Kamp de Roode Braak
NAD 422
Kamp De Roode Braak NAD 422 Vreekwijk (bij Deurne) Noord-Brabant
Het NAD-kamp Vreekwijk was tijdens de Tweede Wereldoorlog één van de drie kampen op grondgebied van de gemeente Deurne van de Nederlandsche Arbeidsdienst.
Het kamp, dat in de volksmond kamp Vreekwijk heette of platweg Frèèk, werd ook wel De Roode Braak genoemd en droeg ook de naam Pieter Breughel. De leiding in het kamp was in 1944 in handen van de onderhopman Ten Oever. De bedoeling was een semi-militaire opleiding van een klein halfjaar, waarin de deelnemers met lichamelijke oefening, zang en toneel werden voorbereid op hun plaats in de burgermaatschappij. Nieuwkomers mochten de eerste vijf weken het terrein niet verlaten. De kampbewoners waren in groene uniformen gestoken.
Men probeerde vanuit de kampleiding verhouding tussen de Deurnese burgers en de kampbewoners zo goed mogelijk te houden. Daartoe werd op 6 september 1942 op het kampterrein een groot zomerfeest aan de burgerij aangeboden. Volgens een later krantenbericht werd het feest door meer dan 1000 mensen bezocht, voornamelijk door kennissen en familieleden van de kampbewoners. Dat hier niet iedereen blij was met hun aanwezigheid blijkt uit het feit dat het toegangspoortje van de kiosk op de Markt op slot zat en de sleutel onvindbaar bleek toen de NAD-ers er een lied wilden zingen ter aankondiging van het zomerfeest.
In de Nieuwe Brabantsche courant van 13 januari 1944 werd een uitgebreid artikel geplaatst over de komst van een nieuwe lichting NAD-ers op Vreekwijk.
De reclametekenaar en kunstschilder Herman van den Bosch (1907-1993) verbleef als soldaat van de Compagnie Aanvullingstroepen (Prinses Irene Brigade) enige tijd in kamp Vreekwijk en tekende "Het Heerenkamp bij Deurne" met een verwijzing naar "De Rijzende Man" oftewel café De Reizende Man.
Direct na de bevrijding werd het kamp bemand door geallieerde soldaten.