerf te stichten. (Thans Noordhoek 7) In de daarop volgende jaren worden de terreinen uitgebreid. Na zijn overlijden zetten zijn oudste zoon Leendert Jacobszn. van Duijvendijk (1843-1887) en zijn weduwe Aartje Pot het bedrijf voort. Na het regelen van de nalatenschap in 1882 vormt Leendert met zijn halfbroer Aart (1856-1895) een vennootschap onder de naam Gebr. L en A. van Duijvendijk. Leendert overlijdt in 1887. Waarna Aart het roer in handen krijgt. De werf is dan inmiddels overgestapt op ijzerbouw. In 1895 overlijdt Aart. In 1884 kwam Arnoldus Cornelis van Duijvendijk (1857-1930), een zoon van Huig van Duijvendijk uit Hendrik Ido Ambacht op de werf te Papendrecht werken. Na het overlijden van Aart krijgt Arnoldus het beheer over de werf en komen ook zijn vader Huig en zijn broers Jacob Hzn., Cornelis Anthonie en Hendrik op de werf. Formeel blijft de werf echter de werf van Weduwe A. van Duyvendijk, Jansje Tromp. De werf heeft zich met de reparatie van binnenschepen beziggehouden ook werden er zowel binnen- als zeeschepen gebouwd. Vanaf 1891 bouwt men uitsluitend nog in staal. Onder de weduwe A. van Duijvendijk zijn diverse binnenvaartschepen waaronder klippers gebouwd.
- NV Scheepswerf voorheen Wed. A. van Duyvendijk, Noordhoek, Papendrecht. 1908 - 1928 In 1908 wordt de NV Scheepswerf voorheen Wed. A. van Duyvendijk opgericht. Aandeelhouders komen allen uit de familie. Voor 1916 verwerft de Firma van Driel (rederij) een belangrijk aandeel in de werf. Men koopt er diverse gronden bij en maakt de werf geschikt voor de bouw van zeeschepen. In de jaren twintig gaat het slechter met de werf en deze wordt in 1928 verkocht aan NV Scheepsbouwwerf voorheen De Groot en Van Vliet. De crisis maakt rond 1933 een eind aan deze werf. Na 1905 worden weer in toenemende mate schepen voor de grote vaart gebouwd.
- Arnoldus Cornelis van Duijvendijk, Veerdam, Papendracht 1904 - 1919 - 1921 Arnoldus Cornelis van Duijvendijk (1857-1930) is een zoon van Huig van Duijvendijk uit Hendrik Ido Ambacht. Na sinds 1884 op de werf van de Gebr. L en A van Duijvendijk aan de Noordhoek te Papendrecht gewerkt te hebben, neemt hij in 1904 de werf van de Familie Verheul op 'Het Eiland' aan de Veerdam over. De werf staat bekend als de Buitenwerf. Tot 1919 werden op de werf voornamelijk binnenschepen en schepen voor de visserij gebouwd en onderhouden. De werf bezat drie sleephellingen onder de dertig meter en een wagenhelling. In 1919 komt de werf, die inmiddels aardig omvangrijk is, over in handen van NV Scheepswerf voorheen Wed. A. van Duyvendijk. Waarschijnlijk speelt hierin de wens van vennoot van Driel om voor de eigen rederij zeeschepen te gaan bouwen een hoofdrol. Er wordt meer grond verworven en men begint met het inrichten van een grote werf. Deze krijgt drie hellingen van 140 meter lang voor de bouw van zeeschepen. De werf aan de Veerdam schijnt dan als Werf II bekend te staan, terwijl de werf aan het Noordeind Werf I genoemd wordt. Al spoedig, namelijk in 1921, komt door de malaise in de scheepsbouw, het werk op de nieuwe werf, zonder dat er ooit een schip geheel afgebouwd is, stil te liggen. Daarna ontstaan lange onderhandelingen over de toekomst van de werf. In 1927 vestigde zich vliegtuigbouwer Aviolanda op het terrein. Deze verwerft in de jaren dertig ook alle aandelen van de grondbezitter; de NV v/h Scheepswerf weduwe A van Duijvendijk. Scheepsbouw werd er niet meer gepleegd.
- Pieter Czn. van Duivendijk,(Oosthavenzijde) Puttershoek 1809 - 1844 - 1847 - 1851 - 1855 - 1888 - 1904 (PTH-1).
Na zijn huwlijk vetrekt Pieter Corneliszoon (1784 - 1844) uit Lekkerkerk om uiteindelijk in Putttershoek een werf te beginnen. Daartoe koopt hij een reeds bestaande scheepswerf. Na zijn dood volgt eerst zijn zoon Pieter Pieterzn. (1818-1847) en vanaf 1847 zijn tweede zoon Jan Pieterzn. (1816-1888) hem op. De weduwe Jacoba Jansse Dekker is echter de officiële eigenaresse van de werf. In 1851 wordt de aan de andere zijde, de oostzijde, van de Schordijk gelegen werf van de in 1830 overleden zwager Thomas Hoogendoorn aan de bezttingen toegevoegd. De werf komt dan bekend te staan als De dubbele werf.
Als in 1855 de weduwe overlijdt wordt Jan Pieterzn. van Duijvendijk de nieuwe eigenaar. In 1888 komt de werf in het bezit van de zoon van Jan, Pieter Jansz. van Duivendijk (1844-1899). In 1899 zet de weduwe van Pieter, Hedrina de Bruin, het bedrijf voort. In de loop van 1903 worden de zoons Gerrit (1878-1958) en Conelis Johannes (1880-1940) eigenaren van de werven, die van dan Gebroeders van Duijvendijk of ook Scheepswerf Oude Maas als naam draagt. De overgang naar ijzer-staalbouw verloopt voor de werf zeer moeizaam en heeft uiteindelijk in 1904 een faillisement tot gevolg.
De werf komt uiteindelijk in handen van Wilhelmus Hendricus van der Sluijs, die de werf voortzet.
Begin twintigste eeuw heeft de westelijke werf een langshelling haaks op de rivier. De oostelijke werf heeft de langhellingen evenwijdig aan de rivier. - Teunis Dirkzn. van Duijvendijk, Ridderkerk 1857-1859
Teunis Dzn.(1837-1925), is een zoon van Dirk Tzn. van de werf te Lekkerkerk. Hij krijgt zijn opleiding op de werf van zijn stiefvader Arie van Duijvendijk Janszoon te Lekkerkerk en koopt in 1857 een stuk buitendijks land onder Ridderkerk bij Bolnes. In februari 1959 verkoopt hij deze werf aan Joost Mak scheepsmaker te Ridderkerk. Het gezin keert naar Lekkerkerk terug. - Cornelis van Duijvendijk Lzn, Delfshaven, Rotterdam 1919 - 1978. Machinefabriek Van Duijvendijk en Overbeek.
Motorenreparatie bedrijf en machinefabriek. Op initiatief van van Overbeek in 1919 samen met Cornelis van Duyvendijk opgerichte onderneming. Men begon aan de Diergaardesingel, Rotterdam. In 1921 verhuist men naar de Voorhaven 48. In 1952 opende men een filiaal te IJmuiden. Vooral met de handel in en inbouw van compressoren heeft men de nodige bekendheid verworden. In 1978 overgenomen door achterneef Pieter van Duijvendijk. - Pieter J. van Duivendijk Azn., Waalhaven, Rotterdam, 1978 - 1981 - 2004, Van Duijvendijk Dokmaatschappij. Het bedrijf beschikt op een gegeven moment over twee dokken voor de binnenvaart en twee dokken voor de zeevaart. Naast reparatie is er ook een levendige handel in dokken, schepen en kranen. In 2004 houdt de firma op te bestaan. Een gedeelte schijnt als Machinefabriek Rotterdam B.V. verder te gaan.
- Jacob Azn. van Duijvendijk, Nieuwe Haven, Schiedam 1923 - 1925. Jacob Aartzn. van Duijvendijk (1881-1938) is een zoon van Aart van Duijvendijk van de scheepswerf te Papendrecht. In 1916 was hij samen met van Drimmelen actef op de scheepswerf Welgelegen te Harlingen. In 1923 verliet hij het vennootschap en vestigde zich in Schiedam waar hij een werf aan de Nieuwe haven (tegenwoordig ongeveer bij Het Kruithuis) van de Scheveningse reder Arie van der Toorn Joh.zn. huurt. Dit was voorheen scheepswerf 'De Hoop' van Cornelis Verboom. Jacob voert hier een reparatiewerf voor zowel binnenvaartschepen als diverse soorten zeegaande schepen en baggermaterieel. Aan nieuwbouw wordt niet gedaan. De zaken lijken niet goed te gaan want in oktober 1925 wordt de werf verkocht aan de Familie Oosterholt die op die plaats de motoren en machinefabriek Vopenka vestigt.
- Dirk Dirkzn. van Duijvendijk, Stormpolder 1868-1872.
Dirk Dzn.(1843-1874), is een zoon van Dirk Tzn. van de werf te Lekkerkerk. Hij krijgt zijn opleiding op de werf van zijn stiefvader Arie van Duijvendijk Janszoon te Lekkerkerk. In 1868 koopt hij de werf van Klaas Kok aan de Hollandse IJssel ongeveer aan het einde van de huidige Schaardijk. In 1872 wordt de werf verkocht aan Antonie Eijkenaar die de werf in mei 1883 overdoet aan Cornelis van der Giessen Azn. uit Krimpen aan de IJssel. - Leendert Johanneszoon van Duijvendijk, Goudseweg 1 (thans ca. nr. 26), Stolwijkersluis 1922 - 1955. Leendert Jzn. (1890-1952) is een achterkleinzoon van Roeland Leendertzn. van de werf te Stolwijkersluis / Gouderak . In 1922 begint hij met de bouw van schouwen.
- Dirk Pzn van Duivendijk, Contre Escarpe 1-3, Tholen 1873 - 1906 - 1934 - heden (2016). Dirk Pieterzoon van Duivendijk (1842-1906) is een zoon van Pieter Pzn van Duivendijk uit Puttershoek. Zijn vroegere plaatsgenoot Jan Boertje heeft in Tholen een werf, maar kort na Dirk's aankomst in Tholen overlijdt Jan Boertje. Dirk neemt daarop de huur van de werf op de Contre Escarpe aan de Eendracht over. Deze werf wordt in 1878 zijn eigendom. In 1906 komt Dirk te overlijden. Op zijn naam staat de bouw van circa 92 houten schepen; voornamelijk hoogaarzen. De tweede zoon van Dirk, Melis Dzn. van Duivendijk (1866-1940) zet vervolgens het bedrijf voort. Melis had op dat moment nog een werf in Willemstad. In 1907 wordt hij definitief eigenaar van de werf te Tholen. De werf is dan uitgerust met twee sleephellingen. In 1929 verwerft hij toestemming tot gebruik van de bankstelling in de Eendracht. In 1934 treden zijn zoons Simon en Dirk tot het bedrijf toe, wat vanaf dat moment Firma Scheepswerf M. van Duivendijk gaat heten. Behalve hoogaarsen voor de visserij en boten en schuiten voor de waterstaat bouwde men ook houten jachten. Zo bouwde men in 1934 voor Nicolas van Haaren uit Buenos Aires "een botter van achteren als een lemmeraak" genaamd Nicotine. tussen 1906 en 1940 worden er dertig houten schepen gebouwd. Terwijl men van uit het hele land voor reparaties kwam. In 1940 overlijdt Melis. De zoons zetten het bedrijf voort. Na de tweede wereldoorlog trekken Simon en Dirk zich uit het bedrijf terug en zetten hun zonen Melis Szn., Dirk Szn. en Melis Dzn. het bedrijf voort. Na het overlijden van deze generatie is het de zoon van Melis Dzn., ook alweer Dirk geheten, die het bedrijf voort zet.
Opmerkelijk is dat de (meeste) schepen grotendeels binnendijks gebouwd werden. Was het casco gereed dan werd deze met man en macht over de dijk naar het buitendijkse terrein gebracht. Men scheen immer geducht voor extreem hoog water. Dit is minstens tot 1932, maar mogelijk zelfs tot na de oorlog, een vrij normale gang van zaken geweest. Ook te Bruinisse ging men, naar het schijnt, op deze wijze te werk.
De werf zou reeds sinds 1900 ook bekend staan Scheepswerf Zeelandia. - Melis Dzn van Duivendijk, Willemstad, 1893 - 1906. Werf 'k Blijf Steeds Volharden' in sommige geschriften spreekt men echter van 'De Volharding'. Melis Dzn. van Duivendijk (1866-1940) is de tweede zoon van Dirk Pzn van Duivendijk uit Tholen. De werf te Willemstad was oorspronkelijk eigendom van Dirk of Jacob Borkus deze bezat ook een werf te Gouda. De schoonzoon van Jacob Borkus, Willem Bokhoven geheten, verkoopt in 1893 de werf aan B. Struijk Dzn. Struijk verhuurt op zijn beurt de werf aan Melis Dzn. van Duivendijk, die de werf een jaar later in eigendom verkrijgt. De werf was gelegen aan de Noordzijde van de haven (het huidige Binnenkade 30). In 1903 brandt een gedeelte van de werf af. In 1906 keert Melis naar de werf van zijn vader te Tholen terug. De werf wordt verkocht aan W.P.A., A.F, en J.M. Houweling uit Rotterdam.
Melis bouwt in die jaren vijf hoogaarzen en vijf jachten. Onder de jachten zit het Hoogaarsjacht de Havik, in 1902 gebouwd voor de visserijpolitie. De hoogaars werd van achteren gebouwd als een lemmeraak en is daarmee dus een Lemmerhoogaars, een rondgatter.
~Johannes van Duivendijk, Scheepstimmerdijk, Zierikzee 1856 - 1894 (ZRZ-1). In 1856 huurt Johannes van Duivendijk (1821-1887), zoon van Pieter Czn van Duivendijk uit Puttershoek, van Jacob Striekaert (eigenaar van de werf 'De goed Intentie') een terrein aan de Scheepstimmerdijk om hier een scheepswerf, bekend als de Kleine Werf, te beginnen. De werf kent twee hellingen.
Na het overlijden van Johannes, zet zijn oudste zoon Pieter Johzn. van Duivendijk (1860-1894) de werf voort. Wanneer Pieter in 1894 komt te overlijden en er geen opvolgers zijn, sluit de werf en krijgen de terreinen een andere bestemming.
De werf richtte zich op reparatie en de bouw van kleinere (vissers)schepen zoals dboeieraken en hoogaarsen. Na 1886 wordt de bouw van nieuwe schepen minder.
Belangrijkste bron: Het Liefst eigen baas door Hans van Duijvendijk. Uitgave H. v. Duijvendijk 2016
Werfafkortingen in de tekst komen overeen met de in dit boek gebruikte afkortingen. - Johannes Pieterzn. van Duivendijk, Zierikzee 1921 - 1928 (ZRZ-2). Johannes Pieterzoon (1897-1979) is een zoon van Pieter Dzn. van Duivendijk uit Bruinisse die met de overname van deze werf van Aloysius de Bruyn een belangrijke concurrent op het gebied van reparatie van vissersschepen in handen krijgt. Tot 1921-1924 deed men goede zaken. Daarna gaat het voor deze houtwerf bergafwaarts. Voor de overschakeling op de reparatie van stalen schepen ontbreekt het kapitaal. Vanaf midden 1926 staat de werf te koop. Drie jaar later worden terreinen, gebouwen en woningen afzonderlijk verkocht.
- van Duijvendijk en van Drimmelen, Harlingen, Scheepswerf Welgelegen. 1916 - 1917 - 1923 - 1932 Jacob Aartzn. van Duijvendijk (1881-1938) is een zoon van Aart van Duijvendijk van de scheepswerf te Papendrecht zijn compagnon Gerrit van Drimmelen (1865-1934) is scheepstekenaar en vermoedelijk eveneens op de werf te Papendrecht werkzaam geweest. Ze kopen in 1916 de werf Welgelegen die op dat moment in handen was van J. van der Werf en zonen uit Kootstertille. In 1917 wordt de NV Scheepswerf en Machinefabriek Welgelegen opgericht. Begin 1922 blijkt er onvoldoende werk te zijn en wordt het personeel ontslagen. In 1923 als het net weer wat beter gaat vertrekt Jacob uit de firma. Van Drimmelen blijft tot 1932 aan als directeur.
- A. Dutmer, Werfkade 66, Martenshoek. Leverde scheepsmotoren en opdrukkers.
F
- Feadship
- Ferus Smit
G
- Gebroeders J. en H. van Diepen
- Groningen Shipyard
- Scheepswerf Groot
- Scheepswerf Groot-Ammers
- GS Yard
H
- De Haas Maassluis
- Heesen Yachts
- Holland Shipyards Group
- Scheepswerf Hoogerwaard
- Scheepstimmerwerf "De Hoop"
J
- Jachtwerf Victoria
- Scheepswerf Jonker & Stans
K
- Koninklijke De Vries Scheepsbouw
- Koninklijke IHC
- Kroes Bootbouwer
L
- Linssen Yachts
M
- Maas Shipyard Waterhuizen
- Museumwerf Vreeswijk
N
- Nederlandsche Scheepsbouw Maatschappij
R
- Royal Bodewes
- Royal Huisman
S
- Shipdock
V
- Verolme Verenigde Scheepswerven
- Volharding Shipyards
'
Lijst voormalige Nederlandse scheepswerven:
A
- A. Vuyk & Zonen
- Amsterdamsche Droogdok Maatschappij
B
- Boele
- Botenbouw Tukker
- Burgerhout
C
- Conrad (voormalige Zaandamse scheepswerf)
D
- De Delft (scheepswerf)
- Scheepswerf De Donge
E
- Eista Werf
F
- Fijenoord
J
- J. & K. Smit
- Jachtenbouw Beenhakker
K
- De Klop (werf)
- Het Kromhout
N
- Scheepswerf De Nachtegaal
- Nederlandsche Dok en Scheepsbouw Maatschappij
- Niehuis en Van den Berg
- De Noord (scheepswerf)
O
- Oude Werf (Alblasserdam)
P
- P. Smit Jr.
- Scheepswerf De Pijp
R
- Rijkswerf (Amsterdam)
- Rijn-Schelde
- Rijn-Schelde-Verolme
- Rotterdamsche Droogdok Maatschappij
S
- Scheepswerf De Hoop
V
- Van der Giessen (scheepswerf)
- Van der Giessen-de Noord
- Van Ravesteijnwerf
- Verschure & Co.’s Scheepswerf en Machinefabriek
- Vlaardingen Oost (bedrijf)
W
- Waalhaven (bedrijf)
- Weerter Scheepsbouw Maatschappij
- Werf Gusto
- Wilton (scheepswerf)
- Wilton-Fijenoord
Z
- Scheepswerf Zuidam
Scheepswerven per provincie:
Noord-Holland
- Werf ’t Kromhout, Amsterdam
- Scheepswerf Stella Maris, Amsterdam
- Scheepswerf Koning William, Amsterdam
- Scheepswerf Vooruit, Zaandam
- Scheepswerf Kramer, Zaandam
- Scheepswerf Brouwer, Zaandam
- Helling Klaas Mulder, Zaandam
- Scheepswerf Groot Slot, Edam
- Oldenhage, Lisserbroek
- Koo-Boten, Wormerveer
- Kranswaard Shipbuilders, Haarlem
- Mogano Shipbuilding, Loosdrecht
- Molenaars Scheepswerf, Zaandam
- werf ’t Kromhout, Amsterdam
- Scheepswerf Charlois, Breukelerveen
- Scheepstimmerwerf Peter Schouten, Kortenhoef
- Scheepswerf Kuijkhoven BV, Haarlem
- Scheepswerf Vooruit, Zaandam
- Scherpel Jachtwerf, Loosdrecht
- North Beach Jachten, Haarlem
- Ottenhome BV, Kortenhoef
- Peter van Lieshout, Amsterdam
- Brovo Scheepsbouw – Volvo dealer, Enkhuizen
- Beffers & Co Scheepsrestauraties, Ouderkerk a/d Amstel
- Ben Ullings – Houten boten, Warmenhuizen
- Bootbouwerij ‘Vrijheid’ B.V., Loosdrecht
- Amstelsloep Jachtbouw, Amsterdam
- Drascombe Nederland, Huizen
- Dutch Yacht Builders B.V., Enkhuizen
- Holland Jachtbouw BV, Zaandam
- P. van Klink Jachtservice, Aalsmeer
- Jachthaven Woodcraft / P-Boats Classics, Amsterdam
- Claasen Jachtbouw BV, Zaandam
- Green Ocean Yachts, ’s Gravenland
- Jachttimmerwerk Joost van Diepen, IJmuiden
- Jachtwerf Stofberg & Zn., Enkhuizen
- Jacht & Mallenbouw Van Noort BV, Medemblik
- Jachtbouw Bart Jan Bats, Velserbroek
- Cornwall Boats/Cornish Crabbers, Winkel
- David Commandeur Schuitenmakerij, Wervershoof
- Classic Boat Company, Huizen
- Jaap van der Weijden Scheepsrestauratie en onderhoud, Kudelstaart
- Jongert Shipyard BV, Medemblik
- Schuitfactory, Winkel
- Stichting Botterwerf Huizen, Huizen
- RIVA restauratie, Aalsmeer
- Multi-man Scheepswerken en diensten, Enkhuizen
- HoutenBoten.com, Andijk
- Van Speijk Yachts Amsterdam, Amsterdam
- De Jonge Jacob ®, Noord-Scharwoude
- Zijbo, Assendelft
- Schuitemakerij, Zaandam
- Kempers Watersport Kudelstaart, Kudelstaart
- Claasen Shipyards BV, Overveen
- Scheepswerf De Breedendam, Loosdrecht
- TrailerSailer, Naarden
- 12 Footsailing, Oud-Loosdrecht
- Knevel Kanobouw, Bussum
- RetroBoat, De Goorn
- Rainbow-JH2, Amsterdam
- Stichting Botenloods De Levant, Amsterdam
- Zeeman Jachtbouw BV, Enkhuizen
- MacBoat, Medemblik
- Erbeka Techniek v.o.f., Heerhugowaard
- Vels & Partner, Medemblik
- A. Rijk Jachtbouw en betimmeringen, Medemblik
- Retromarine, Klassieke motorboten, Amsterdam
- Floris Barends Scheepstimmerwerk, Edam
- Ventis Scheepstimmerwerk BV, Enkhuizen
- Wajer Watersport BV, Loosdrecht
- Wed. K. Brouwer B.V., Zaandam
- Classic Solution/Yacht Dimension BV, Haarlem
- Stichting Natuurlijk Varen, Zaandam
- Pol & Oosterbroek Botenbouw v.o.f., Aalsmeer
- Steamboat Engine BV, Amsterdam
- Hamers & Pannekoek, Aalsmeer
- De Gier Maritiem, Enkhuizen
Zuid-Holland
- Historische werf De Hoop, Schiedam
- Historische Scheepstimmerwerf Klaas Hennepoel, Leiden
- Scheepswerf Stallinga, Leiden
- Scheepswerk Boxce, Delft
- Scheepswerf Falcon, Alphen ad Rijn
- Het Anker, HI Ambacht
- Historische werf De Hoop, Schiedam
- Historische Scheepstimmerwerf Klaas Hennepoel, Leiden
- Scheepswerf Stallinga, Leiden
- Scheepswerk Boxce, Delft
- Scheepswerf Falcon, Alphen ad Rijn
- Het Anker, HI Ambacht
- Scheepshelling Koningspoort, Rotterdam
- Lehmann Scheepsrestauratie, Rotterdam
- Jachtwerf Rik Homan, Reeuwijk
- Jan Kok Scheeps/Jachtwerf, Leimuiden
- Scheepswerf Bocxe Delft, Delft
- Jachthaven- en Watersportbedrijf ‘De Poel’, Lisse
- Jachtwerf Reeuwijk, Reeuwijk
- Niehuis & v.d. Berg Ship Repair Yard, Pernis Rotterdam
- Jachtwerf Rexwinkel Numansdorp, Numansdorp
- Stichting historisch schip “De Delft”, Rotterdam
- Marmil – Westlander BV, Honselersdijk
- IJzerij Paulûs, Rotterdam
- J.G. van der Meer, Oude Wetering
- Het Anker, Hendrik-Ido-Ambacht
- Classicon Composite Yachts, Groot Ammers
- Damarin Sloepenbouw, Gouda
- Handelsonderneming “de Hollandse IJsel bv”, Hardinxveld-Giessendam
- De Volharding B.V., Zwammerdam
- Klassiek Maritiem, Leiden
- Woodwave, Rotterdam
- Hoogstad Scheepstimmerwerk, Rotterdam
- Nijman Jachtbouw, Rotterdam
- Gebrs. Tatje, Nieuwkoop
- Woodvision, Waddinxveen
- Scheepstimmerij Oost, Gouda
- Waterlandse Melkschuit, Amsterdam
- Barnhouse Nautical, Boskoop
- Mälar Yachts , Rotterdam
- H2OP Maritiem Timmerwerk, Woubrugge
- Sampan Trading, Giessenburg
- Scheepswerf en Machinefabriek Stallinga, Leiden
- Van Veen Jachtbouw, Stellendam
- Aad Juffermans, Warmond
- Visser de Smid, Den Haag
- Vreugdenhil Yachts, Alphen a/d Rijn
- Berg Boat, Reeuwijk
- Shipyard K. Damen BV, Hardinxveld-Giessendam
- Nauda Yachts, Den Haag
Overijssel
- Scheepswerf Geertman, Zwartsluis
- Enterse Waarf, Enter
- Scheepswerf H. Poppen Zwartsluis B.V., Zwartsluis
- Scheepswerf Schreur v.o.f., Giethoorn
- Punterwerf Wildeboer, Giethoorn
- Royal Huisman Shipyard BV, Vollenhove
- J. Drenth, Zwartsluis
- Stichting Kamper Kogge, Kampen
- Scheepstimmerbedrijf Henk Jacobs, Zwolle
- G.A.Kroes & Zonen Bootbouwers B.V., Kampen
- Qboat, Deventer
- Jachtwerf Lok, Zwartsluis
- Kruiskamp Almelo BV, Almelo
- RIVAB, Steenwijk
- Jachtwerf De Zeeg, Steenwijk
- Scheepswerven Gebr. G. en H. Bodewes B.V., Hasselt
Drenthe
- Scheepswerf De Vlijt, Coevorden
Utrecht
- Museumwerf Vreeswijk, Vreeswijk
- Scheepswerf De Klop, Utrecht
- Plevier Watersport, Maarssen
- Sars Houtbouw, Utrecht
- Scheepstimmerwerf Nieuwboer, Spakenburg
- De Scheepsmaat, Loenen a/d Vecht
- Stichting Bouwloods Utrecht, De Meern
- Støreland Bootrestauraties, Wijk bij Duurstede
- De Spil Jachtbouw, Houten
- M. Romijn, Woerden
- Scheepsbouw Achterbos Theo Kok, Vinkeveen
- ABC Amersfoort, Amersfoort
Friesland
- Restauratiewerf Oude Liefde, Workum
- Nieko, Franeker
- Scheepswerf Talsma, Franeker
- Scheepswerf Wartena, Warten
- Multiship Holland, Harlingen
- SRF, Harlingen
- Scheepswerf Ten Woude, IJlst
- Scheepswerf de Oldegalileën, Leeuwarden
- Scheepswerf De Hoop, Workum
- Scheepswerf Welgelegen, Leeuwarden
- Kompas Jachtbouw, Sneek
- K&M Yachtbuilders BV, Makkum
- Matez Boten, Woudsend
- De Sluis Jachtbouw B.V., Lemmer
- Mr. Beeker Boatbuilders, Makkum
- Arend Lambrechtsen, Sneek
- Jachtwerf Auke de Vries, Langweer
- Jachtwerf de Jong B.V., Joure
- Jachtwerf De Wit, Akkrum
- Bood Yachting, Grou
- Jachtwerf Joh. van der Meulen, Sneek
- Karibu Yachting BV, Woudsend
- Jachtwerf Piersma Heeg, Heeg
- Jachtwerf Sloten, Sloten
- Jachtwerf Westerdijk, Earnewâld
- Scheepswerf “Nieko”, Franeker
- Breedendam Yachts , Leeuwarden
- Scheepsbouw O.H. van der Werff , Drachten
- Scheepswerf Talsma Franeker, Franeker
- Ottenhome Heeg B.V., Heeg
- Sud West Hoek, Stavoren
- Scheepsbouw Kroes, Leeuwarden
- Restauratiewerf Oude Liefde, Workum
- Jachtwerf Albert Wester & Zn., Grou
- Jachtbouw Boelsma , Sneek
- Jachtwerf Brandsma, Augustinusga
- Roelofunderweis, Hindeloopen
- De Stripe historische scheepswerf, Eernewoude
- S. Visser, Workum
- Scheepsreparatie Friesland BV, Franeker
- Scheepstimmerbedrijf Piet Blaauw, Stavoren
- Scheepstimmerwerf “de Hoop”, Workum
- Hofstra Jachtbouw, Leeuwarden
- IRON Woodpecker, IJlst
- Gebr. Van Enkhuizen, Makkum
- Jachtwerf Heerlien en Adema, Workum
- Jacht en Interieurbouw Hiemstra, Harlingen
- Jachtbouw Aldert van der Meer, Dokkum
- Heijsman, Stavoren
- De Houtwarf, Warfstermolen
- Skipshelling I.Blom Hindeloopen, Hindeloopen
- Constructie en straalbedrijf Lilian Fopma, Harlingen
- Focus Sails en Sailing, Sneek
- De Deining Platbodems, IJlst
- Amber Yachting, Lemmer
- vof Noardvlet, Workum
- Overwijk Scheepsbouw, Workum
- Elektrosloep.nl, Heeg
- Noflik Sailing Sneek b.v., Sneek
- Frisian Boat Marine, Grou
- Jachtwerf Statement Marine, Schagen
- Westra BV, Elahuizen
- Patrick Breed Classic Boats, Heeg
- Jachtwerf & Meubelmakerij Edwood, Garijp
- Scheepswerf Talsma Groningen, Franeker
- Viking Raider, Heeg
- Expeditieschip Willem Barentsz, Harlingen
- De Onrust Scheepsbouwers, Heerenveen
- Koopmans Ijzerwerk, Bolsward
- Da Vinci Yachts BV, Sneek
- Gerben van der Weij Botenservice, Leeuwarden
- Dirk Blom Lemsteraken Centrum, Hindeloopen
- Gebroeders Los Scheepsbouw, Bolsward
- Prins Van Oranje / Nowee, Heeg
- Cees Zijsling Techniek, IJlst
- Hutting Yachts, Makkum
- Steneker Jachtbetimmeringen, St. Nicolaasga
- De Stille Boot B.V., Heeg
- Stichting Tromp, Drachten
- Scheepswerf Talsma Heeg, Franeker
- Designworks CS, IJlst
- Shipdock Draaisma, Franeker
- Simon Van der Meer Jachtbouw & Scheepsbetimmering, Leeuwarden
- Innovaar Jachtbouw Techniek, Bakhuizen
- Jachtwerf Wind en Water, Heeg
- Stentor, Sneek
- Jachtservice Siep van der Zee, Sneek
- Barnell Boten, Sneek
Groningen
- Historische Scheepswerf Wolthuis, Hoogezand Sappemeer
- Droogdok Groningen, Groningen
- SBG, Groningen
- NG Shipyards / Shiplift, Lauwersoog
- Jachtwerf Du Bois, Groningen
- No Limit Ships, Groningen
- Jachtbouw Bronsveen, Woudbloem
- Jachtbouw de Groot, Foxhol
- Scheepswerf Hunfeld, Delfzijl
- Driewerf.Nu, Groningen
- Classic Yachts, Groningen
- VEHA Jachtbouw BV, Groningen
- Historische Scheepswerf Wolthuis, Hoogezand
- ELOShip Electric Boating, Wildervanck
- Smidt Scheepsreparatie, Groningen
- Marvis Yachting B.V., Groningen
- Droogdok Groningen BV, Groningen
Flevoland
- Jachtwerf Fa. W. Harting & Zoon, Aalsmeer
- Balk Shipyard, Urk
- Cabra Yachting, Zeewolde
- Kuperus en Gardenier, Lelystad
- Bataviawerf, Lelystad
- Scheepswerf Koffeman, Urk
Zeeland
- Scheepswerf De Klerk, Walsoorden
- Scheepswerf Reimerswaal, Hansweert
- Scheepswerf De Schroef, Sas van Gent
- Marine Service Zuid West, Terneuzen
- Tradewind Yachts BV, Walsoorden
- Scheepswerf Fa. M. van Duivendijk, Tholen
- Van der Vlies Nautic, Goes
- Wood Design Scheepstimmerbedrijf, Colijnsplaat
- Historische Scheepswerf C.A. Meerman, Arnemuiden
- Marius Bal Yacht Service, Tholen
- Oosterschelde Jachtwerf, Bruinisse
- Scheepswerf van Os, Yerseke
- Mulder Yachtservice, Zierikzee
Noord-Brabant
- Wouter Schalk, Almkerk
- Houtwerf ‘Eursa’, Liempde
- De Roterij, Oud Gastel
- De Scheepsbouwers Maritiem BV, Werkendam
- Concord Beheer B.V., Breda
- Bruijs Jachtbouw B.V., Bergen op Zoom
- Rutten Watersport, Bergen op Zoom
- Droogdok Moerdijk, Moerdijk
Limburg
- Linnartz-Adema Houten Botenbouw, Heerlen
- Jachtwerf Peulen B.V., Neer aan de Maas
- Pietersplas BV, Maastricht
- Jachtwerf H. Somers vof, Herten-Merum
Gelderland
- Jachtwerf van Workum B.V., Arnhem
- Peters, Angeren
- Balk Scheepswerf, Elburg
- H. van Gemert, Nijmegen
- Doomernik Dragons, Zaltbommel
- Euroship Services bv, Heerewaarden
- Stichting Millingse Liburna, Millingen a/d Rijn
- Woudenberg & Zn. Vof, Beneden-Leeuwen
- Oniya Line, Zaltbommel
- t Vliehout, Westervoort
- Jachtwerf Van Rijnsoever Deil B.V., Deil a/d Linge
- Scheepsreparatiebedrijf Arnhem, Arnhem
- Stadsblokkenwerf, Arnhem
Geschiedenis scheepswerf Vollenhove
Scheepswerf (1856-1943)
Op 15 september 1855 hadden de gemeenten Stad- en Ambt Vollenhove de kom van de binnenhaven aan timmerman Evert Ekker in gebruik gegeven met het doel er een scheepswerf te stichten. Een jaar daarna was de scheepstimmerwerf met een woning annex schuur bij de helling gereed. Ekker overlijdt op 44-jarige leeftijd eind 1864. Zijn oudste zoon - ook timmerman - is dan 19 en mogelijk al ziekelijk, hij zal in 1869 overlijden.
In 1868 koopt de Vollenhovense bakker L. van Gulik de werf over van de erven Evert Ekker; het bedrijf werd verhuurd aan Timen Louis (1822-?). Dat is een scheepstimmermansknecht uit Meppel, waar zijn vader scheepstimmerman was. Hij is in 1851 in Vollenhove getrouwd met Geertje Egberts Van Smirren uit Vollenhove, en mogelijk al vanaf het begin bij Ekker in dienst als scheepstimmerman.
Zijn zoon Engbert Timens Louis (1852-1906) wordt nog wel in Meppel geboren, blijkt later in de Bisschopstraat te wonen en krijgt met zijn vrouw Geertje Willems de Wit (afkomstig van Schokland), waarmee hij trouwt in 1873, twaalf kinderen waarvan er enkele jong sterven. De oudste zoon, ook een Timen, wordt infanterist en sterft in Utrecht op zijn 21ste in 1894. Men zou kunnen concluderen uit de plaatsen waar de kinderen trouwen dat het gezin rond 1895 naar Zwartsluis is verhuisd. Het beroep van Engbert verandert van scheepstimmerman in scheepsbouwer, ook het beroep van zijn zoon Willem Engberts Louis.
Op een overzicht uit 1887 van bedrijven met minstens twee man personeel van de gemeente Stad Vollenhove staat Timen Louis als een van de grootste werkgevers, met 3 volwassenen en 1 jongen in dienst.
In 1900 kocht scheepstimmerman Jan Roelofs Kroese (1858-1943) de scheepswerf. Hij was in 1891 van Urk naar Vollenhove gekomen, met vrouw en 4 kinderen. In de betreffende verkoopakte staat te lezen “Eene scheepstimmerwerf, bestaande in: den opstal van het kadastrale perceel der gemeente Stad Vollenhove Sectie A nommer 775 woning en scheepshelling groot acht aren zes en negentig centiaren en van het kadastrale perceel der gemeente Ambt Vollenhove Sectie H nommer 408 dijkberm als hooiland groot twee aren drie en dertig centiaren".
Jan Kroese, scheepmakersknecht in Den Helder en Urk
Jan Kroese werd in Harlingen als zoon van een korenmeter geboren; destijds werden naar Harlingen grote hoeveelheden Russische rogge verscheept. Kroese werd scheepmakersknecht op een werf in Den Helder; daarna werkte hij op de werf van de Gebr. Roos te Urk. In 1877 moet hij ,,Kloas van Tiemens Albert" (Hakvoort) nog geholpen hebben met de aanleg van diens werf op Urk. Het gezin met vier kinderen verhuisde in 1891 naar Vollenhove, waar de scheepswerf aan de haven werd gehuurd van bakker Van Gullik, rentenier en belegger. Woning en werfloods stonden onder één kap. Na acht jaar huren kon Kroese de werf kopen. De koopsom van f 2.275,- werd op 6-11-1900 door zijn zwager Lammert Smit lichtwachter op Schokland (annex havenmeester), en de schoonvader van Kasper Kombrink, lichtwachter op de Kraggenburg betaald. Kroese werd in Vollenhove, waar ieder een bijnaam had, 'Jan Hulp’ genoemd vanwege de vaak grote bretels (hulpzelen, zei men in Vollenhove) over zijn zwarte hemd. Een van zijn kleinkinderen typeerde hem later als een hardbaster, 'n taaie kerel waar niet mee te spotten viel.
Toen Kroese de enigszins verlopen werf betrokken had, kreeg hij met vier inwonende gezinnen te maken. Twee ervan woonden onder de zolder van de werkplaats, de andere twee gezinnen hadden zich onder de vloer van zijn eigen woonruimte genesteld. Bij spring- en stormvloeden stroomde het water er naar binnen. Het stond wel een meter hoog; de woonsituatie was onbeschrijflijk. Onder deze omstandigheden bleef de bewoners niets anders over dan om in de hoge bedsteden te kruipen.
Naast de werfloods stond een stenen bouwsel; daar tegenaan was een miniatuur huisje gebouwd dat eveneens uit steen opgetrokken was. Dit huisje werd bewoond door het gezin Roozeboom. In Vollenhove had Roozeboom de bijnaam ,,Korsteraand"; hij had een groot aantal kinderen. Korsteraand was een beruchte stroper die strikken uitzette om hazen en konijnen te vangen.
Een bloeiend bedrijf
Met de hulp van zijn drie zoons Harm, Barend en Jacob wist Kroese de werf weer op poten te zetten. Men had voldoende werk met het bouwen en repareren van ansjovisvletten, bonzen en botters; al vroeg ontwikkelde Kroese de Vollenhoofse bol. Gedurende het winterseizoen werd meestal een nieuw schip op stapel gezet. Wanneer de werfloods niet voldoende plaats bood, werd er een stuk uit de gevel gezaagd. In deze tijden van voorspoed werkten bij tussenpozen ook nog twee huistimmerknechten. Vooral tijdens de botteelt was er grote bedrijvigheid op de werf. Om de 4 á 5 weken moesten de schepen op de helling om het aangegroeide onderwaterschip te ontdoen van ,,doorns". Na het afschrapen werd dit deel van het schip met riet afgebrand en vervolgens in de teer gezet. Boven water werd het hout met harpuis bestreken.
Elke week, van donderdagochtend vroeg tot zaterdagavond laat kregen wel 25 schuiten een hellingbeurt. In het seizoen maakten de mannen lange werkdagen: van 5 morgens half 6 tot ‘s avonds half 9 waren zij druk in de weer: alleen voor het middagmaal werd een wat langere pauze gehouden.
Het hellingen van de vaak zeer zware schepen gebeurde met mankracht. In de kop van de kaapstander werden acht bomen gestoken. De mannen die het schip omhoog moesten draaien waren meestal in een oogwenk te vinden; het waren meest rondhangende viskopers of andere lieden die op een karweitje liepen. Na een half uur stond het schip droog; het meest tijdrovende en secure werk waarbij de slee onder het schip gebracht werd hadden de ervaren mannen van de werf al van te voren geklaard. Uit één en hetzelfde glaasje waarvan het voetje was afgebroken kreeg iedereen als beloning een borrel.
De verstandhouding tussen de helling baas en de vissers was goed; steeds wanneer zij met hun schepen naar de werf gingen, brachten zij wat vis voor Kroese mee. Zij wisten dat hij een liefhebber van bot was. Vooral de kleine dikke botjes vond hij het lekkerste; de vis die overbleef, werd op de werf gedroogd.
Nieuwbouw
De tijd dat er in de wintermaanden een nieuw schip op stapel stond, wist dochter Martha Kroese zich nog goed te herinneren. ,,Wanneer vader hout moest hebben dan ging ie achter Steenwijk of Havelte meestal te voet naar Blokzijl en nam daar het bootje naar Steenwijk. Vandaar liep hij verder, op zoek naar kromhouten en gezonde stammen; dan liet ie 't rooien. De vrachtrijder bracht het hout met de mallejan naar de werf." Over de manier waarop het hout gewaterd werd. rept zij met geen woord. Wel vertelt zij dat de zware stammen met een trekzaag tot planken gezaagd en de kromhouten met de dissel bewerkt werden.
Bouwstop 1927
De periode van bloei heeft voor Kroese niet zo lang geduurd. Reeds in het begin van de jaren twintig liepen de besommingen van de vissers terug; in 1927 werd met de aanleg van de Afsluitdijk begonnen. Van regeringswege mochten er toen vanwege sanering van de visserij geen nieuwe boten meer gebouwd worden. Voor Jan Kroese was het doek eigenlijk al in 1926 gevallen.
Geschiedenis scheepswerven Groningen
De Groninger scheepsbouw vindt haar oorsprong in de turfvaart. De afzet van turf vond hoofdzakelijk plaats buiten de Groningse Veenkoloniën en vervoer was dus noodzakelijk. De turfschippers verzorgden daarnaast het vervoer van mest, graan, aardappelen en stro. Vanuit deze binnenvaart ontwikkelt zich in het midden van de 18e eeuw tevens de kustvaart. Het vervoer van turf naar de Hollandse steden kan in deze tijd nog niet plaats vinden over een gesloten net van binnenwateren, dus moesten de Zuiderzee en de Waddenzee overgestoken worden. Hand in hand met deze opkomst van de scheepvaart ontwikkelt zich de scheepsbouw. Haar oorsprong ligt in verveningscentra. De oudste scheepswerf in Hoogezand-Sappemeer dateert uit 1650. Zij legde zich toe op kleine houten binnenschepen. In de tweede helft van de 18e eeuw begint men ook kustvaarders te bouwen. In 1792 loopt voor het eerst in de provincie Groningen in Oude Pekela een kofschip van stapel, het bekendste zeescheepstype van de veenkoloniale vloot in de 19e eeuw.
Na de Franse tijd volgt een krachtige opbloei, mede door toedoen van protectionistische maatregelen van Koning Willem I. In 1858 telt de agglomeratie Hoogezand-Sappemeer 26 scheepswerven, waar meest schoeners en brikken gebouwd worden. In de tweede helft van de 19e eeuw neemt de scheepsbouwaktiviteit in Groningen af, in Hoogezand-Sappemeer is de recessie overigens niet zo sterk als in de Veenkoloniën. De overgang van houten naar ijzeren schepen, de toenemende scheepsgrootte en de daarvoor onvoldoende capaciteit van de waterwegen en de daarin gelegen kunstwerken zijn de oorzaken van de problemen bij veel scheepswerven. De provinciale overheid reageert met het Provinciaal Kanalisatie Plan ter verbetering van de infrastructuur op waterstaatkundig gebied en besluit onder andere tot aanleg van het Eemskanaal, dat in 1876 geopend wordt. Daardoor concentreert de scheepsbouw zich vanaf het begin van de 20e eeuw steeds meer bewesten de smalle Martenshoekster sluis, waar het meest geprofiteerd kan worden van de nieuwe mogelijkheden.
Op de Groninger werven bouwt men bij het begin van de Eerste Wereldoorlog binnenschepen en -steeds meer- moderne kustvaarders, eerst als zeilschip met hulpmotor later als motorschip met hulpzeiltuig. Opmerkelijk is dat in Groningen vrijwel geen stoomschepen van de helling zijn gelopen. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog is de scheepsbouw een bloeiende bedrijfstak waar meer dan 2000 mensen werk vinden. Maar al snel na afloop van de Eerste Wereldoorlog ontstaat als gevolg van inflatie een crisis in de scheepsbouw. In 1923 wordt begonnen met sanering van de staatsfinanciën. Deze deflatiepolitiek en de stijgende inkomsten uit Nederlands-Indië bewerkstelligen grotere investeringsbereidheid bij het bedrijfsleven. Vanaf 1926 zijn de orderportefeuilles van de Groninger werven weer gevuld. Organisatorisch en technisch worden de bedrijven gemoderniseerd. Zo worden in deze periode veel bedrijven omgezet in een naamloze vennootschap. Voor het eerst gaat men een aktief acquisitiebeleid voeren en met succes. Bij de Groninger werven worden nu coasters gebouwd met 4-tact dieselmotoren van 250 tot 650 ton en rivierschepen, waarvan men het ontwerp aanpaste aan de stroomverhoudingen op de rivieren waarvoor ze bestemd waren.
Dan volgt de grote crisis van de jaren dertig. De centrale overheid reageert traag met steunmaatregelen. Wanneer zij er tenslotte toe overgaat is dit mede te danken aan de ijverige lobby bij het Departement van Handel en Nijverheid van de heer T.L. Mellema, inspecteur voor de scheepvaart in het Derde district. De steun wordt gegeven in de vorm van krediet op de tweede hypotheek voor nieuw te bouwen schepen voor de kustvaart, waardoor de financiering van de bouw van deze schepen mogelijk wordt. Het verstrekken van die kredieten verloopt via het Werkfonds, later via de N.V. Maatschappij voor Industriefinanciering.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog ligt de scheepsbouw vrijwel stil. Na de bevrijding treedt er een hausse in de scheepsbouw op, mede als gevolg van een "inhaalvraag". De coasters die in deze periode gebouwd worden zijn 8 à 900 ton. De dertig werven zijn vrijwel uitsluitend familiebedrijven waar gemiddeld 50 man werken. Nu wordt ook voor het eerst gebouwd voor de rederijen uit het westen van het land; tot aan de Tweede Wereldoorlog was de opdrachtgever veelal de eigenaar/reder/kapitein uit de regio. Vanaf de jaren vijftig richten de scheepsbouwbedrijven zich steeds meer op export. In de jaren zestig is de verhouding voor de Groninger werven al 80% voor buitenlandse opdrachtgevers. Verzadigingsverschijnselen en slechte vrachttarieven maken dat in 1958 de markt verandert; 1959 en 1960 zijn echte recessie-jaren voor de noordelijke scheepsbouw. De uitbreiding van de export zorgt echter weer voor verbetering. In 1968 zijn in de provincie Groningen 23 werven in bedrijf waar 2000 mensen werken.
Bij de toeleveringsbedrijven, zoals motorenfabrieken, electro-technische industriën, mast- en tuigerijen, schilderbedrijven en dergelijke, zijn dan eveneens 2000 mensen werkzaam. De produktiecapaciteit van de Groninger werven is dan toegenomen tot 50 à 55 coasters naast vracht/passagiersschepen, koelschepen, haven-, zee- en riviersleepboten, baggermateriaal, lichters, loodsboten en anderen. In deze periode wordt begonnen met het uitbesteden van motoreninbouw en een deel van de afbouw aan gespecialiseerde bedrijven. Om tot verkorting van de levertijd te komen worden ook delen van de bouw van het casco uitbesteed aan andere werven, de zg sectiebouw. Deze sectiebouw vindt plaats bij werven waarmee men een samenwerkingsverband heeft zoals bijvorbeeld binnen de N.V. Scheepsbouwcombinatie Nescos. Een ander samenwerkingsverband van kleinere werven in het Noorden is de Vereniging Combination Northern Shipbuilders (Conoship).
In de jaren zeventig tekent zich weer een recessie af. De exportorders drogen op. Redenen hiervoor zijn protectionistische maatregelen in het buitenland en het feit dat de scheepsbouwcontracten in Nederlandse valuta gesteld zijn, valuta die in tegenstelling tot vele andere in Europa niet gedevalueerd zijn. De overheid verleent nu steun door middel van het Maritiem Plan dat van 1976 tot 1978 van kracht is geweest. Als vervolg daarop wordt steun verleend via de Wet Investerings Rekening en de Investerings Premie Zeescheepvaart 1978. Maar deze vormen van steun zijn niet voldoende om de scheepsbouw er weer geheel bovenop te helpen. Diverse werven gaan dan failliet. Een grote hinderpaal voor de ontwikkeling van de bedrijven in Groningen is nog altijd de doorvaartbreedte (16 meter) van het Winschoterdiep en het Eemskanaal en de bijbehorende kunstwerken, waardoor de in deze regio gebouwde schepen beperkt moeten blijven in hun afmetingen. De werven die in bedrijf blijven gaan naast de gebruikelijke zeeschepen nu ook weer schepen voor de binnenvaart en de visserij bouwen.
De golfbeweging in de bedrijfstak houdt echter aan. In het begin van de jaren tachtig gaat het weer beter. In 1982 zijn er nog 20 werven in bedrijf met 1664 werknemers. De aanhoudende lage vrachtenmarkt voor droge-lading-schepen maakt dat alleen de grotere rederijen aktief zijn. De nadruk bij de Groninger scheepswerven komt nu te liggen bij de bouw van gespecialiseerde schepen voor bijvoorbeeld de off-shore-industrie en de baggerindustrie.
Geschiedenis scheepswerven in Drente
In Drenthe worden al vanaf de 16e eeuw schepen gebouwd.
De eerste werven ontstonden vermoedelijk in de in de 17e en 18e eeuw in Meppel en Hoogeveen. Geleidelijk breidde deze scheepsbouwactiviteiten zich uit naar andere delen van Drenthe. Op bijna alle Drentse werven werden hoofdzakelijk pramen gebouwd. Pas na de invoering van de ijzeren scheepsbouw werden er ook andere scheepstypen, zoals tjalken en klippers, vervaardigd. Een uitzondering vormen de werven in de Veenkoloniën. Hier werden juist geen pramen gebouwd maar vooral scheepstypen uit Groningen zoals snabben, tjalken, koffen en galjoten.
Er zijn nu nog maar drie werven in Drenthe over: twee in Meppel en één in Coevorden. Tegen het eind van de 19e eeuw waren er verschillende werven in Drenthe aanwezig. Op basis van hun locatie kunnen deze in grofweg vijf regio's worden ingedeeld:
1. Meppel:
In de tweede helft van de 16e eeuw hadden zich o.a. een scheepstimmerman, een zeilmaker en een touwslager in Meppel gevestigd. Vermoedelijk werden er toen al kleine pramen, mogelijk van het type Meppeler praam gebouwd. In de 18e eeuw waren er in ieder geval drie werven in Meppel. Eén van de oudste was die van Timmerman, waar al in 1768 schepen werden vervaardigd. Deze werf lag in het stadscentrum op de plaats van de huidige Stoombootkade en werd opgeheven in 1851. De oprichter, Jan Klaas Timmerman werd in de tweede helft van de 18e eeuw opgevolgd door zijn zoon Klaas Jans Timmerman.
De andere werven in Meppel in de 18e eeuw waren die van Koop Karst Worst die in 1788 werd opgericht (zie Worst, N.V. Scheepswerf) en die van J. Smit uit 1766. In 1813 waren er nog steeds drie werven in Meppel. Allereerst de oude werf van Timmerman, die in 1806 werd overgenomen door Petrus Dekker, de werf van Jan Berends Smit en Jan Gerrits Smit, en ten slotte die van K. Worst aan het Bloemendal. De gehele 19e eeuw bleven er drie werven in Meppel gevestigd.
Tegenover de Stoombootkade, op de plaats waar nu de Harm Smeengekade is, lag halverwege de 19e eeuw de scheepswerf van Hk. Broek. Deze werf werd later overgenomen door scheepsbouwer R. van Goor en diens zoon Gerrit Johannes van Goor die vanaf ca. 1900 de werf voerde. In 1929 werd dit werfterrein aangekocht door de gemeente die het hellinggat liet dempen en er een woonwijk neerzette. In de loop van de 19e eeuw nam het aantal werven geleidelijk toe tot vijf in 1905. Naast de werven van Van Goor in de binnenstad en die van Worst aan het Bloemendal waren er enkele nieuwe werven bijgekomen. Schuin tegenover olieslagerij Blom aan Meppelerdiep, dus aan de Overijsselse kant, bevond zich de scheepswerf van de Gebr. R. en J. Drewes die afkomstig waren uit Groningen. Na een onenigheid met een klant in 1912, waarbij R. Drewes werd doodgeschoten, werd deze werf opgeheven. Vlak bij deze werf aan de Kaap, op een landpunt aan het eind van het Westeinde tussen het Meppelerdiep (tegenwoordig ingang buitenhaven) en Drentsche Hoofdvaart, lag sinds halverwege de 19e eeuw de scheepswerf van Jan Koop Hazelaar, (1839-1889) later overgenomen door Albertus Hazelaar. Op deze laatste werf werden voornamelijk bijboten gebouwd. Vrijwel al deze werven stapten rond 1880 over op de bouw van ijzeren schepen. Daarnaast bleven ze nog tot ca. 1900 de traditionele houten pramen bouwen en onderhouden. De meeste werven waren voor 1940 verdwenen.
Scheepswerven die nu nog in Meppel zijn gevestigd zijn scheepswerf De Kaap, die in 1938 werd opgericht (zie Kaap, B.V. Scheepswerf De) en scheepswerf Worst, nu onder de naam B.V. Scheepswerf Wout Liezen.
2. Hoogeveen:
Hoogeveen heeft in de loop der tijd dertien scheepswerven gehad. Op deze werven werden hoofdzakelijk pramen gebouwd voor de vele plaatselijke schippers. De eerste vermelding van een werf dateert uit 1739 en betreft de verkoping van de helling aan de Berghuiswijk op Slood aan Coert Alberts Winkel. Deze werf moet dus al voor dat jaar hebben bestaan. Winkel had rond 1750 ook een scheepswerf aan de Zesde Wijk. Een andere scheepswerf die reeds in de 18e eeuw bestond, was die van Evert Willems Cuiper aan de Vierde Wijk.
In de loop van de 19e eeuw breidde het aantal scheepswerven in Hoogeveen zich uit tot een aantal van tien in 1881. Daarna nam dit aantal langzaam af tot er nog drie over waren in 1913. De reden voor deze afname lag voornamelijk in de introductie van de ijzeren scheepsbouw aan het eind van de 19e eeuw. Veel oudere scheepsbouwmeesters die het vak in de houten pramenbouw hadden geleerd durfden de stap naar de bouw in ijzer niet meer te maken en doekten hun werf op. De laatste werf in Hoogeveen was die van Bouwmeester en Mager aan de Zesde Wijk (nu hoek Kanaalweg - Het Haagje). In 1965 werd deze werf gesloten en in 1968 dempte de gemeente het hellinggat.
3. Smilde:
Smilde heeft drie scheepswerven gekend: één aan de Norgervaart en twee aan de Drentsche Hoofdvaart. Halverwege de 19e eeuw was aan de noordzijde van de Norgervaart in Bovensmilde de scheepswerf met langshelling van Ruurd van der Werf gevestigd. Op deze werf werden hoofdzakelijk pramen en bokken gebouwd en gerepareerd. Later volgde zijn zoon Wietse hem op. Rond 1900 werd deze werf opgeheven. Omstreeks 1910 begon Wietses zoon, Ruurd van de Werf, in Hijkersmilde tegenover de monding van de Opsterlandse Compagnonsvaart (Witte Wijk) aan de Temingerdraai (nu Vaartweg 41) de scheepswerf Smilde. Vanaf 1940 voerde deze werf de bedrijfsnaam 'Firma R. van de Werf jr.; Scheepswerf, Motorherstel- en Constructiewerkplaats'. Deze scheepswerf had een sleep- en kanthelling en kreeg later ook een dwarshelling.
In 1953 werd dit bedrijf opgeheven. Ruurds zoon, opnieuw een Wietse, begon in 1938 een eigen scheepswerf in Meppel (zie Kaap B.V., Scheepswerf De). Ten slotte was in Kloosterveen, tussen de Jonkersbrug en Grietmansbrug aan de westzijde van de Vaart, de scheepswerf van Meine Fernhout gevestigd. De werf bestond al halverwege de 19e eeuw en werd opgeheven aan het begin van de 20e eeuw.
4. Veenkoloniën:
Reeds in de 18e eeuw werden er in de Drentse Veenkoloniën schepen vervaardigd. In tegenstelling tot de overige Drentse werven werden hier geen pramen gebouwd, maar scheepstypen die vooral voorkwamen in de aangrenzende Groningse Veenkoloniën, zoals snabben en tjalken. De eerste werven ontstonden in de venen rond Annen. In 1739 werd de eerste Drentse Veenkoloniale werf gevestigd in Spijkerboor door Willem Grevijlink. Op deze werf werden alleen snabben gebouwd. In de loop der jaren kwamen er verder zuidwaarts in de Veenkoloniën, naarmate er meer veen werd afgegraven, andere scheepswerven bij. De werf in Spijkerboor werd aan het eind van de 18e eeuw opgeheven en opgevolgd door twee werven in Annerveenschekanaal van de familie Bok. Deze hielden halverwege de 19e eeuw op te bestaan.
Rond 1848 vestigde Geert Rudolfs Bok Ozn. zich vanuit Annerveenschekanaal in Gasselternijveen en werd daar de eerste scheepsbouwmeester. Deze werf exploiteerde hij samen met de heren Huges en Salomons. Daarna werden de werven van Jan Boelken Bakker en die van Harm van der Veen en Jan Jans Theisens opgericht. De werven in Gasselternijveen lagen allen aan de Gasselternijveenschemond (voltooid 1839) waarbij het Stadskanaal als vaarweg naar Groningen fungeerde. In 2003 zijn er in de Drentse Veenkoloniën geen werven meer.
5. Overig Drenthe:
Coevorden bezat lang twee scheepswerven. De oudste was Scheepswerf en Machinefabriek De Klop, Firma A. Bouman & Zoon, gesticht in 1914. Deze werf met dwarshelling was naast het uitvoeren van reparatiewerk vooral gespecialiseerd in nieuwbouw van baggermachines, zandzuigers, transportbakken, sleepboten, viskotters en spitsen. De werf werd opgeheven in 1980. Na 1945 was er kortstondig een werf van J. Supheert aan het Kanaal A in het Schoonebeekerveld bij turfstrooiselfabriek Veldkamp, die in 1961 werd verplaatst naar de Stephensonweg in Coevorden op een landpunt aan het Coevorden-Vecht Kanaal. Deze werf bestaat nog steeds onder de naam Scheepswerf De Vlijt. In de eerste helft van de 20e eeuw was er in Nieuw-Amsterdam de werf van de Gebroeders Bustra waar vooral bokken werden gemaakt en reparaties aan pramen werden verricht. In de jaren '50 van de 20e eeuw was er kortstondig ook een werf aan de Industriestraat in Klazienaveen onder de firmanaam 'B. H. Jansen, scheepsbouw en reparatie'.
De laatste werf die genoemd moet worden lag in Nietap, boven in de 'Kop' van Drenthe. Deze werf, aan het Leekster Hoofddiep, was al in 1800 in bedrijf. Scheepsbouwmeesters die deze werf exploiteerden waren o.a. Sjirk Popkes, Jelle Jeens de Boer en Gerrit Barkmeijer. Sinds het einde van de 19e eeuw was de werf sterk vervallen. De families Kuiper en Veenstra, die na elkaar de werf beheerden, gebruikten de werf nog sporadisch voor reparatiewerk. Rond 1910 werd de helling opgeruimd.